de geest haalt, zal zich herinneren dat deze in feite een geschiedenis van immigratie is geweest. Achtereenvolgens waren negers uit Afrika, Chinezen, Hindostani en Javanen uit Z.O.-Azië nodig als arbeidskracht om de plantage-economie draaiende te houden. Alleen voor de oorspronkelijke bewoners, de Indianen, die zich heden ten dage ver in het binnenland hebben teruggetrokken, gaat dit beeld niet op.
Wat de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar gemeen hebben, is hun beïnvloeding door de westerse cultuur. Alleen de mate waarin men beïnvloed is, verschilt sterk. Van belang hierbij is de geografische bereikbaarheid. De nederzettingen van de Bosnegers en Indianen in het binnenland maken bijvoorbeeld cultuurcontact er niet gemakkelijker op. Voorts moet gelet worden op de omstandigheden waaronder het contact heeft plaatsgevonden, en tenslotte op de tijdsduur van het contact. Is dit incidenteel, dan wel heeft het al jaren bestaan? Alle boven gemaakte opmerkingen zijn van invloed op het al of niet slagen van het proces van acculturatie.
Houtkap vergt verbindingen. Het merendeel van de publicaties over Suriname vermeldt dat het land rijk is aan bodemschatten. Dat geldt zeker ook voor hout. Ongeveer 80% van het land is met oerwoud bedekt. De exploitatie ervan, die al decennia plaats heeft, is relatief duur, enerzijds door de grote heterogeniteit van het bos, anderzijds door de moeilijke bereikbaarheid. Ter illustratie hiervan: op 1 hectare bosgrond komen soms wel 200 verschillende houtsoorten voor, waarvan tot nu toe slechts ± 20 soorten exploitabel zijn gebleken. Op het ogenblik is men bezig aan enige zwamp- en drasboscomplexen in het kustgebied en in een twintig tot veertig kilometer brede strook hoogbos op ± 60 à 100 kilometer van de kust.
In het ‘Voorland’ is er al enige tijd een hoofdverbindingsweg die van Nickerie in het uiterste westen, via Paramaribo tot Albina in het uiterste oosten voert. Met de aanleg van een tweede oost-westverbinding in het Middenland, en met name door het stuk weg tussen de Tibiti in het centrale deel, naar Avanavero in het mid-westen, is er nieuw rijk bosgebied bereikbaar geworden. Het zal overigens wel duidelijk zijn dat de betekenis van deze weg verder reikt dan de bosbouw. Hij vormt de verbinding tussen het oude mijnbouwgebied in Oost-Suriname en de nieuwe bauxietgebieden in West-Suriname met als centrum de nieuw te stichten ontwikkelingskern Apoera.
In het verleden is er nogal roekeloos gekapt, zodat men al gauw voor moeilijker te exploiteren gedeelten kwam te staan. Gelukkig zijn eind van de jaren 1960 en in toenemende mate in de afgelopen jaren aanzienlijke bedragen geïnvesteerd in bosverjonging. Door de Dienst 's Lands Bosbeheer