De glorende dag(1923)–Albert Helman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Sonnet Ik sta hier voor uw hoog paleis... zult gij mijn moewe kloppen hooren, kom ik u majesteit verstooren omdat ik ging een verre reis... Gij weet der wegen zwoel bekoren: gij zijt zoo goed, zoo zacht, zoo wijs; ik kende niet der liefde prijs voordat ik alles had verloren... En nu een arme bedelaar voor uw paleis... heb mededoogen, 'k heb niet beseft het groot gevaar... O, laat mij zien uw klare oogen, het steeds-vergevend oogen-paar, en laat me uw voeten kussen mogen. Vorige Volgende