Inleiding
‘De beoefening der geschiedenis, receptief of productief, staat steeds voor iedereen open; er is nauwelijks speciale wetenschappelijke voorkennis voor nodig. De historie heeft haar deuren wijd open staan voor de amateur. Gelukkig de landen waar uit de staatsdienst, uit het publieke leven, de geschiedschrijvers opstaan.’
J. Huizinga (De Wetenschap der Geschiedenis)
Wanneer in de hiernavolgende bladzijden de aandacht van hoofdstuk tot hoofdstuk steeds meer toegespitst wordt op de gebeurtenissen en toestanden in Suriname, het voormalig Nederlands Guyana, dan gebeurt dit niet omdat de geschiedenis van dit land in welk opzicht dan ook van meer belang of boeiender zou zijn dan de lotgevallen der vier andere Guyana's. Alle vormen zij samen één geheel, zowel in geografisch, ecologisch, ethnisch als historisch opzicht. En juist omdat zij nagenoeg een zelfde verleden hebben, is het redelijkerwijze te verwachten dat ook hun toekomst, ondanks hun huidige staatkundige of politieke diversiteit, niet erg verschillend zal zijn. Er kunnen slechts onderlinge fase-verschuivingen bij hun verdere ontwikkeling plaatsvinden.
Een beschrijving van de gezamenlijke totale geschiedenis van Groot-Guyana zou echter een veel ruimere plaats en veel meer nadere uiteenzetting voor de onvoorbereide lezer vergen, dan waartoe de hier beschikbare ruimte gelegenheid biedt, hoezeer ook een weelde aan illustraties de nodige woorden vermag te vervangen. Derhalve werd een middenweg gekozen, door een aan de meesten reeds enigszins bekend onderdeel - in casu Suriname - eerst tegen de achtergrond van het grote geheel te plaatsen, om het vervolgens geleidelijkaan steeds meer naar voren te halen, en zo op meer gedetailleerde wijze het globale verloop der ontwikkelingsgeschiedenis van Groot-Guyana door die van het eertijds ‘Nederlandse’ Guyana aan te tonen. En gelukkig leent juist Suriname, als ‘middelste’ van de vijf landen aan de Wilde Kust, zich bijzonder goed hiertoe. Het is niet voor niets de middelvinger aan die grote, naar ons uitreikende hand van oermoeder Guyana!
Getracht werd dus om, als bij het filmen met een ‘zoom-lens’, uit een aanvankelijk panoramisch beeld één centraal gegeven steeds dichter ‘naar voren’ te halen, teneinde het allengs meer in bijzonderheden te leren kennen, hoewel daarbij tevens hoe langer hoe meer van ‘het omgevende’ uit het beeld moest verdwijnen. Niet geheel evenwel. En terwijl het hier op den duur nog slechts als ‘terzijde’ ter sprake kon komen, heeft de schrijver van dit boek gepoogd om in een ander, spoedig te verschijnen werk in dit onvermijdelijke manco te voorzien.
Nederlandse vertaling van het door Columbus gepubliceerde reisverslag van zijn vierde reis naar de Nieuwe Wereld, in 1502, toen hij nog steeds hoopte een land te bereiken dat beantwoordde aan de bekende beschrijvingen van Oost-Azië.
Van inheems standpunt uit wordt de geschiedenis van Suriname beschouwd als een reeks van wilde avonturen, die lieden van de meest uiteenlopende herkomst beleefden in een gedeelte van de Guyana's waarvan zelfs voor hen de kust zó ontoegankelijk was, dat zij deze ‘wild’ noemden en de bewoners daarvan ook als ‘wilden’ betitelden. Even langzaam en voorzichtig als zij die kust - tot op heden nog een ‘gevaarlijke’ - hadden te benaderen, even behoedzaam gebeurt dit ook hier, met dit ‘ingezoomde’ geschiedverhaal. Zo wordt in de eerste zeven hoofdstukken de proto- en prehistorie van geheel Amerika langzaam teruggedrongen tot die van de noordelijke helft van Zuid-Amerika en vervolgens ‘verschoven’ tot die van het door de Orinoco, de Rio Negro, de Amazone en de Atlantische Oceaan ingesloten leefgebied, het eigenlijke Guyana. In de daaropvolgende zeven hoofdstukken, die het begin van de ‘historische’ tijd van het subcontinent behandelen, wordt aangetoond hoe in de eerste helft van deze tot op heden bijna vijf volle eeuwen omvattende periode, vooral het land langs de Wilde Kust een door veel Europese mogendheden omstreden ‘bezit’ werd, dat alleen met behulp van de arbeid van uit West-Afrika geïmporteerde negerslaven kon worden ontgonnen.
Aan het einde van die eerste 250 jaren ‘avonturen’ wordt dan even halt