| |
| |
| |
Geraadpleegde literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Haarlem 1852-1878, 12 dln. |
W van den Berg, ‘Verbeelding van het vaderland. Het denken over het vaderland in de letterkunde van de eerste decennia van de negentiende eeuw’. In: Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Onder redactie van N.C.F. van Sas. Amsterdam 1999, 309-341. |
W. Bilderdijk, Het Buitenleven, in vier zangen. Gevolgd naar L'homme des champs, ou Les Géorgiques françoises, van den Abbé Delille. Amsterdam 1803. |
P.B.M. Blaas, ‘Tollens en de vaderlandse herinnering.’ In: P.B.M. Blaas, De burgerlijke eeuw. Over eeuwwenden, liberale burgerij en geschiedschrijving. Verloren, Hilversum 2000, pp. 46-58. |
J.H. v.d. Bosch, ‘Hoe men uitgeeft en verklaart’. In: Taal en letteren 3 (1893), 158-169. |
P.J. de Bosson, ‘De heldendood van Reinier Claaszoon’. In: Mnemosyne 1826, 31-48. |
John Bowring, Iets over de Hollandsche taal- en letterkunde. Uit het Engelsch. Leeuwarden 1829 (vert. van Sketch of the language and literature of Holland, 1829). |
Menno ter Braak, Verzameld werk. Kronieken. Deel 5, Amsterdam 1949. |
Cd. Busken Huet, Litterarische fantasien en kritieken. Haarlem z.j., 25 dln. |
Boudewijn Büch, Boekenpest. Amsterdam 1998. |
Luis Camões, De Lusiade; heldendicht in x zangen. Naar het Fransch door Lambartus Stoppendaal Pieterszoon. Middelburg /Amsterdam 1777. |
Dedalo Carasso (ed.), Helden van het vaderland. Onze geschiedenis in 19de-eeuwse taferelen verbeeld. De historische galerij van Jacob de Vos Jacobszoon 1850-1863. Amsterdam 1991. |
Hendrik Collot d'Escury, Holland's roem in kunsten en wetenschappen. Amsterdam, 1824-1844, 7 dln. |
J. Decker Zimmerman, De Hollandsche natie in 1830. Utrecht 1830. |
Amber Delhaye, ‘Met vrijheidshoedje! Een gravure van Reinier Vinkeles bij De Hollandsche natie van J.F. Helmers’. In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 31 (2008), 107-114. |
Jacques Delille, L'homme des champs, ou Les Géorgiques françoises. Amsterdam/ Utrecht 1800. |
P.A. de Genestet, Dichtwerken. Ed. C.P Tiele. Amsterdam 1869. |
| |
| |
Piet Gerbrandy, ‘Jan Frederik Helmers. Retorische poëzie rond 1800’. In: Zes voordrachten; Receptie van de klassieken. Red. C.A.C.M. Fisser, R.Th. van der Paardt, S.R. Slings. Leiden 1993, 75-90. |
J.J.A. Goeverneur, De Keesiade. Een heldendicht, door verschillende dichters. Ingeleid en vertaald door Nop Maas, met medewerking van Rody Chamuleau en Rudy van der Paardt. Groningen 1996. |
J. Haantjes, ‘Helmers en De Hollandsche natie’. In: De Nieuwe Taalgids 39 (1846), 33-43. |
M. van Hattum, Jan Fredrik Helmers (1767-1813). Leven en werk van een Amsterdamse wereldburger. Amsterdam 1996. |
Gerben Graddesz Hellinga, Zeehelden uit de Gouden Eeuw. Zutphen 2006. |
J.F. Helmers, Gedichten. Amsterdam 1809-1810, 2 dln. |
J.F. Helmers, De Hollandsche natie, in zes zangen. Den Haag 1812. |
J.F. Helmers, De Hollandsche natie, in zes zangen. 's-Gravenhage 1814. Tweede druk. |
J.F. Helmers, De Hollandsche natie, in zes zangen. 's-Gravenhage 1814. Derde druk. |
J.F. Helmers, Nagelaten gedichten. Amsterdam 1814-1815, 2 dln. |
J.F. Helmers, La nation hollandaise: poème en six chants, avec des notes. Traduit de Helmers d'après la sixième ed. par Aug. Clavareau. Brussel 1825. |
J.F. Helmers, De volledige werken. Antwerpen 1844, 2 dln. |
J.F. Helmers, De Hollandsche natie, in zes zangen. Opnieuw uitgegeven, voorzien van inleiding en aanteekeningen door A.W Stellwagen. Schiedam 1883. |
J.F. Helmers, Verkorte Schooluitgave van Helmers' Hollandsche Natie. Met aanteekeningen voorzien ten dienste van het Middelbaar en Lager Onderwijs, door C. van der Zeyde. Zaandam 1897. |
J.F. Helmers, Achttien redevoeringen (1792-1813). Met inleiding en aantekeningen door M. van Hattum. Amstelveen 1989. |
Helmers' veilingcatalogus. Met inleiding door M. van Hattum Amstelveen 1989. |
J.F. Helmers, De Amsteldamsche Nationale Schouwburg. Met inleiding door M. van Hattum. Amstelveen 1992 (a). |
J.F. Helmers, Briefwisseling. Met inleiding en aantekeningen door M. van Hattum. Amstelveen 1992 (b). |
H. Houwens Post, ‘Camoes e a Epopeia Holandesa de Johan Frederik Helmers, de 1812’. In: Occidente 67 (1964). |
Hulde aan Helmers. Lofdichten op Jan Fredrik Helmers. Uitgegeven door M. van Hattum [...]. Amstelveen 1996. |
Lotte Jensen, De verheerlijking van het verleden. Helden, literatuur en natievorming in de negentiende eeuw. Nijmegen 2008. |
G.J. Johannes, Geduchte verbeeldingskracht! Een onderzoek naar het literaire denken over de verbeelding - van Van Alphen tot Verwey. Amsterdam 1992. |
| |
| |
G.J. Johannes, Dit moet u niet onverschillig wezen! De vaderlandse literatuur in het Noord-Nederlands voortgezet onderwijs 1800-1900. Nijmegen 2007. |
Johan Joor, De adelaar en het lam. Onrust, opruiing en onwilligheid in Nederland ten tijde van het Koninkrijk Holland en de inlijving bij het Franse keizerrijk (1806-1813). Amsterdam 2000. |
E.J.P. Jorissen, ‘Helmers en zijn Hollandsche natie’. In: Vaderlandsche letteroefeningen (1866), 2e stuk, 755-786. |
G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen 1906-1912, 7 dln. |
J.J. Kloek, ‘16 december 1812: Helmers' De Hollandsche natie passeert de Franse censuur. Een groot verleden voor de boeg’. In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse Literatuur, een geschiedenis. Den Haag 1993, 419-425. |
J.J. Kloek, ‘Vaderland en letterkunde, 1750-1800’. In: N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999, 237-274. |
Joost Kloek en Wijnand Mijnhardt, 1800. Blauwdrukken voor een samenleving. Met medewerking van Eveline Koolhaas-Grosfeld. Den Haag 2001. |
J. Koopmans, Bloemlezing uit de ‘Vrijheids’-litteratuur van ± (1810-1813). Uitgegeven en van toelichtingen en verklarende aantekeningen voorzien door J. Koopmans. Groningen 1913 (a). |
J. Koopmans, ‘De Hollandsche natie van Helmers’. In: De nieuwe taalgids 7 (1913) 161-176 (b). |
J. Koopmans, ‘Rond en dóór Helmers' Hollandsche natie’. In: Groot Nederland 11 (1913), 180-210 (c). |
A.C. Kruseman, De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814. Amsterdam 1889. |
Inger Leemans, ‘“Ein wahres Phänomen von neuem Weltkörper”. Het tijdschrift De ster: van wereldburger tot pacifist’ In: De andere achttiende eeuw. Opstellen voor André Hanou. Redactie Cis van Heertum, Ton Jongenelen & Frank van Lamoen. Nijmegen 2006, 263-281. |
Joep Leerssen & Marita Mathijsen (red.), Oerteksten. Nationalisme, edities en canonvorming. Amsterdam 2002. |
M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Amsterdam 1909-1910, 2 dln. |
Les petits poètes du xviiie siècle: J.-B. Rousseau, Lefranc de Pompignan, Houdar de la Motte, Bernis, Piron, Saint-Lambert, Thomas Gresset, Dorat, Lebrun-Ecouchard, Gilbert, Roucher, Parny, Delille. Morceaux choisis. Paris 1910. |
Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek. Onder redactie van G.J. van Bork, H. Struik, P.J. Verkruijsse en G.J. Vis. Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren 2002. Geraadpleegd via http://www.dbnl.nl |
| |
| |
H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Eerste deel, aanvang tot omstreeks 1880. 's-Hertogenbosch 1967 (negentiende druk). |
B.H. Lulofs, Eenige toelichtingen en bedenkingen op des geleerden dr. John Bowring's, uit het Engelsch in onze moederspraak vertaalde, aanmerkingen over sommige onzer oudere en nieuwere Nederlandsche dichters, redenaren en andere schrijvers. Groningen 1829. |
Marita Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenschap. Assen 1995. |
Marijke Meijer Drees, ‘“Vechten voor het vaderland” in de literatuur, 1650-1750’ In: N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999, 109-142. |
H.J. Minderhoud, La Henriade dans la literature hollandaise. Purmerend 1927. |
Eric M. Moormann & Wilfried Uitterhoeve, Van Alexander tot Zeus. Figuren uit de klassieke mythologie en geschiedenis, met hun voortleven na de oudheid. Nijmegen 2007. |
Nelleke Moser, ‘Camões as a Romantic Hero: Os Lusíadas as an Example of Patriotism in the Netherlands between 1766 and 1880’ In: Portugese Studies 12 (1996), 55-67. |
L. Mulder, ‘Iets uit den tijd, toen ik nog een lief vers maakte’ In: [M. Prager Lindo en L. Mulder], Afdrukken van indrukken met talrijke hout- en andere sneden door den ouden Heer Smits, en zijn vriend Mulder. Arnhem 1854, 243-292. |
Mythen der Nationen: ein europäisches Panorama. Herausgegeben von Monika Flacke. München /Berlin 1998. |
Jan Oosterholt, De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825. Assen 1998. |
S.P. Oudkerk Pool, Adeka of de Nederlanders op Banda. Amsterdam 1834. |
Lynda Patt, ‘Epic’. In: Romanticism. An Oxford Guide. Edited by Nicholas Roe. Oxford 1995, 332-349. |
E.J. Potgieter, ‘De letterkundige bentgenooten te Parijs. Naar aanleiding van Scribe's Camaraderie’. In: De Gids 1 (1837), 224-234, 241-251, 297-306, 327-338. |
Ronald Prud'homme van Reine, Zeehelden. Amsterdam/Antwerpen 2005. |
Emile Roche, La censure en Hollande pendant la domination française (9 juillet 1910-16 novembre 1812). 's-Gravenhage /Parijs 1923. |
P.P. Roorda van Eijsinga, Nederlands roem in Oost-Indië, in acht zangen. Amsterdam 1831. |
N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999. |
N.C.F. van Sas, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit 1750-1900. Amsterdam 2004. |
G.D.J. Schotel, ‘Herinnering aan Jan Fredrik Helmers’. In: Europa 1 (1858), 45-65. |
| |
| |
W.A.P. Smit, Kalliope in de Nederlanden. Het renaissancistisch-klassicistisch epos van 1550 tot 1850. Assen 1975-1983, 2 dln. |
W. Terpstra, ‘Anthonius Hambroek’. In: Mnemosyne vol. 5 (1818), 269-382. |
H. Tollens Cz., De overwintering der Hollanders op Nova Zembla in de jaren 1596 en 1597, gevolgd door Avondmijmering. Tekstuitgave naar het handschrift en de verschillende drukken, verzorgd en ingeleid door G.W. Huygens. Culemborg 1977. Tweede herziene druk. |
Voltaire, La Henriade. Avec les notes; suivi de l'essai sur la poésie épique. Édition stéréotype, D'après le procédé de Firmin Didot. Paris 1801. |
Joost van den Vondel, Lucifer, Adam in ballingschap, Noah. Bezorgd door Riet Schenkeveld-van der Dussen. Amsterdam 2004. |
Gerrit Rinse Voormeulen van Boekeren, Het leven en de daden van Nederlands meest beroemde zeehelden en vlootvoogden. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen; met een voorberigt van P.M.G. van Hees. Amsterdam 1841. |
Willem Hendrik Warnsinck, De weduwe van Albrecht Beiling, op den verjaardag der teregtstelling van haren echtgenoot, dramatisch tafereel. Amsterdam 1827. |
Gero von Wilpert, Sachwörterbuch der Literatur. 8., verbesserte und erweiterte Auflage. Stuttgart 2001. |
Woordenboek der Nederlandsche taal. Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 2007. Geraadpleegd via http://wnt.inl.nl |
Auke van der Woud, De Bataafse hut. Denken over het oudste Nederland (1750-1850). Tweede, herziene druk. Amsterdam/Antwerpen 1998. |
|
|