Leef duizend levens (onder de naam Lou Lichtveld)
(1941)–Albert Helman– Auteursrecht onbekendLou Lichtveld, Leef duizend levens. Amsterdamsche Boek- en Courantmaatschappij, Amsterdam 1941
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1431 B 12
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Leef duizend levens van Lou Lichtveld uit 1941. Lou Lichtveld is de echte naam van Albert Helman.
redactionele ingrepen
p. 63: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, t.o. 2, 4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
SESAM DER KUNST
I
[pagina 3]
SESAM DER KUNST
I
LEEF DUIZEND LEVENS
INLEIDING TOT HET LEZEN VAN ROMANS
DOOR
LOU LICHTVELD
MCMXLI
N.V. AMSTERDAMSCHE
BOEK- EN COURANTMAATSCHAPPIJ
[pagina 383]
INHOUD
pag. | |
---|---|
voorwoord | 5 |
eerste hoofdstuk: over zekere wurmen | |
1. Genot en schoonheid | 7 |
2. Romanlezers. Wat zijn romans? | 10 |
3. Geschiedenis van den romanlezer | 24 |
4. Synthese van vormen | 28 |
tweede hoofdstuk: de broedmachine | |
1. Van bericht tot verhaal | 32 |
2. De eenvoudige vormen | 41 |
3. Epiek | 46 |
4. De held in de wereld | 50 |
5. De handeling | 69 |
derde hoofdstuk: steigers en stellingen | |
1. Anecdote en novelle | 77 |
2. Motieven; symboliek | 86 |
3. Epische taal | 89 |
4. Het romanproza | 104 |
5. Saga-stijl; directe rede | 114 |
6. Representatievormen; documentaire romans; kadervertellingen | 127 |
vierde hoofdstuk: in de bouwkeet | |
1. Ontwerp; waarneming en herschepping | 164 |
2. Functie der fantasie | 178 |
3. De fabel | 189 |
4. Kunstgrepen | 196 |
5. Indeling en profileringsmiddelen; meervoudige visie | 208 |
vijfde hoofdstuk: ‘o, bent u het?’ | |
1. Romantheorieën | 236 |
2. De schrijver en zijn werk | 242 |
3. Gevoelstoon; objectiviteit | 247 |
4. De centrale idee | 264 |
5. De drievoudige stijl | 268 |
[pagina 384]
zesde hoofdstuk: de windroos | |
1. Eeuwige thema's; genre's | 277 |
2. Avonturenromans | 285 |
3. Sociografische romans | 292 |
4. Historische romans | 299 |
5. Karakterromans | 306 |
6. Ideeënromans | 312 |
7. These- en sleutelromans | 317 |
8. Wereldbeeld en typologie | 324 |
zevende hoofdstuk: pro en contra | |
1. De stem der kunstenaars | 326 |
2. De stem der zedenmeesters | 332 |
achtste hoofdstuk: vivisectie | |
1. Wederom de ideale lezer | 337 |
2. De ideale roman | 342 |
3. Sociale functie van de roman | 344 |
negende hoofdstuk: wat lezen? | |
1. Enkele criteria; voorlichters | 350 |
2. Succesboeken | 352 |
3. Het boek als voorwerp | 357 |
tiende hoofdstuk: hoe lezen? | |
1. Veelzijdigheid | 361 |
2. Herkenning en confrontatie | 365 |
3. Het critisch lezen | 368 |
4. Wisselwerkingen | 373 |
literatuur ter orientatie | 376 |
register | 378 |