De glorende dag(1923)–Albert Helman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Arm geluk Ik droeg tot u mijn arm geluk, luttel geluk in brooze vaas van bleek kristal... ik leek wel dwaas. Want deze laatste schaamle schat van al mijn rijkdom, al mijn pracht heb ik tot u, mijn Lief gebracht. Gij naamt het in uw blanke hand glimlachend om zoo arm geluk en liet het vallen... rink'lend .. stuk.. Dan wendt ge af het trotsch gelaat, uw ranke voeten schoppen 't gruis... en armer, droever keer 'k naar huis. Vorige Volgende