men ophitsende leugens als die omtrent de zogenaamde ‘wreedheden der rode benden’ met documenten te weerleggen, en op éclatante wijze aan te tonen dat het juist tot de allerchristelijkste zeden van de fascisten en hun marokkaanse huurlingen behoort, gevangen arbeiders bij honderdtallen tegelijk af te slachten, zich achter vrouwen en kinderen te verschuilen en weerloze wezens te schenden en te verminken. Men denkt: later, als eerst maar de strijd gewonnen is, dan zal de waarheid ook zegevieren. Dit getuigt van àl te kinderlijk optimisme. De vijandige stemming en de verwarring die door de leugen-berichten gekweekt wordt, benadeelt op talloze wijzen de rechtvaardige zaak van het spaanse volk.
Men lette eens op de herkomst van de berichten die in de pers buiten Spanje circuleren. Negen tienden komen uit Lissabon, uit Burgos of uit Sevilla. Eensdeels omdat de meeste neutrale dagbladen toch fascistophiel zijn, daar de bezittende klasse die de dagbladpers beheerst, tenslotte toch nog liever een fascistische dictatuur dan een socialistische her-ordening aanvaardt. Anderdeels, omdat de dagbladen vóór alles op sensatie belust zijn, en terwille van het sensationele ook de meest ongeloofwaardige berichten brengen, welke de opstandige generaals en hun goedbetaalde propagandastaf maar al te zeer bereid zijn te leveren. Zij schrikken er niet voor terug, op hun correspondenten druk uit te oefenen om slechts datgene te melden wat de directie graag leest.
Aan propaganda van spaanse regeringszijde wordt, gemeten naar de reclame der rebellen, slechts weinig gedaan. De officiële communiqués zijn droog en uiterst beknopt gehouden. Schriftelijke mededelingen en drukwerk, - tijdens de Wereldoorlog zulke machtige propaganda- en inlichtingsmiddelen, - worden schaars verstrekt.
Verschillende politieke organisaties trachten enigermate in dit tekort te voorzien, door het publiceren van geregelde bulletins in vreemde talen, en door regelmatige radiouitzendingen. Maar uiteraard is deze on-officiële propa-