Semi-finale(1982)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Het daghet... Ik had haar lang beschouwd, de schone slaapster, naakt in mijn bed, bij 't gloren van de dag. Zodra zij bij 't ontwaken mij bebrild zag sprak zij: ‘Je bent al aangekleed...’ en geeuwde. Ik zag haar tong en tandenrij terwijl zij koerde: ‘En ik verlang alweer naar de siësta...’ bedacht hoe sinds het middaguur de dag tevoren wij hier gepraat, gestoeid en stilgelegen hadden en wist dat ik nooit eerder zó gelukkig was. Vorige Volgende