Kopij en druk in de Nederlanden. Atlas bij de geschiedenis van de Nederlandse typografie
(1962)–W.Gs. Hellinga– Auteursrechtelijk beschermd[Negentiend Eevw]196 Ontwerp voor de titelpagina van: A.C.W. Staring, Nieuwe gedichten. J. Immerzeel Jr, Den Haag 1827.aant.Vorden, Collectie Mr A. Staring. Aantekeningen. (1) Voor de druk zie 197. (2) Vóór het ontwerp van de titelpagina der Nieuwe gedichten is een papierstrookje van ongeveer 7,5 bij 18,7 cm gevoegd, waarop links een vlinder (vleugelwijdte 4,5 cm) en rechts drie mispelbloemen zijn getekend. Hiernaast staat: ‘De tegenstaande Kapel (op eikenloof huishoudende) had meer gelijkend door mij in 't klein moeten gebragt worden. Een weinig op zijde gezien zou dezelve ook losser voorkomen hebben. De drie Mispelbloemen, onder de Kapel staande behoren verkleind op het schildjen onder aan de Lier. 't Is het oude wapen van Gelderland. Den Eikentak zal de Heer Bendorp wel wat minder vol en minder verward maken dan mijn gekras. beneden den strik eindigen de mijne ook zeer [~]. De Lier wenschte ik gaarne hoe wel beter en niet zo scheef getekend van dezelfde figuur, dezelfde grootte en dezelfde eenvoudigheid. Door de schaduw verwacht ik dat dezelve genoegzaam verlevendigd worden zal. Het ronde galmgat onder de snaren wordt natuurlijk duister. De verdeling van de Letters over den Titel wenschte ik ten naaste bij zo als ik dezelve heb aangeduid. Dat mijn lam schrift geen vóórschrift is, spreekt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van zelf.’ Deze aantekeningen en het ontwerp zijn van de auteur zelf. Analyse. Ontwerp: ontwerp voor een gegraveerde titelpagina. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
197 Titelpagina van: A.C.W. Staring, Nieuwe gedichten. J. Immerzeel Jr, Den Haag 1827.aant.Aantekeningen. (1) Zie voor het ontwerp 196. (2) Zie 196, aant. 2. (3) Zie p.110, 111. Analyse. Druk: gegraveerde titelpagina. Illustratie: gravure. Ontwerp: titelpagina. Literatuur. J.M. de Vries, Teksten en varianten van A.C.W. Staring; proeve van onderzoek naar en uitgave van een keuze uit de gedichten met varianten van A.C.W. Staring van den Wildenborch, Zwolle 1958 (Zwolse drukken en herdrukken 35). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
198 Kopij voor p.2 van: A.C.W. Staring, Nieuwe gedichten. J. Immerzeel Jr, Den Haag 1827.aant.Vorden, Collectie Mr A. Staring. Aantekeningen. (1) Voor de voltooide druk zie 199. (2) Bij de correctie is de natte proef in aanraking gekomen met de kopij, waardoor een deel van de tekst als smet afgedrukt werd. In spiegelbeeld staat er: De Hoogtijdsmorgenstraal. | Het waslicht in uw Slotkapel, | Met d'ochtendglans vereend, | Blink' weêrgekaatst van de altaarpracht, |. (3) Zulke smet kan in de negentiende eeuw dienen om kopij te herkennen. (4) Zie p.94, 96. Analyse. Handschrift: kopij. Kopij: smet. Ontwerp: geschreven ontwerp. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
199 Pagina 2 van: A.C.W. Staring, Nieuwe gedichten. J. Immerzeel Jr, Den Haag 1827.aant.Aantekeningen. (1) Vergelijk voor de kopij 198. (2) Zie 198, aant. 2. Analyse. Druk: binderssignatuur, moet. Letter: romein. Ontwerp. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
200 Gedrukte kopij voor pagina 19 van: A.C.W. Staring, Gedichten, ter tweede uitgave bijeenverzameld en verbeterd; derde stuk. I.A. Nijhoff, Arnhem 1837.aant.Leiden, Universiteitsbibliotheek, 1498D18, olim 1024D18. Aantekeningen. (1) Voor de voltooide druk zie 201. (2) In deze gedrukte kopij werden de sprekende hoofdregel, de paginering en de custode bij het klaarmaken van de kopij doorgehaald. (3) Zie p.94, 96, 141. Analyse. Druk: custode, kopij, moet. Kopij: correcties in de kopij, gedrukte kopij, smet. Ontwerp: paginering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
201 Pagina 19 van: A.C.W. Staring, Gedichten, ter tweede uitgave bijeenverzameld en verbeterd, derde stuk. I.A. Nijhoff, Arnhem 1837.aant.Aantekeningen. (1) Zie voor de gedrukte kopij 200. Analyse. Druk: binderssignatuur. Letter: romein. Ontwerp: paginering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
202 Kopij voor pagina 59 van: A.L.G. Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten; tweede, herziene druk. P.N. van Kampen, Amsterdam 1865.aant.Amsterdam, Universiteitsbibliotheek Cat. Hss. 2, Hs.IVF3. Aantekeningen. (1) Voor de voltooide druk zie 203. (2) Onder het overgeplakte en hier uitslaande strookje met de aanvulling staat geschreven: allerliefst (onleesbare doorhaling) duitsch ≤burger≥ meisje | onwetend maar diep gevoe-|lig. Zij had niets van de wereld | gezien, maar hare fantasie | was levendig genoeg, |. (3) In een bijgevoegde brief van de schrijfster aan de uitgever P.N. van Kampen d.d. 9 Februari 1865: ‘Weledele Heer! Met vriendelijken dank voor de toegezonden exempl. uit uwen Serie goedkoope Romans, geef ik U te gelijk de toezegging, dat ik den Karel den Stouten nog wel eens zal overlezen om te zien of er hier en daar eene kleine verandering zal te maken zijn, tot groote zal het als van zelve spreekt niet komen want dan zou er eene geheele omwerking noodig zijn, die noch in Uwen noch in mijne bedoeling kan liggen. Ik vind het wel aardig dat den Karel den Stouten in dit elegant en gemakkelijk formaat uitgegeven zal worden...’ (4) Zie p.94, 96. Analyse. Druk: binderssignatuur, custode, kopij. Handschrift: correcties in handschrift. Kopij: gedrukte kopij, correcties in de kopij, verwijzingsteken. Letter: romein. Ontwerp: paginering, sprekende hoofdregel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
203 Pagina 59 van: A.L.G. Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten; tweede, herziene druk. P.N. van Kampen, Amsterdam 1865.aant.Aantekeningen. (1) Voor de gedrukte kopij met aantekeningen door de schrijfster zie 202. Analyse. Druk. Letter: romein. Ontwerp: paginering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
204 Drukproef voor pagina 540 van: (E.J. Potgieter), ‘Het orgaan der kunst te onzent’, in: De Gids. P.N. van Kampen, Amsterdam 1861. Uitsnede.aant.Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Hs. Aj5. Aantekeningen. (1) Voor de voltooide druk zie 205. (2) De paginering, rechts van de sprekende hoofdregel in de proef komt links ervan in de druk. (3) Correctie. Blijkens het weglaatteken vervalt r.1 geheel. Ze is in de druk als r.1 van de volgende pagina (541) terug te vinden en luidt daar: | te schuilen; maar als er sprake mag zijn van harmonische ver-|vulling aller ... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de linkermarge staat, in deze uitsnede niet zichtbaar, bovenaan, met betrekking tot de bovenste helft van de pagina: ‘Vervolg van | pag. 12 hier | onder’. In het midden van de pagina, eveneens niet afgebeeld, in de linkermarge: ‘Op bl. 12 | inbrengen |’. In de druk blijkt het deel dat bovenaan staat in de proef 013, bovenaan p.540 te zijn terechtgekomen. Het onderste deel van p.013 is op p.539 in de druk terug te vinden. De onderste regel: Er komt in de Oeuvre Post... van Alfred de Mas... is in de druk als regel 20 van onderen op p. 539 te vinden: Er komt in de Oeuvres Posthumes van Alfred de Musset | een weergaloos fraai geschreven stukjen voor: ‘Un souper chez |(p.540) “Mademoiselle Rachel”’, getiteld, - het wordt besloten met een frag-|... De correctie voor het onderste deel van proef 013 is op 539 in de druk terug te vinden:
(4) Fouten in de proef, die in de druk wel gecorrigeerd zijn, maar in de proef niet als zodanig genoteerd:
(5) De fouten en deze chaos zijn grotendeels te wijten aan de haast onleesbare hand van de auteur, waarvan deze correctie en ook 206 een staaltje geven. (6) Het ontbreken van smet langs de marges, die in de vroegere proefdrukken en drukproeven voorkwam, kan verklaard worden uit de wijze van proefdrukken in de negentiende eeuw. De pagina's worden namelijk ‘op steen’ geplaatst, zonder dat ze worde opgekooid. (7) Zie p.145, 146. Analyse. Druk: drukproef. Drukproef: correctie, notitie voor de zetter (niet afgebeeld), voorlopige paginering. Letter: romein. Ontwerp: paginering, sprekende hoofdregel. Literatuur. Over het proeftrekken in de negentiende eeuw zie: R. van der Meulen, Het boek in onze dagen, Leiden 1892, p.33-34. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
205 Pagina 540 van: (E.J. Potgieter), ‘Het orgaan der kunst te onzent’, in: De Gids. P.N. van Kampen, Amsterdam 1861.aant.Aantekeningen. (1) Voor de gecorrigeerde proef zie 204. (2) Zie de aantekeningen bij 204. Analyse. Druk. Letter: romein. Ontwerp: paginering, sprekende hoofdregel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
206 Kopij voor pagina 251 van: R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en schetsen overvaderlandsche geschiedenis, tweede deel. Martinus Nijhoff, Den Haag 1870. Uitsnede.aant. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Hs. Ag9. Translitteratie. (onderstreept) 'doch meine historische Muse muss ganz demüthig berichten, 162 | 'wie der Professor Creuzer damals zwar den Kopf voll von | 'Numismatik, Leydner Bibliothek und holländischer Phi-| 'lologie hatte, aber gegen Napoleon und seine Aliirten eben | ‘so wenig conspirirte, wie gegen den Kaiser von China. |’ (einde onderstreping) 'Ook reisde hij des ondanks af, en in Darmstadt (onderstreept) gewierd hem, in opti-|ma forma, [-het beroep] de benoeming door Curatoren naar eisch | van het groote zegel met de gekruiste sleutels voorzien. [-Hij] ≤Ook≥ reis-|de [-des ondanks] hij voort, al was de ware lust voor den nieuwen | leerstoel van hem geweken, [-zoo er nog eenige] die zich door onvoorzig-|tig gebruik van Wiesbaden's (onderstreept) warm bronwater eene ongesteld| heid op den hals haalde. Ook reisde hij voort, aan de oevers van den | Rhijn naar lijf en ziel opgebeurd door de verheven natuur door | belangwekkend gezelschap, eenige dagen te Coblenz (onderstreept) zich verlustigende | eenige dagen te Keulen (onderstreept) koutend. Ook bereikte hij eindelijk het doel | zijner reize, [-ons Nederland] ≤onzen geboortegrond≥ en nu zijn oordeel over het land en | de lieden! Was de leerling even partijdig als de meester? Kleefde aan Creuzer (twee maal onderstreept) hetzelfde gebrek als aan Wyttenbach (twee maal onderstreept)? Zag de [-burger van] [-≤man≥] ≤geleerde≥ ≤uit≥ | Marburg (onderstreept) als de burger (onderstreping doorgehaald) van Bern (onderstreept) met opgetrokken wenkbraau-|wen neder op het geen bij ons nationaal was? Gekrenkt door de | wijze van ontvangst, ongesteld bovendien, [-zou] ≤had men≥ hem in het eerste ogenblik veel ten goede mogen houden, maar er wordt geen plei-|dooi vereischt, [-zoo luidt ons ∼] ≤zie hier de schets die hij ons geeft≥; onderstreept: In Holland dann-feine | Städte, hübsche Leute aber ich konnte keinen Mytholo-|gischen Gedanken faszen in dem flachen Lande. Auch a[m+]<n> dem Gestade der sonst so poetischen See waren die franzö|sischen Telegraphen keine Obelisken der Sonne, und die englischen Nachtschiffe keine [d+]<D>elphine. (einde onderstreping) Onze prikkelbaarheid | zou voorbeeldeloos moeten zijn, zoo wij ons ergerden aan | de klagt dat wij niet allen philologen waren als Wytten-|bach, dat de [-mannen] ≤man≥ ten onzent de lieflijke kronkelingen | van den Neckar, het schilderachtige uitzigt op den bouwval | van [- het Heidelberger] ≤das alte≥ Scholsz miste: onderstreept: ‘Dazu sagten mir | Luft und Lebensart nicht zu. Ich kränkelte immer mehr’ | (einde onderstreping) Hij keerde naar Heidelberg (onderstreept) terug!, - als Leiden er wrok over | voelde, het moet verzoend zijn geworden door de woorden van | den [-Freiherr] von Reizenstein (de twee laatste woorden dubbel onderstreept), toen Creuzer zich bij dien minis-|ter verontschuldigde een roepstem uit den vreemde te hebben | gehoor gegeven. onderstreept: Freilich sagte ich mich doch die Zumu| 'thung, eine philologische Vocation nach Leyden gerade-| 'zu auszuschlagen, ohngefähr ebenso viel sein würde, als | 'dem Marin irgendeiner Nation zuzumuthen, den An-| ‘trag zu einer Admiralstelle in der englischen Marine von der [h+]<H>and zu weis[-zen+]<en>.’ (einde onderstreping) Vleijender vergelijking mogt het | Bataaffsch Atheen in den aanvang dezer eeuw van geenen vreem-|deling verlangen! | Het Leiden uit den nacht onzer [-vernedering des volks] [-≤∼ gang in de rij der volken≥] ≤volksvernedering≥ | [-had] ≤mogt≥ zich in de schatting der wetenschappelijke wereld ≤hebben≥ gehand-| haafd. Aantekeningen. (1) Kopij geschreven door E.J. Potgieter voor 207. (2) Bijzonder slechte kopij, waardoor vele drukfouten in de proef konden ontstaan (vgl. 204, dat naar een kopij van deze hand is gezet). (3) Deze kopij is geheel uit aan één zijde beschreven folio-vellen samengesteld. Ze is herhaaldelijk doorgesneden ten behoeve van de correctie. (4) Zie p.94, 96, 97, 146. Analyse. Handschrift: correcties in handschrift, kopij. Kopij: doorgesneden kopij, vuile kopij, onderstreping voor cursief, onderstreping voor kapitaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
207 Pagina 251 van: R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis, tweede deel. Martinus Nijhoff, Den Haag 1870.aant.Aantekeningen. (1) Voor de kopij 206. Analyse. Druk: binderssignatuur. Letter: cursief, romein. Ontwerp: paginering. |
|