De glorende dag(1923)–Albert Helman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Sonnet Doodmoede zielen, kan je die sussen kan je die rusten doen, zacht aan je borst... kan je ze lesschen de schrijnende dorst naar liefde, naar lange brandende kussen... Ze hebben hun heiligste goed vermorst om luttel geluk, en het hart ondertusschen verbrand met een vlam die nu niemand kan blusschen; ze staan: barre vlam in de ijzigste vorst. Doodmoede zielen, met innigst bedoelen komen je zoeken in 't heilig paleis. Wil je de koortsende polsen ze voelen, geef ze je wondere hemelsche spijs, wil ze de brandende voorhoofden koelen en sus ze met oude zacht-stillende wijs... Vorige Volgende