Kopij en druk in de Nederlanden. Atlas bij de geschiedenis van de Nederlandse typografie
(1962)–W.Gs. Hellinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beschrijving van de afbeeldingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verklaring van afkortingen en diacritische tekens vindt men voorin dit boek. De uit grote cijfers gezette getallen in Collatie, Inhoud, Translitteratie, Aantekeningen, Analyse, Literatuur zijn nummers van afbeeldingen en hierbij behorende beschrijvingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Vijftiende eeuw]1 2 Op plano geschreven fragment uit: Strofische gedichten van Jacob van Maerlant.aant.aant.aant.Gent, Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, geen signatuur. Beschrijving van het Fragment. (1) Materieel. Een vel tamelijk dik perkament van rechthoekig formaat, waarvan de randen gehavend en afgebrokkeld zijn. Het is in de bovenste helft van folia 3 en 6, en in de onderste van 2 en 7 gerimpeld. De afmetingen worden daarom met enig voorbehoud gegeven: grootste hoogte 484 mm, breedte 294 mm. (2) Reconstructie en inhoud van het fragment. Uit het feit dat er op plano geschreven is en uit de bekendheid met de tekst uit andere handschriften kan worden aangetoond dat dit fragment de helft is van een oorspronkelijk op heel plano afgeschreven tekstgedeelte. De paginering verwijst naar de cijfers die met blauw krijt door een latere hand in de bovenmarge zijn aangebracht. De nummering van de verzen is ontleend aan de uitgave van de tekst: Jacob van Maerlant, Strophische gedichten; nieuwe bewerking der uitgave van Franck en Verdam door J. Verdam en P. Leendertz Jr, Leiden 1918 (Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde). De strofen zijn hier kortheidshalve met romeinse cijfers genummerd.
Tussen p.2 en 4 ontbreken 90, tussen 5 en 7 ontbreken 94 verzen, terwijl in het fragment op vier pagina's 90 regels en op twee andere 88 staan. Het eerste hiaat is duidelijk; het is precies één pagina tekst; het tweede tekstgedeelte zal ook wel op één pagina hebben gestaan, omdat de copiist of zijn legger herhaaldelijk verzen overslaat. (3) Afschrijving en liniëring. Geheel verdwenen. Ze zijn zeker aanwezig geweest omdat de regels over de hele breedte tamelijk wel op één lijn staan, terwijl de kolommen recto en verso elkaar redelijk dekken. Bovendien zijn er in de bovenmarge van de pagina's prickings die door het half gevouwen vel zijn aangebracht; misschien zijn ze ten dele zelfs in het dubbel gevouwen oorspronkelijke vel gestoken. In de buitenmarge van de folia staan aan beide kanten een kleine reeks sneetjes loodrecht op de liniëring. Waarschijnlijk zijn het resten van de prickings die voor de liniëring hebben gediend. Voor de hoofdletterkolom en spatie daarna moet de afschrijvingslijn zonder prickings zijn aangebracht, of geheel en al zijn weggelaten. Dit stemt overeen met het slordige gedrag van de copiist. Op het fragment zijn geen signaturen of custoden te vinden. (4) Mise en page. De hoogte van de kolommen varieert van 190 tot 195 mm, terwijl de bladspiegel volgens de prickings 122 mm breed is. De kolommen zijn 58-60 mm breed met een onderlinge afstand van mogelijk 5 mm. De binnenmarges zijn opvallend smal. (5) Schrift. De tekst is ingeschreven over 6 bladen, ff.3 recto en 6 verso zijn blanco. De gehele tekst is door dezelfde hand geschreven in een grote rotunda. De interpunctie ontbreekt; voor de lombarden zijn geen representanten aangebracht. In aanmerking nemende dat de tekst Middelnederlands is, komen afkortingstekens in groten getale voor. (6) Rubricatie. Uitsluitend rood. Aan het begin van een strofe is een lombarde van twee regels hoogte binnen de kolom aangebracht. Ze zijn, terwijl er wel ruimte voor is opengelaten, niet aangebracht aan het begin van de strofen op f.2 verso, waar de eerste vijf ontbreken, terwijl de laatste twee wel zijn aangebracht. De hoofdletterkolom is doorlopend doorstreept met uitzondering weer van f.2 verso waar gebroken streepjes zijn gezet op kol.a, II, vs 1-25, 39-44 en kol.b, II, vs 1-17. Na een lombarde is de eerste letter nu eens wel, dan weer niet doorstreept. Bovendien wordt een woord, als een vers te lang is en dit op een andere regel is bijgeschreven, door een rood haaltje bij de betreffende regel gebracht. Van één van de gedichten is het incipit bewaard. Over één regel is de titel in rood geschreven: Die derde merten boec. (7) Het gedrag van de copiist. Bijzonder vreemd. Veelal maakt hij een marge tussen hoofdletter en regel, dan laat hij die weer voor enkele regels vallen. Op f.7 recto, kol.b is de voorzijde van de kolom vreemd gebogen. De rubricatie is aan het begin van de tekst op f.2 verso afwijkend van het overige gedeelte en bovendien niet afgemaakt, maar aan het einde van dezelfde pagina weer normaal. Bij het beginnen van een nieuwe kolom maakt de copiist op twaalf keer viermaal een fout. Hij laat zijn regel zeer ver in de binnenmarge doorlopen, terwijl hij tussen de kolommen geen ruimte openlaat. Bovendien komt daar nog bij dat hij twee pagina's niet beschrijft terwijl de tekst ontbreekt die daar had moeten staan. Dit laatste wijst er op, dat hij, hoe dan ook, een fout moet hebben gemaakt bij het kiezen van het juiste blad in het plano voor het vervolgen van zijn tekst. Het kan zijn dat die twee pagina's in de verloren helft van het plano hebben gestaan (dat zou dan op p.15 of 16 moeten zijn, omdat de tekst tot 14 doorloopt), of dat de beide pagina's van plaats verwisseld zijn en dan daarna de tekst opvallend spoorloos is verwijderd. Zie in verband hiermee ook de conclusie. (8) Geschiedenis, literatuur. K. de Flou dateert het fragment op paleografische gronden als van de tweede helft van de vijftiende eeuw. Willem de Vreese gaat daarmede accoord door te schrijven: ‘ca 1480’. Beiden waren op de hoogte met de datering door Edw. Gaillard, die denkt dat het uit de eerste helft van dezelfde eeuw is. De dateringen zijn te vinden in de uitgave van het fragment: Edw. Gaillard, ‘Een fragment van Maerlant's Wapene Martijn’, in: Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde 1905, p.561-607. Daarnaast wordt het fragment genoemd in de uitgave van de Strophische gedichten van Verdam en Leendertz op p.xv en xxxiv vlgg. Op tekstkritische gronden zijn de varianten niet opgenomen in de editie. Uit bovengenoemd artikel in de Verslagen en mededeelingen blijkt dat het fragment gediend heeft als omslag van een register, dat niet nader is gedetermineerd en niet meer achterhaald kon worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het stuk is aan de Vlaamsche Academie geschonken door P.J. Goetschalckx, pastoor te Donk onder Eekeren, die het in 1905 aan Edw. Gaillard ten behoeve van de Academie overhandigde. De paginering zal dan ook wel van zijn hand zijn, evenals de nummering van de strofen voor de lombarden. In f.3 verso en 6 recto is een door reagens donker gekleurde vlek. (9) Conclusie. Het overgeleverd zijn in plano, de onbeschreven folia, de niet afgewerkte rubricatie, het merkwaardige gebruik van de prickings, de slordige hoofdletterkolom en het overige onder gedrag van de copiist opgemerkte, gecombineerd met de resultaten van de bestudering van de varianten door Verdam en Leendertz, die meedelen dat de afschrijver ‘slordig’ te werk is gegaan en een aantal plaatsen blijkbaar niet begrepen heeft (editie p.xxxiv-xxxv), maken het fragment als makulatuur begrijpelijk. Het scriptorium is niet nader gedetermineerd. Aantekeningen. (1) Zie p.14, 110, 132, 135. Analyse. Handschrift: copiist. Formaatmaken. Materiaal: perkament. Makulatuur. Ontwerp: twee kolommen, lombarden ontbreken, rubricering. Literatuur. Edw. Gaillard, ‘Een fragment van Maerlant's Wapene Martijn’, in: Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde 1905, p.561-607. Jacob van Maerlant, Strophische gedichten; nieuwe bewerking der uitgave van Franck en Verdam, door J. Verdam en P. Leendertz Jr, Leiden 1918. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Proef of misdruk van: Psalmi poenitentiales in het Vlaams. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA1459, Polain 3266.aant.Brussel, Koninklijke Bibliotheek, B. 1593. Collatie. 16o: fragment, een blad met 4 pagina's, verso blanco. Inhoud. p.1: rechtsonder: [H]Ere in dijn|re verbol|gentheit en | straffe mi |niet ende in dinen toor|ne en berespe mi niet | [O]nferme di mijnre | here want ic cranck ben | make mi gesont want | al mijn gebeenten sijn | mede [ge]stoort ... [e]nd[e] |. p. 4: rechtsboven: heeft verhoort die stem|m[e] mijns screyens | [D]ie | here heeft verhoort mijn | bede hi heeft mijn gebet | ontfanghen [A]lle mijn | vianden moeten hem sca|men ende seer warden | ghestoort si moeten om|ghekeert werden ende sca|men hem seer snelliken | [G]loria si den vader ende|. p.9: linksboven: [l]c sal di geuen verstan|denis ende ic sal di leren | inden wech daer du in | selte gaen ende i[c sal] mijn | oghen op di vesten [e]n | wilt niet werden als een | paert of als een mu|le daer gheen verstande|nis in en is [I]n een | halster ende in een brey|del bedrucke hoer wan|. p.12: linksonder: vrede en is in minen ghe|beente van tiegenwoer|dicheit mijnre sonden | [W]ant mijn boosheden sij | mij hoeft bouen ghega|en ende op mi beswaert | als een swaer last [M]ij | litteiken sijn veruulet | ende verdornen van tiegen|woordicheit mijnre on| wijsheit [O]nsalich ben |. Aantekeningen. (1) Tekst: p.1: Psalm 6, vs 2 en 3; p.4: Psalm 6, helft van vs 9, verder vs 10 en 11; p.9: Psalm 32, vs 8 en 9; p.12: Psalm 38, helft van vs 4 tot en met vs 6. (2) Polain veronderstelt dat hier van een misdruk sprake is op grond van de slechte kwaliteit van het perkament. (3) Voor de lombarden zijn geen representanten geplaatst; de rubricering ontbreekt. (4) Zie p.110, 131, 137, 141, 143. Analyse. Druk: eenzijdige druk, proefdruk. Formaatmaken: ongevouwen vel. Letter. Materiaal: perkament. Ontwerp: lettrijn ontbreekt, lombarde ontbreekt, rubricering ontbreekt. Zetten: regeleinde onregelmatig. Literatuur. B. Kruitwagen OFM, ‘Bestaat er verband tussen de pseudo-Costerianadrukkerij en het Utrechtse universiteits-plan van 1470?’, in: Het Boek 30, 1949-51, p.321-337, speciaal p. 324. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Folium 44 recto van: Speculum humanae salvationis, dat speghel onser behoudenisse. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA 1572. Uitsnede.aant.Haarlem, Frans Halsmuseum, geen signatuur. Inhoud. f.1r: blanco. f.1v: Dit is die prologhe vander speghel onser behoudenisse | [S]Oe wie ter rechtuaerdicheit vele menschen | leren sellen blechen alse sterren in die ewi|ghe ewicheden. Hier om est dat ic ... etc. f.4r: Dit is die tafel vande capittelen | [D]At ierste capittel is vander sceppinge der hemelen | ende aertrijcs. der engelen ende der menschen ende alle ... etc. f.5v: houtsnede: | [H]ler beghint dat speghel der | menscheliker behoudenisse O| ... etc. f.60r: ...re heylichste lichaem O yheesu laet ons al|so leuen dat wij in dinen tempel moghen | bliuen amen | psalmus M xlv Act.ijij Matheus xxi. Volgen nog twee blanco folia. Aantekeningen. (1) Het afbijtsel onderaan de tweede kolom moet veroorzaakt zijn door het verschuiven van het frisket, dat dus blijkbaar al zeer vroeg gebruikt wordt. (2) De rechterkant van de eerste kolom is vrijwel regelmatig, die van de tweede kolom daarentegen niet. Men kon de regel wel enigszins uitdrijven, maar dit was blijkbaar nog niet dwingend, zoals het spoedig wordt. Het beeld heeft hierdoor nog een kenmerk van de codices; zie 9 en 11. (3) Zie p.12, 110, 132, 152, 153. Analyse. Druk: afbijtsel, wit omhooggekomen. Letter. Ontwerp: twee kolommen. Zetten: regeleinde onregelmatig. Literatuur. Over de prototypografie bestaat een grote literatuur. Men zie hiervoor de Catalogus der bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels; registers. Voor de oudste techniek zie: J.W. Enschedé, ‘Typographische opmerkingen over eenige Nederlandsche incunabelen’, in: Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen 1, 1903, p.83-98. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 Folium 38 recto van: Speculum humanae salvationis, dat speghel onser behoudenisse. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA 1572. Uitsnede.aant.Haarlem, Frans Halsmuseum, geen signatuur. Aantekeningen. (1) De omgekeerde titel onder de eerste kolom is waarschijnlijk in verband te brengen met de omstandigheden waaronder het boek tot stand kwam; zie p.133. (2) Het wit onderaan de tweede | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kolom is met letter opgevuld; de moet ervan is zichtbaar. (3) Zie 4, aant.2 (4) Zie p.12, 110, 132, 133. Analyse. Druk: blinddruk, wit omhooggekomen. Letter. Ontwerp: twee kolommen. Zetten: regeleinde onregelmatig, titel omgekeerd. Literatuur. Zie 4. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 Folium 4 recto van: Speculum humanae salvationis, dat speghel onser behoudenisse. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA 1572.aant.Haarlem, Frans Halsmuseum, geen signatuur. Aantekeningen. (1) Het wit na de bovenste regel is met letter opgevuld, de moet ervan is duidelijk zichtbaar. (2) Voor de lombarde is ruimte opengelaten, zonder dat een representant is geplaatst. (3) Het hele zetsel is scheefgezakt. (4) Aan de onderkant is door het kooiraam een moet ingedrukt. (5) Zie voor blinddruk bij postincunabelen de volgende, door M.E. Kronenberg in het tweede deel van NK gegeven opsomming: aantekeningen over blinddruk bij 2244, 2282, 2337, 2343, 2642, 2750, 3143, 3203, 3244, 3253, 3262, 3312, 3322, 3436, 3587, 3738, 3739, 3758, 3783, 3846, 3923, 3999, 4031, 4043, 4069, 4109. (6) Zie p.12, 16, 110, 132. Analyse. Druk: blinddruk door letteropvulling, moet door kooiraam. Letter. Ontwerp: lombarde ontbreekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 Folium 2 recto van een diploma van een 24-regelige Donaat. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA633, Kronenberg, Contributions 6338, p.26, GW8734.aant.Haarlem, Frans Halsmuseum, fragment, geen signatuur. Collatie. 4o: [1-2]8, 16ff. Inhoud. ff.1-11 ontbreken. f.12r: ...|mus legitis legunt Preterito imperfecto legebam legebas lege|bat et pluraliter legebamus legebatis. f.13v, r.23: ... cum | auditum erit vel fuerit Infinitivo modo sine numeris et personis tempore praesenti | Folium 14 en vlgg. ontbreken. Aantekeningen. (1) 7 laat met 8 zien dat de eerste Nederlandse drukkers het probleem van het insluiten en registermaken snel en goed te boven zijn gekomen. De kromme regels op het perkament, die wel eens geweten worden aan een slecht formaatmaken, blijken veroorzaakt door het trekken van het perkament, dat in een boekband verwerkt geweest is. (2) In de linkermarge is de lombarde A door een rubricator met de hand ingetekend. (3) De rechtermarge is onregelmatig, omdat de regels nog niet door middel van fijnere spaties konden worden uitgevuld, maar aan het eind werden opgevuld. (4) Zie p.10, 12, 16, 131. Analyse. Druk: register goed. Letter. Materiaal: perkament. Ontwerp: lombarde getekend. Zetten: regeleinde onregelmatig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 Folium 2 verso van een diploma van een 24-regelige Donaat. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA633, Kronenberg, Contributions 6338, p.26, GW8734.aant.Haarlem, Frans Halsmuseum, fragment, geen signatuur. Aantekeningen. (1) Zie 7, aant.1. (2) De doorslag van de verso-pagina 7 is rechtsboven zichtbaar. Men lette op het bijzonder goede register. (3) De rechtermarge is onregelmatig; zie 7, aant.3. (4) Zie p.10, 12, 16, 131. Analyse. Druk: register goed. Letter. Materiaal: perkament. Ontwerp. Zetten: regeleinde onregelmatig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9 Recto van het tweede blad van: AElius Donatus, Des .viij. parties doraison. Nederlandse prototypografie, Utrecht? s.d. CA615a(III).aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Alblas-Van Someren 214, Rariora Bqu66. Beschrijving. Fragment van een verkorte Donatustekst in kwarto, omvattende folia 1, 2, 7 en 8 van een geheel dat 8 bladen telde. Folium 2 verso en 7 recto tellen 30 regels; de overige 29. Initialen in rood getekend; de Q op folium 1 recto is vier regels hoog; de 7 andere Q's, passim ingevoegd, 2 regels hoog. Op folium 1 recto, 7 recto en 8 verso een rood rubriekteken. Alle gedrukte hoofdletters rood doorstreept. De tekst is op verschillende plaatsen met de pen in zwarte inkt verbeterd, meestal op rasuur. Inhoud. f.1r, r.1: [Q]Vuantes parties doraison sont .viij. quelles le nom | lepronom leuerbe laduerbe. le participe. la coniuncti|on. la preposicion la interiection. De ces .viij parties | doraison quatre en ya qui se declinent et quatre qui | ne se declinent ... f.2v, r.27: [Q]Vest pronom cest vne partie doraison qui est mise en lien de | prope nom et receipt certame personne o qualite finie ou | Quantes choses luy aduenent vi. quelles qualite genre nombre figu|re personne case Quantes qualites de pronom sont deulx quelles la finie |. Hierachter ontbreken: ff.3, 4, 5 en 6. f.7r, r.1: legis Et e bref deuant ris et deuant re es verbes passifs | communs et de ponens comme legeris vel legere. la quarte | ha J long deuant re ou preunt (lees: present: n omgekeerd) et ou preterit imperfaict temps de lindica|tif meuf es verbes.f.8v, r.26: imperfaicte. Quantes choses lui aduiennent vne quelle significion tant seul|lement Quantes significions de interieccion sont quatre quelles ioye comme | euax doleur comme heu admiration comme pape pours at ac | ast Et si plus en ya elles sont semplables Et sic est finis |. Aantekeningen. (1) De regel wordt nog niet uitgedreven om de haak te vullen, maar wordt opgevuld aan het einde. Correctie is, wanneer een regel eenmaal op deze wijze is uitgevuld, bijzonder moeilijk; ze wordt daarom met de pen in de druk zelf aangebracht, zoals dit ook in de codices gebeurde, op de volgende manieren. (a) Op rasuur: het niet gewenste wordt uitgekrast en eventueel vervangen, r.5 van onder af geeft o.a. een voorbeeld van rasuur bij het woord careo. (b) Door expungeren: dwz. door punten te zetten onder datgene van de tekst wat men niet gebruiken wil. Zo staat in r.13 het woord Deuant twee keer; de expungering staat onder het eerste woord. (c) Door de correctie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zonder meer bij te schrijven: r.12-13: con|le wordt con|ple. (2) De gaten in het perkament zijn ontstaan door het gebruik ervan als schutbladen. (3) De druk is gerubriceerd. (4) Zie p.10, 12, 131, 132, 148. Analyse: Correctie: correctie bemoeilijkt door vaste vorm, pencorrectie, correctie op rasuur. Druk. Letter. Materiaal: perkament. Ontwerp: rubricering. Zetten: vaste vorm. Literatuur: L. Dorez, L'ars minor de Donat; traduction française, reproduite en facsimilé d'après l'incunable unique de l'Université d'Utrecht, Paris 1890. (H. de la Fontaine Verwey), Florilège du livre français imprimé aux Pays-Bas, s.l. 1954. B. Kruitwagen OFM, ‘Bestaat er verband tussen de pseudo-Costerianadrukkerij en het Utrechtse universiteits-plan van 1470?’, in: Het Boek 30, 1949-51, p.257-270, waaraan de bovenstaande beschrijving ontleend is (p.260-261). G. Zedler, Von Coster zu Gutenberg, (Leipzig 1921), p.87-94, 140. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10 Folium 18 recto van: Franciscus de Zambarellis, Repetitio super capitulo Perpendimus de sententia excommunicationis. (Johannes Veldener, Leuven) c.1474. CA1788, Kronenberg, Contributions p.112.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat. Kronenberg 282, 110C1. Collatie. 2o: [1-2]10 [3]8, 28 ff. Inhoud. f.1r: tabel: [I]N repetitione .c. perpendimus. de sententia ex dominus franciscus de zamba|rellis iuris vtriusque doctor. f.2r, r.31: Quomodo tollitur excommunicatio ... f.2v: blanco. f.3r: [P]Erpendimus Difficilis in ... etc. f.27v, r.10: dixi. Plura alia queri possent sed per promissa aperitur via ad omnia | Laus et gloria sit indiuidue trinitati Amen. Repetitum per me franciscum | de sambarellem iuris vtriusque doctorem ... | ... | Finis inest operi. pie me facias deus vti. f.28: blanco. Aantekeningen. (1) De rubricering in de tekst is met de hand. (2) De noten in de marge zijn met rood gedrukt; het zetsel zal daartoe afgedekt zijn bij het met twee kleuren inkten en drukken. De volgorde, of rood dan wel zwart eerst afgedrukt werd, kon niet worden vastgesteld. (3) Door het plooien van het vel onder de zware druk van de degel is het afbijtsel ontstaan. (4) Onregelmatig regeleinde, door de moeilijkheden bij het uitdrijven van de regel, die dus opgevuld werd. (5) Het kromtrekken in de linkerbovenhoek is een gevolg van de opname en heeft met de druk niets te maken. (6) Zie p.12, 131, 153. Analyse. Druk: afbijtsel, roodzwart-druk. Letter. Ontwerp: randnoten, rubricering, rubrieken getekend. Zetten: regeleinde onregelmatig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11 Kopij voor folium 15 recto van: B. Bernardus, De consideratione ad Eugenium papam. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA263.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Cat.Hss.157, Eccl.57, antea 286p. Hs.2C6. Aantekeningen. (1) Voor de druk zie 12. (2) Voorbeeld van het gebruik van een codex als drukkerskopij. (3) Onderaan de hier gereproduceerde pagina, in de afbeelding weggesneden, heeft de copiist voor de rubricator met een representant aangegeven wat deze bij de overgang van een onderdeel van de tekst moet invullen: ‘explicit liber secundus. Incipit liber tercius.’ (4) Rechtsboven is een ingekraste formaatsignatuur 13a geplaatst. In de druk gaat de pagina over aan het eind van r.4 rechter kolom der kopij. (5) Zie p.12, 94, 95, 98, 99, 104, 109, 131. Analyse. Handschrift: codex, kopij. Kopij. Materiaal: perkament. Ontwerp: initiaal in codex, twee kolommen, penwerk, rubricering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 Folium 15 recto van: B. Bernardus, De consideratione ad Eugenium papam libri V. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA263.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Alblas-Van Someren 119, G2o 293.2. Collatie. 2o: [1-5]8, 40 ff. Inhoud. f.1: blanco. f.2r: Incipit liber primus beati bernardi de consideratione ad eugenium papam | [S]Vbit animum dictare aliquid quod te papa beatissime euge|ni vel edificet vel delectet vel consoletur. f.7v, r.8: Explicit liber primus beati bernardi de consideratione. Incipit secundus. f.15r, r.4: Explicit liber secundus beati bernardi de consideratione. Incipit tercius. f.22r: Explicit liber tercius beati bernardi de consideratione. Incipit quartus. f.29r, r.6: Explicit liber quartus beati bernardi de consideratione. Incipit quintus. f.39r, r.14: Explicit liber quintus beati bernardi | De consideratione ad eugenium papam. f.39v en 40: blanco. Aantekeningen. (1) Voor de kopij zie 11, aldaar ook aant. 4. (2) De twee kolommen van de codex komen als een gesloten pagina in de druk. (3) Op de plaats waar de lettrijn moest komen, zette de copiist de zg. representant, waarmee hij de rubricator te kennen gaf welke letter deze diende in te vullen. Deze gewoonte werd door de drukkers, die immers mechanisch een codex schreven, dikwijls overgenomen, met dien verstande, dat de representant, zoals hier het geval is voor de F, dan dikwijls gedrukt wordt. De initiaal werd daarna met de hand ingevuld. (4) Varianten tussen kopij (kol.b.) en druk:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) Zie p.12, 14, 15, 99, 109, 110, 118. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: kadas, lettrijn, penwerk, representant gedrukt, rubricator, rubricering, rubrieken getekend. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 Kopij voor folium 11 recto van: Thomas de Aquino, Tractatus de divinis moribus... etc. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA1669, Kronenberg, Contributions p.108.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Cat.Hss.297, Eccl.279, antea 282b, f.16 recto, Hs.4G14. Aantekeningen. (1) Zie voor de definitieve druk 14, voor een ander deel uit deze kopij en de druk ervan 15 en 16. (2) De copiist begint met boven aan het begin ihs maria te schrijven. Deze gewoonte, die nogal eens voorkwam, werd uit de aard der zaak niet door de drukkers overgenomen. (3) De paginering rechtsboven is van later tijd. De pagina heeft rechtsonder een oude binderssignatuur b4. (4) In r. 8 is een correctie con in de marge aangebracht: gratulatione wordt dus congratulatione. (5) Men lette op de overeenkomst in ontwerp tussen kopij en druk. (6) Duidelijk is bij de lombarde S de representant ſ te zien. (7) Naast de laatste regel is een v-vormig teken overdwars ingedrukt; dit is de moet van een formaatsignatuur die op de versozijde van dit folium staat. (8) Zie 11, aant. 2. (9) Achter de titel heeft de rubricator het wit opgevuld om een gesloten bladspiegel te krijgen. (10) Het regeleinde is in dit handschrift onregelmatig. Dit komt bij vroege drukken ook veelvuldig voor. De van deze kopij vervaardigde druk heeft echter het probleem van het op de juiste wijze uitvullen van de regel overwonnen; zie 14. (11) Voor de verhouding tussen kopij en druk zie 14, aant. 4. (12) Zie p.9, 12, 14, 94, 98, 99, 104, 109, 113, 131. Analyse. Handschrift: codex, copiist, correctie in codex, incipit in codex, kopij. Kopij. Ontwerp: lettrijn, onderstreping als rubricering, regeleinde opgevuld, rubricering, rubrieken getekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14 Folium 11 recto van: Thomas de Aquino, Tractatus de divinis moribus... etc. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA1669, Kronenberg, Contributions p.108.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Alblas-Van Someren 727, F2o 172.2. Collatie. 2o: [1-4]8, ff30. Inhoud. f.1r: blanco. f.1v: Incipiunt capitula libri sequentis. f.2r: Incipit tractatus beati thome de aquino de diuinis moribus; Deus immutabilis est. f.2v: Bonum deo placet. f.3r: Deus preuidet omnia; Deus paciens est. f.3v: Iusticia dei; Discretio dei; Paciencia dei. f.4r: Liberalitas dei. f.4v: Placabilitas dei; Misericordia vel sufficientia dei. f.5r: Compassio dei. f.5v: Largitas dei; Discretio dei. f.6r: Iustum indicium dei. f.6v: Veritas dei. f.7r: Deus non est personarum acceptor. f.7v: Cura dei de creaturis. f.8r: Equanimitas dei. f.8v: Deus non querit commodum suum. f.9r: Deus omnia bene fecit. f.9v: Benignitas dei; Misericordia dei; De conformatione anime ad deum; Oratio; In omnibus non possimus deum ymitari. f.10r: Explicit tractatus beati thome de aquino de diuinis moribus. f.10v: Incipiunt capitula tractatus sequentis. f.11r: Incipit tractatus beati thome de aquino de beatitudine; Primum principale cognitionis per deum Caput 1. f.11v: Secundum principale cognitionis ad deum; Tercium principale cognitionis propter deum. f.15r: Caput secundum. Primum principale dilectionis per deum. f.15v: Secundum principale dilectionis ad deum. f.16r: Tercium principale dilectionis propter deum. f.21v: Capitulum tercium. Primum principale fruitionis per deum; Secundum principale fruitionis ad deum. f.22r: Tercium principale fruicionis propter deum. f.24v: Capitulum quartum. Primum principale vnionis per deum; Secundum principale vnionis ad deum. f.25r: Tercium principale vnionis propter deum. f.27r: Caput quintum. Primum principale laudis per deum. f.27v: Secundum principale laudis ad deum; Tercium principale laudis propter deum. f.28v: Capitulum sextum. Primum principale gratiarum actionis per deum. f.29r: Secundum principale gratiarium actionis ad deum. f.29v: Tercium principale gratiarum actionis propter deum; Capitulum vij. Primum principale congratulationis per deum. f.30r: Secundum principale gratulationis ad deum; Tercium principale congratulationis propter deum. f.30v: Explicit deuotus tractatulus beati thome de aquino de cognitione. amo|re. fruitione. vnione. laudatione. gratiarum actione et congratulatione | anime beate. ff.31 en 32: blanco. Aantekeningen. (1) Voor de kopij zie 13; voor een andere pagina uit deze druk en de kopij ervan zie 15 en 16. (2) Men lette op de overeenkomst in ontwerp tussen kopij en druk. (3) Zie 13, aant.9. (4) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Varianten tussen f.16 recto van de kopij en f.11 recto van de druk:
(5) Zie p.9, 12, 14, 15, 99, 109, 110, 118. Analyse. Druk. Ontwerp: lettrijn getekend, lombarde getekend, onderstreping als rubricering, penwerk, representant gedrukt, rubricering, rubrieken getekend, titel. Zetten: regeleinde regelmatig. Literatuur. B. Kruitwagen OFM, ‘Bestaat er verband tussen de pseudo-Costerianadrukkerij en het Utrechtse universiteits-plan van 1470?’, in: Het Boek 30, 1949-51, p.321-337. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15 Kopij voor folium 12 verso van: Thomas de Aquino, Tractatus de divinis moribus...etc. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA1699, Kronenberg, Contributions p.108. Uitsnede.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Cat. Hss.297, Eccl.279, antea 282b, Hs.4G14. Aantekeningen. (1) Voor de definitieve druk zie 16; voor een ander deel uit deze kopij en de druk daarvan zie 13 en 14. (2) De plaatsing van de formaatsignatuur heeft moeilijkheden veroorzaakt, omdat eenzelfde woord (magis) in twee regels vlak boven elkaar voorkomt. De zetter heeft toen hij in het eerste magis de aanwijzing voor de formaatsignatuur moest zetten, zich vergist en de streep een regel lager in het tweede magis aangebracht. Hij moet zijn fout direct bemerkt en hersteld hebben, en moest toen dus de juiste plaats markeren. Daarom plaatste hij vóór het eerste magis nog een teken. (3) In de kopij krassen van omvangberekening, op de afbeelding niet te zien. (4) De kopij, welke evenals 11 geleend was uit een kloosterbibliotheek, is voorzichtig behandeld en de signaturen zijn grotendeels nauwelijks meer zichtbaar, omdat ze werden uitgeveegd. (5) De formaatsignaturen geven het folium binnen het katern in de druk aan, en niet de plaats binnen de vorm. Zo zijn de recto-pagina's voorzien van het woord, respectievelijk de getallen: prima, 2a, 3a, 4a etc.; de verso's krijgen een kras of visgraat in de marge. (6) Zie p.9, 12, 94, 95, 97, 98, 99, 104, 109. Analyse. Handschrift: codex, copiist, correcties in codex, kopij. Kopij: formaatsignatuur verplaatst. Ontwerp: onderstreping als rubricering, rubricering, rubrieken getekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 Folium 12 verso van: Thomas de Aquino, Tractatus de divinis moribus... ect. (Nicolaes Ketelaer & Gerard de Leempt, Utrecht) c.1473. CA1669, Kronenberg, Contributions p.108. Uitsnede.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Alblas-Van Someren 727, F2o 172.2. Aantekeningen. (1) Voor de kopij van deze pagina zie 15; voor een ander deel uit deze kopij en de druk ervan zie 13 en 14. (2) Zie de aantekeningen sub 15. (3) De overgang midden in een woord aan het einde van een pagina komt in dit boek bij uitzondering hier voor. (4) Zie p.9, 12, 99, 109, 110, 118. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: onderstreping als rubricering, rubrieken getekend. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 Proefdruk voor folium 9 verso van: Johannes de Ligniano, Tractatus de pluralitate beneficiorium ecclesiasticorum. (Johannes de Paderborn de Westfalia, Leuven) c.1475. CA1038. Uitsnede.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat. Kronenberg 167, 110C1, 1recto. Collatie. 2o: 1-210, 20 ff. Inhoud. f.1: blanco. f.2r: Tractatus de pluralitate | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
benefici|orum ecclesiasticorum editus per domi|num Joannem de Ligniano iuris vtri|usque doctorem in vrbe tunc excellen|tissimum: iussu sanctissimi in christo | patris et domini domini vrbani di|uina prouidentia pape quinti postea | canonizati: feliciter incipit. f.6v: Explicit tractatus magistri ac domini | domini Joannis de Ligniano vtri|usque iuris doctoris ... f.7r: Responsio ac decisio questionis quod | libetice: famatissimo magistro ac do|mino domino Guilhelmo bont in scolis | artistarum florentissime vniuersitatis | Louaniensis sub hac verborum forma | proposite Jncipit feliciter. f.19v, laatste regel: ... Explicit. f.20: blanco. Folium 1 recto is niet, zoals in de overige exemplaren, blanco, maar bedrukt met een proefzetsel voor de tekst van 9 verso. Aantekeningen. (1) Voor de definitieve druk zie 18. (2) De proefdruk staat op f.1 recto, een pagina die blanco behoort te zijn, zoals in andere exemplaren dan ook het geval is. Deze druk van f.9 verso had normaal moeten staan op een diploma waarop ook f.2 recto gedrukt was. De afwijking kan verklaard worden als wij rekening houden met de zuinigheid van de drukkers met hun papier. Wij mogen weliswaar aannemen dat de proefdrukken van de verschillende pagina's meestal getrokken werden in de normale combinatie op de diploma's waarin ze ook na de correctie in de druk verschenen. Bij het drukken van één pagina per keer was het gevolg dat elk plano viermaal op de pers kwam en viermaal ter correctie moest worden gezonden. Dan kan in dit geval één van de twee proefbladen, waarop achtereenvolgens gedrukt waren ff.2 recto, 2 verso en 9 recto door een ongelukje niet meer ter beschikking geweest zijn voor het drukken van de proef f.9 verso. Gezien het corrigeren met pen en inkt behoeft ons zo iets niet te verwonderen. Daarop is dan één van de twee proeven van f.9 verso getrokken op het nog beschikbare, misschien niet gecorrigeerde, blad met de proef ff.2 recto, 2 verso en 9 recto en daarop ook gecorrigeerd, en de tweede proef, die ongecorrigeerd gebleven is, werd getrokken op een nieuw blad en wel op de plaats van f.1 recto, waarop geen tekst stond. Een aanwijzing voor het drukken met twee pagina's, zoals Kronenberg 167 hier in meent te zien, is dit geval juist niet. (3) De proefpagina is uit de aard der zaak niet gerubriceerd. (4) Varianten tussen proefdruk f.1r en druk f.9v:
In de druk wordt in kol.a, r.37 het woord ratione (roe) toegevoegd, en daarom wordt in de vorige regel ingelopen door de spelling te variëren: minus wordt minus; im| wordt impo|. De onderkast s in het woord sed (kol.a, r.39) in de proef wordt Sed in de druk; de ruimte, die voor het gebruik van deze kapitaal nodig is, wordt verkregen door in te zetten als in. Ook kol.b, waarvan het betreffende deel hier is gereproduceerd wordt uitgedreven door verandering in spelling. De zetfout scieudum wordt gecorrigeerd. (5) Zie p.110, 141, 143. Analyse. Druk: druk per pagina, proefdruk. Letter. Ontwerp: twee kolommen, rubricering ontbreekt. Proefdruk. Zetten: inwinnen, uitdrijven. Literatuur: M.E. Kronenberg, Catalogus van de incunabelen in de Athenaeum-bibliotheek te Deventer, Deventer 1917, p.75, nr 167. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 Folium 9 verso van: Johannes de Ligniano, Tractatus de pluralitate beneficiorum ecclesiasticorum. (Johannes de Paderborn de Westfalia, Leuven) c.1475. CA1038.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat. Kronenberg 167, 110C1. Aantekeningen. (1) Voor de proef van deze pagina zie 17. (2) De druk is gerubriceerd. (3) Zie aantekeningen bij 17. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: twee kolommen, rubricering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19 Folium 2 recto van: Epistelen ende ewangelien vanden gheheelen iaere. (Gerard Leeu, Gouda) 1477, op die pinxterauont, 24 mei. CA686. Lettertype 1.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 170E16. Collatie. 2o: [1]10 [2-17]8, ff.[1]1-72 74-137[1]. 138ff. Inhoud. f.1: blanco. f.2r: Hyer beghinnen alle die episte-|len ende ewangelien vanden ghehee-|len iaere die een na den anderen | volghende: ende oec mede die pro|phecien ghenomen wt der bibelen | volmaectelijc ende gherechtelijck | ouer gheset wt den latine in goe-|den duytsche. ghelikerwijs alsmen | houdende is inder heiligher kercken. f.112v, kol.a, r.8: Hier eynden ende gaen wt | die epistelen ende die ewangelien | vanden gheheelen Iaer vander tijt | Ende hier beghinnen die ewange|lien ende die epistelen vanden ghe-|heelen iaer vanden heylighen. f.138r, r27: Dit is voleyndet intiaer ons heren | M.cccc ende lxxvij op die pinxter | auont: laus deo in altissimo. Aantekeningen. (1) Het eerste door Gerard Leeu gedrukte boek. (2) Lettertype 1 van Gerard Leeu. (3) Het regeleinde is nog bijzonder onregelmatig. In 20 blijkt de moeilijkheid van het uitdrijven van de regel, waarschijnlijk mede dank zij een regelmatiger letter, opgelost te zijn. (4) Het cijfer I onderaan de tweede kolom geeft het folium aan. (5) Voor de lettrijnen worden geen representanten geplaatst. (6) Zie p.9, 13, 14, 15, 118, 131. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: foliëring, twee kolommen, lombarde getekend, lettrijn, onderstreping als rubricering, penwerk. Zetten: regeleinde onregelmatig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 Laatste pagina van: Jacobus de Voragine, Legenda aurea, winterstic vanden Passionael. Gerard Leeu, Gouda 1478, 31 Juli. CA1755. Lettertype 2.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 170E17.I. Collatie. 2o: A10, a10-8-i10 k10 l10-8-r10 r8∫10 s6 t-v10 u-z8 et8 us8, 2a8, ff. [3]1-73 75-188 191-265[1], 268 ff. A3 is gemerkt A1, A4 is gemerkt A2, A5 is gemerkt A3. 133 is gefolieerd 134, 98 is gefolieerd 93. Inhoud. A1: blanco. A2r, kol.a: [D]It is die tafel van desen teghen-|woerdighen boec datmen hiet | dat winter stuc vanden passionael: | In welcke tafel men vinden mach | der heylighen legenden die haer feest | daghen comen tusscheu alre heyli-|ghen dach ende paeschdach. A2v, kol.b, r.23: Van sinte dirc die abt Clxxxix | lager: Explicit tabula | lager: GL. A3r, kol.a: Hier beghint dat prologus van dat | passionael ende is gheheten in latijn | aurea legenda dat beduut in duut|sche die gulden legende | [L]Anghe tijt hebbe ic ghe-|weest versocht. ende seer | ghebeden om wt te latijn | in duutsche te maken een boec dat-|men in latijn hiet aurea legenda. | dat beduut in duutsche. gulden le-|gende ofte dat passionael. A3v, kol.b. r.14: explicit: voer een cleyne sonde | lager: Die legende van alle den heyli-|ghen. ende waer om dat desen | hoechtijt gheordineert is te vie-|ren inder heyligher kercken. A4r: tekst: [A]Lre heylighen | dach was ghe|ordineert om | vier saken | Eerst om een | tempel die ghe-|wyet was | Ten anderen. om te verhalen dat. a1r, kol.a: incipit: om laten Ende als hi die misse ghe-|daen hadde. 2a7v, kol.b, r.17: explicit: sijn lichaem vander aerden verheuen heeft | lager: colofon: Bider gracien goods is hier vol-|eynt. dat winterstic vanden possio-|nael. bi mi gheraert leeu ter goude | in hollant Anno domini M.cccc.|lxxviij. den lesten dach van Iulio |. 4rr. lager, in rood, drukkersmerk I van Gerard Leeu. Aantekeningen. (1) Regeleinde regelmatig; zie 19, aant.3. (2) Lettertype 2 van Gerard Leeu. (3) Onderaan de tweede kolom colofon. (4) De geschreven datering 1478 is van latere hand. (5) Onderaan de tweede kolom het eerste drukkersmerk van Leeu; Haebler, Typenrepertorium, type I. (6) De tweede kleur werd gedrukt nadat een deel van het zetsel met een los liggend vel papier of perkament was afgedekt. Deze techniek brengt de moeilijkheid met zich mee, dat de afdekking gemakkelijk verschuift en zo tot opdragen van de inkt kan leiden op daarvoor niet bestemde delen van het zetsel. Dit is het geval aan de rechterzijde van de eerste kolom. (7) Zie p.9, 13, 14, 110, 118, 153. Analyse. Druk: rood-zwartdruk. Letter. Ontwerp: colofon, drukkersmerk, twee kolommen, rubricering. Literatuur. H.W. Davies, Devices of the early printers 1457-1560; their history and development; with a chapter on portrait figures of printers, London 1935, p.194-195, nr 7. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21 Folium e1 recto van: Gemmula vocabulorum cum addito. Gerard Leeu, Antwerpen (14) 86, 23 augustus. CA788. Lettertypen 4 en 5. Uitsnede.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150B44. Collatie. 8o: a8 b-y6 z8, A-N6O-P8, 236 ff. Inhoud. a1r: titel: [G]Emmula vocabu-|lorum cum addito: | diligenter reuisa et | emendata ... | (houtsnede). a1v: Prologus | [S]Vperioribus diebus varios prestantissimé ydi|omadis latini, magnificos floruisse videmus in|terpretes: Hugocionem, Papiam, Britonem, | ... praecipuos sibi deligere ... etc. a2r: De litera A ante B | (A)Prepositio. id est de |. P8r: Benedictus deorum deus vetus | Per quem perfecte liber est completus | § Finem hic accipit vocabulorum gemmula | cum addito diligenter emendata: atque de | verbo ad verbum per totum attente reuisa. In | mercuriali oppido Antwerpiensis, loco fa|matissimo impressa: per me Gerardum leeu | die xxiij. Augusti Anni lxxxvj. Ad lau| dem dei omnipotentis: quisit per infinita | seculorum secula benedictus Amen |. P8v: drukkersmerk. Aantekeningen. (1) Lettertype 5 van Gerard Leeu, met één regel uit type 4 als titel. (2) De druk is ongerubriceerd. (3) Kadas (menselijk gezicht) in de initiaal; zie 12. (4) Zie p.10, 13, 110, 117, 118. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: initiaal, kadas, rubricering ontbreekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22 Folium c5 recto van: Falconia Proba, Centones Virgilii, vetus et novum continentes Testamentum. Gerard Leeu, Antwerpen 1489, 12 september. CA737. Lettertypen 3 en 8. Uitsnede.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150B61. Collatie. 6o: a-d6 e2, 26 ff. Inhoud. a1r: blanco. a1v: Prologus. | Iacobus Canter Frisius Ursule virgini docte sorori sue S.P.D. | (S)Olent plerique etate nostra maxime quotiens aliquid in publicum ede-|re volunt homines praecipuos sibi deligere ... r.31: explicit: ...|menda. Ex antwerpia tricesima Iulij. a2r: Probe coniugis adelphi Centona | Virgillij vetus et nouum continens | testamentum incipit feliciter. e2r: colofon: Probe coniugis Adelphi centona | virgilij vetus et nouum continens testa|mentum feliciter finit Impressum | in mercuriali opido antvverpiensi | per me Gherardum leonis anno domini | M.cccc.lxxxix. xij. die Septembris. e6v: staarttitel: Centona virgilij vetus et nouum | continens testamentum. Aantekeningen. (1) Type 8 met glossen in lettertype 3 van Gerard Leeu met interlinie. (2) Uitgang bovenaan de pagina, een zg. hoerejongen, later nadrukkelijk aan de zetter verboden. In codices wordt door de rubricator zulk een regel aangevuld; zie 13 en p.113. (3) De rubrieken zijn in zwart gedrukt; de rubricering in rood is verder met de hand aangebracht; ook de lombarden zijn ingevuld. (4) Zie p.13, 113, 118. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: lombarde getekend, rubricering, rubrieken gedrukt, uitgang. Zetten: interlinie. Literatuur. P.M. van Cleef Jzn, Handboek ter beoefening der boekdrukkunst in Nederland, voorafgegaan van eene beknopte geschiedenis dezer kunst, Hilversum s.d., p.67. C. Schook, Handboekje voor letterzetters, boekdrukkers en correctors; tweede deeltje, ook tot afzonderlijk gebruik ingerigt, Gorinchem (na 1854), p.39-40. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23 Titelpagina van: Breviarium Windeshemense, pars aestivalis. Gerard Leeu, Antwerpen 1488, 15 october. CA367. Lettertype 6.aant.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F12. Collatie. 8o: 2a8 2b10, 1A-K8, 2A8, 1L-N8, a-c8 d10 e-k8 110 m-r8 r8 ∫8 s-x8 y6, 3A6, 330 ff. F4 is gesigneerd E4, I3 is gesigneerd I2, K3 is gesigneerd K2. Inhoud. 2a1r: titel: Breuiarium secundum | ordinem regularium capi|tuli vvindechimensis. 2a1v: blanco. 2a2r: De aduentu | [A]Duentus domini proxi-|ma dominica post ... 2a7r: Ianuarius habet dies xxxi. 2b1r: xvij c xij Benedicti abbatis ix. lectiones. 2b1Or, r.25: einde: de etiam in dominica. A-K8: geheel gelijk aan het overeenkomstige deel in 24. 2A8: geheel gelijk aan het overeenkomstige deel in 24. L-N8: geheel gelijk aan het overeenkomstige deel van 24. a1r: In vigilia pasche Ad versus antifone | Alleluia alleluia. psalmus. Laudate domino omnes | gentes. l10r, kol.b, r.29:...|bus piscibus. l10v: blanco. m1r: Incipit commune sanctorum tempore pas-|chali de vno martire ad vespe|ras. n1r: Collecta | [D]Eus qui conspicis quia nos. y6v, kol.b, r.29: einde: tecum fulgebat | § Finit breuiarium regularium | bene et diligenter correctum: Ant-|vverpie impressum per me Gerar|dum leeu Anno domini M.cccc.|lxxxviij. xva die octobris: |. y6: blanco. Aantekeningen. (1) Lettertype 6 dat bij Gerard Leeu uitsluitend in deze gedetermineerde druk voorkomt. (2) Zie p.13, 110, 111, 118, 132. Analyse. Druk: blinddruk door letteropvulling. Letter. Ontwerp: titelpagina. Literatuur. Zie 24. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24 Titelpagina van: Breviarium Windeshemense, pars hiemalis. Gerard Leeu, Antwerpen 1488, 15 october. CA367. Lettertype 7.aant.aant.Oxford, Bodleian Library, Auct.1.Q.VI.21. Collatie. 8o: 2a8 2b10, 1A-K8, 2A8, 1L-N8, 2a-g8 2h4(h4+χ1) 2k-2n8 206, 1-38 410, 260 ff. Inhoud. 2a1r: titel: Breuiarium secundum ordinem regularium | capituli windechimensis. | (houtsnede). 2a1v: blanco. 2a2r: De aduentu | [A]Duentus domini proxi-|ma dominica post. 2a7r: [KL] Januarius habet dies .xxxi. 2b1r: xvij c xij Benedicti abbatis ix lectiones. 2b10r: einde:... de eo etiam in dominica. 2b10v: blanco. A1r: Dominicis diebus jnuitatorium. B1r: tribuat salutem donet et nobis pi|etate patris. K8v, kol.a, r.28: einde:...|pore secli Amen. K8v, kol.b: blanco. 2A1r: Ab octaua pasche vsque ad as|censionem domini ad versus ymnus. L1r: De apostolis in simplici-|bus festis ad versus Antifone et psalmi fe|riales. L2r: facta eius intellexerunt psalmus | Exaudi deus orationem. M1r: eorum psalmus Exultate iusti aut | Beati. N8v, r.29: nomine domini. Qui fecit celum et | terram. 22a1r: Dominica prima in aduentu ad | vesperas antifone et pars ferialis. capitulum | [S]Obrie et iuste. 22b1r: glorificatus es: Elongasti omnes | terminos... 2h4r, r.30:...|dus diei et estus. χ1r: Feria quinta Lectio prim[a]. χ1v, r.28: Sequitur dominica in septuagesima 2i1r: Dominica in sexagesima. 206v, kol.a, r.13: ex morsu despoliatur Cetera | vt supra. 206v, kol.b: blanco. 11r: In vigilia beati andree Lec-|tio prima... 21r: nostris versus Hodie concepta est | beata. 410r, r.3: vera. requirere seruatij episcopi. | Explicit pars hyemalis breui|arij regularium Impressa ant-|vverpie per me Gerardum leeu. | Anno domini m.cccc.lxxx|viijo mensis octobris die xv. 410v: blanco. Aantekeningen. (1) Lettertype 7 dat bij Gerard Leeu uitsluitend in deze gedetermineerde druk voorkomt. (2) Zie p.13, 15, 110, 111, 118. Analyse. Druk. Illustratie: houtsnede. Letter. Ontwerp: titelpagina. Literatuur. B. Kruitwagen OFM, ‘Het Breviarium Windeshemense, Antwerpen, Gerard Leeu, 1488, 15 October’, in: Het Boek 3, 1914, p.193-202. De bovenstaande beschrijving en die bij 23 zijn hieraan ontleend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25 Folium b4 verso van: Ludolphus de Saxonia, Tboeck vanden leven ons heeren Ihesu Christi. Gerard Leeu, Antwerpen 1487, 3 november. CA1181, Kronenberg, Contributions p.93. Lettertype 4.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171E39. Collatie. 2o: a-b8 c-f6 g8 h-z6 et6 us6, A-L6, 2a-o6, 306 ff. 2d3 is gesigneerd 2e3. Inhoud. a1r: titel: § Tboeck vanden leuen ons heeren ihesu christi. | (houtsnede: Ego sum via veritas et vita). a1v: § Dit is die tafel vanden eersten boeck | Ludolphi des carthusers van den leuen | ons heeren ihesu christi mit haer capit|telen. a2v, kol.b, r.27: § Hier eyndt die tafel vanden eersten | boecke vanden leuen ons heeren Ende | hier volcht nae die titel vanden seluen | boecke, ende wat daer in gheschreuen is. | ende hoe daer in gheprocedeert werdt. a3r: § Die titel van desen boecke. | (T)En lone gods almach|tich. ende ter eeren der reyn|der ioncfrouwe maria | der moeder ihesu chris-|ti, ende tot leeringhe heyl | ende salicheyt alre kersten menschen | Soe begint hier een sonderlinge waer|dich precioes ende seer profitelijc boeck | onder alle boeken dienende den men-|schen om salich te werden ende ten eewe|ghen leuen te comen. Ende is ghetroc-|ken ende ghetranslateert vten boeck | des deuoten ende gheleerden mans Lu-|dolphi vander carthuser oerden,... Ende is ghe-|heeten dat boeck vanden leuen ons he|ren ihesu christi onse salichmaker. O6r, kol.b: colofon: § Tot loue gods ende tot heyl ende sa-| licheyt alre kersten menschen so is hier | voleynt dat eerwaerdighe boec van-|den leuen. passie. verrisenisse ende glorio-|se opuaert ons heeren ihesu christi twelck | gheprint is in die zeer vermaerde coop|stadt Tantwerpen bij mij Gheraert | de leeu woenende in die selue stadt in | sinte Marcus naest onser vrouwen | pant Int iaer ons heeren mcccc|lxxxvij. den derden dach in nouember. | (drukkersmerk). 206v: blanco. Aantekeningen. (1) Lettertype 4 van Gerard Leeu. (2) Leeu wordt door het gebruik van een houtsnede die niet onder één of twee kolommen past gedwongen tot zijn eigenaardige ontwerp. Zie voor een andere oplossing in ditzelfde boek 26. (3) Zie p.9, 13, 14, 15, 113, 118. Analyse. Druk. Illustratie: handgekleurd, houtsnede. Letter. Ontwerp: twee kolommen, lombarden getekend, onderstreping als rubricering, rubricering, rubrieken getekend. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur. W.M. Conway, The woodcutters of the Netherlands, Cambridge 1889, p.56. L. Indestege, ‘Tboeck vanden leven ons heeren Iesu Christi; facsimile-druk van de houtsneden met inleiding’, in: De Gulden Passer 29, 1951 (Uitgaven van de Vereeniging der Antwerpsche bibliophielen, tweede reeks, nummer 3). F. Schauwers, ‘De incunabeltijd; I, historisch overzicht’, in: De Gulden Passer 20, 1942, nrs 3 en 4, p.117-207, speciaal p.204-205, reproductie tegenover p. 192. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
26 Folium 2h1 recto van: Ludolphus de Saxonia, Tboeck vanden leven ons heeren Ihesu Christi. Gerard Leeu, Antwerpen 1487, 3 november. CA1181, Kronenberg, Contributions p.93. Lettertype 4.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171E39. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit dit werk zie 25. (2) Lettertype 4 van Gerard Leeu. (3) Zie 25, aant.2. (4) De hoog geplaatste signatuur moest bij het zetsel aansluiten. (5) Zie p.9, 13, 14, 15, 113, 118. Analyse. Druk: binderssignatuur. Illustratie: handgekleurd, houtsnede, houtsnede doorgezaagd. Letter. Ontwerp: twee kolommen, onderstreping als rubricering, rubrieken getekend. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27 Folia k1 verso en k2 recto van: Jordanus de Quedlinburg, Meditationes de vita et passione Ihesu Christi. Gerard Leeu, Antwerpen 1488, 20 november. CA1048, Kronenberg, Contributions p.89. Lettertype 9.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F13. Collatie. 8o: a-o8, 112 ff. h gesigneerd: b. Inhoud. a1r: titel: Meditationes iordani de | vita et passione ihesu cristi | (houtsnede). a1v: blanco. a2r: § Ad laudem omnipotentis dei | glorioseque virginis matris eius | marie: incipit hic. O8r: Exercitium deuotissimi | fratris Iordani de vita et | passione et resurrectione | Ihesu christi. ad laudem | dei completum est iu mercu| riali oppido antwerpiensi | Per me Gerardum leeu. | Anno domini M.cccc.lxxxviij | xx. die mensis nouembris. O8v: blanco. Aantekeningen. (1) Lettertype 9 van Gerard Leeu. (2) Voor een herdruk zie 28. (3) Zie p.13, 14, 15, 118, 133. Analyse. Druk. Illustratie: handgekleurd, houtsnede. Letter. Ontwerp: rubricering, rubrieken getekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28 Folia k1 verso en k2 recto van: Jordanus de Quedlinburg, Meditationes de vita et passione Ihesu Christi. Gerard Leeu, Antwerpen 1491, 10 november. CA1050. Lettertype 9.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F19.1. Aantekeningen. (1) Voor een andere opening uit deze druk zie 29. (2) Lettertype 9 van Gerard Leeu. (3) Herdruk van 27; de varianten in de spellingswijze zijn zeer karakteristiek voor de vrijheid van de zetters. (4) De notitie in inkt k2 is een binderssignatuur. (5) Zie p.13, 15, 118, 133. Analyse. Druk: binderssignatuur geschreven. Illustratie: houtsnede. Letter. Ontwerp: rubricering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 Folia d8 verso en e1 recto van: Jordanus de Quedlinburg, Meditationes de vita et passione Ihesu Christi. Gerard Leeu, Antwerpen 1491, 10 november. CA1050. Lettertype 9.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F19.1. Collatie. 8o: a-o8, 112 ff. Inhoud. a1r: titel: Meditationes iordani | de vita e passione ihesu | christi | (houtsnede). a1v: blanco. a2r: § Ad laudem omnipotentis dei |. O8r: Exercitium deuotissim i | fratris jordani de vita et pas|sione et resurrectione je|su christi: ad laudem dei | completum est jn mercu-|riali opido anwerpiensi. | Per me Gerardum leeu. | Anno domini M.cccc.xcj. | decima die mensis No|uembris |. O8v: blanco. Aantekeningen. (1) Voor een andere opening uit deze druk zie 28. (2) Lettertype 9 van Gerard Leeu. (3) De uitgang van een regel waarvoor op de linkerpagina geen plaats meer was, is bovenaan de rechterpagina gezet; zie daarover 22, aant. 2. (4) Zie p.13, 14, 15, 113, 118. Analyse. Druk: binderssignatuur. Illustratie: houtsnede. Letter. Ontwerp: onderstreping als rubricering, rubricering, rubriek gedrukt, uitgang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30 Titelpagina van: Die glose ofte exposicie opten psalm Miserere mei. Gerard Leeu, Antwerpen 1491, 2 december. CA847. Lettertype 12.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F20.2. Collatie. 8o: a-e8, 40 ff. Inhoud. a1r: titel: § Die glose oft exposicie opten | psalm. Miserere mei deus secundum | magnam misericordiam tuam | (houtsnede). a1v: dezelfde houtsnede, doch nu in een kader geplaatst. a2r, gesigneerd a: § Hier beghint een seer deuote | glose oft expositie op den psalm | Miserere mei deus Daer die hey|lighe prophete Dauid by exempel | van hem seluen alle sondaren in | verwect tot penitencyen. ende tot | kennissen harersonden ende misda| daden. ende seyt aldus |. d1r: § Een ander deuote expositie oft | glose opten seluen psalm Miserere, e1r, r.13: Hier beghint dien deuoten psalm | gheheten De profundis metter glozen. e3v, r.17: § Item noch een profitelike lerin|ghe om te cryghen berouwe ende ver-|ghiffenisse van alle sonden|. e8v, r.7: Hier is voleyndt een seer nota- |bel boecxken. geprent tantwerpen|bi my Gheraert leeu Int iaer ons | heren M.cccc. ende xci. den tweden da-|ghe in decembri|. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit deze druk zie 31. (2) Lettertype 12 van Gerard Leeu. (3) Bij vergelijking met 31, waar de linkerpagina het verso vormt van de hier getoonde titelpagina, blijkt dat dezelfde houtsnede werd gebruikt met en zonder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
losse lijst. (4) De linkerpagina is de laatste van CA1077, Jaspar Laet van Borchloen, Almanack pro xiij annis, dat in hetzelfde bandje gebonden is; een goed voorbeeld van doorslag. (5) Zie p.13, 15, 110, 111, 118. Analyse. Druk: doorslag. Illustratie: handgekleurd, houtsnede. Letter. Ontwerp: onderstreping als rubricering, rubricering, rubriek gedrukt, titelpagina. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31 Verso van de titelpagina en folium a2 recto van: Die glose ofte exposicie opten psalm Miserere mei. Gerard Leeu, Antwerpen 1491, 2 december. CA847. Lettertype 12.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F20.2. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit deze druk zie 30. (2) Zie 30, aant.3. (3) Lettertype 12 van Gerard Leeu. (4) Zie p.13, 14, 15, 110, 117, 118. Analyse. Druk: binderssignatuur. Illustratie: handgekleurd, houtsnede. Letter. Ontwerp: initiaal, onderstreping als rubricering, rubricering. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32 Folium a3 recto van: S. Bonaventura, Soliloquium. Adriaen van Liesvelt, Antwerpen (14)94. CA341.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150F32.1. Collatie. 8o: a-h8 i6, 70 ff. Inhoud. f.a1: blanco. f.a2r: houtsnede. f.a2v: blanco. f.a3r: Hier beghint een seer sonderlinghe | deuoet boecxken sprekende van dic | vier inwendighe oefeninghen der sie|en. dwelck. f.a3v: [D]Ie apostele sinte pauwels | scrijft tot dien van ephesien | Ic bughe mijn knien totten | vadere ons heeren ihesu christi |. f.66, i2r: (H)ier eyndet een deuoot boexken vanden vier | inwendighen oeffeninghen der zielen welc |... is gheprint in die ver-| maerde coop stadt van Antwerpen. by my | Adriaen van liesvelt Anno .xciiij. f.66v, i2v: § Een profitelike leeringhe. om te gecrighen | berouwe ende vergiffenisse van sonden | [S]oe wie wilt ghesuyuert werden | van sinen sonden... etc. f.70v, 16v: houtsnede: daarnaast: Ons heere seyt claghen-|de tot den mensche in | aldus danigher ma-|nieren hier na volghen|de: et cetera | Ic ben scone men mint my niet |... r.16: werde ghi dan verdoemt en witet mi niet |. Aantekeningen. (1) Van Liesvelt gebruikt na de dood van Gerard Leeu diens type 11 als type 1. (2) Een dergelijk apart staand incipit kan als binnentitel beschouwd worden. (3) Zie p.9, 4, 110, 118, 141. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: binnentitel, rubricering, titelpagina. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33 Ordinancie des geldes van Deventer, Campen, Zwolle ende Groninghen. (Peter van Os van Breda, Zwolle 1488, kort na 27 oktober). CA1334.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat.Kronenberg 207, 100F8. Inhoud. f.1v, kol.a: Dit is de ordinancie des goldes gheordineert | na den enckelde golden rijnsche gulden |. f.1v, kol.b: (D)It is die ordinancie | des payments gheset | nader ordinancie van | den silueren penninck | die die .xx. enen rijns-|. f.2r, kol.b, r.29: Item dese ordinancie des geldes als hier | bescreuen staet hebben ouerdraghen: Deuenter | Campen. zwolle ende Groninghen mit rade | mijns ghenadighen heren van vtrecht. te hol-|den bi alsulcken pene als si ouercomen zijn |. Aantekeningen. (1) Gedrukt op dorso van 34. (2) Voorbeeld voor het gebruik van makulatuur. (3) De plaats van de grote initiaal D in de tweede kolom, waar die ordinancie van den silueren penninck begint, is opvallend. Wanneer de drukker echter de grote letter bovenaan de eerste kolom, die alleen de ordinancie des goldes bevat, geplaatst zou hebben, zou een klein gedeelte van de tekst op de tweede kolom hebben moeten staan. Dit wilde de drukker blijkbaar vermijden. (4) Niet in Haebler, Einblattdrucke. (5) Zie p.12, 117. Analyse. Druk. Formaatmaken: plano. Letter. Ontwerp: initiaal, vier kolommen, plano. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
34 Proefdruk van een vorm van vier pagina's van: Epistelen ende Evangelien mitten sermonen vanden gehelen iaer. Peter van Os van Breda, Zwolle 1487, Driekoningenavond. CA697.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat. Kronenberg 108, 100F8. Aantekeningen. (1) Voor de definitieve druk zie 35. (2) Folia r1 verso, r2 recto, r7 verso en r8 recto. (3) In afwijking met het door Mej. Kronenberg in de Catalogus Deventer sub 108 medegedeelde, is hier geen sprake van een proefdruk voor CA699, maar voor CA697. (4) De vorm is verkeerd in formaat gebracht. De pagina beginnend met luttel dat is behoort te staan op de plaats van de tegenovergestelde pagina, welke met le Begheert die welcke begint. Deze laatste pagina is dan ook folium Cxxxi recto. De foliëring was goed aangebracht en dus niet bij het zetten van de pagina, maar bij het formaatmaken. Bij de correctie werd de vergissing opgemerkt en er werd opnieuw formaat gemaakt. Bij het overbrengen van de pagina, beginnend met luttel dat is, waarin veel wit voorkomt, is toen het grootste deel van het zetsel in pastei gevallen, zoals blijkt uit vergelijking met 35. (5) Rubricering ontbreekt in deze proefdruk uit de aard der zaak. (6) De foliëring correspondeert met een achterin geplaatst register waarbij de aanwijzing staat: ‘Hier eyndet die tafel vanden epistelen ende euangelien vanden gehelen iaer ende vanden hilighen. ende men salt getal soeken dat bouen op de blader getekent is’. (7) Varianten tussen proefdruk en druk. (a) Houtsnede-pagina: r.1, omgekeerde g wordt rechtgezet; r.5, Episiel wordt Epistel. (b) Pagina in de definitieve druk gefolieerd Cxxxi, beginnende met le Begheert: foliëring in de druk, geen varianten. (c) Pagina gefolieerd Cxxv: geen varianten. (d) Pagina in de proef gefolieerd Cxxxi, beginnende met luttel dat is:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) Zie p.9, 12, 15, 110, 137, 141, 143, 146. Analyse. Druk: proefdruk. Formaatmaken: verkeerd insluiten, ongevouwen vel. Illustratie: houtsnede. Letter. Makulatuur. Ontwerp: foliëring, rubricering ontbreekt. Proefdruk: verkeerd insluiten, rubricering ontbreekt. Zetten: pastei. Literatuur. M.E. Kronenberg, Catalogus van de incunabelen in de Athenaeum-bibliotheek te Deventer, Deventer 1917, p. 50, nr 108; met reproductie achterin. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35 Folium r7 verso van: Epistelen ende Evangelien mitten sermonen vanden gehelen iaer. Peter van Os van Breda, Zwolle 1487, Driekoningenavond. CA697.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171G96. Collatie. 8o: a-g8 h6 i-p8 q6 r-s8(-s7, 8) t8 v8 u6 x-z8 et8 us6, A-D8 E-I6-8, 2a6, 272 ff. $2 ongemerkt, $3(-2a3) gemerkt $2, 2a3 gemerkt 2a3, e3 gemerkt C2, k1 en k2(=k3) resp. gemerkt b1 en b2. Inhoud. a1r; titel: Dit sijn die duytsche epistelen ende euan|gelijen mitten figuren doer den gantsen iaer | (houtsnede). a1v: houtsnede. a2r: Hier beghinnen al die Epistelen ende euangelien | mitten sermonen vanden gehelen iaer die een naden | anderen volghende: ende oec mede die prophecien ge-|nomen vter bibelen volcomelike ende recht ouergeset | vten latijn in goeden duutschen: alsmen houdende is | inder heiligher kerken. 16r, r.9: ghe geest. Amen | Hier einden die epistelen ende die euangelien mit|ten sonnendaechschen sermonen vanden gehelen | iaer ende vanden heiligen. Ende sijn geprent te zwolle | inden stichte van vtrecht Int iaer ons heren. m.|cccc.lxxxvij. bi mi peter van os opter heiligher | drie coninghen auont | (drukkersmerk). 16v: houtsnede. 2a1r: Hier begbint die tafel van desen teghenwoerdi|ghen boeck. 2a6v, r.25: Hier eyndet die tafel vanden epistelen ende euange|lien vanden gehelen iaer ende vanden hilighen. ende men | salt getal soeken dat bouen op de blader getekent is |. Aantekeningen. (1) Voor de proefdruk zie 34. (2) Zie p.9, 12, 146. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: lombarden getekend, rubricering, rubrieken getekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
36 Staarttitel van: AEsopus Grcus per Laurentium Vallensem traductus. Jacob van Breda, Deventer c.1490. CA32.aant.Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Alblas-Van Someren 6, Rariora E4o215.3. Collatie. 4o:a6, 6 ff. Inhoud. a1r: § Aesopus grcus per Laurentium vallensem tradu|ctus incipit fliciter Prologus Epistolaris | Laurentius vallensis insigni viro Arnoldo fouelled salutem; r.24: Ex vrbe Cageta Ca|lendis Maijs Millesimoquadringentesimo tricesimo oc-|tauo. | § De vulpe et capro fabula prima | [V]ulpes et Caper sitibundi: in puteum quendam descen-|derunt. In quo cum perbibissent: circumspicienti redi|tum capro vulpes ait... a6v: Esopus grecus per Lauren|tium vallensem traductus | (houtsnede).Aantekeningen. (1) Een zg. staarttitel, dwz. titel achterin het boek. (2) Bovenaan lezersnotities. (3) De smet van letter in de rechtermarge is ontstaan, doordat de gedrukte vellen, na het afdrukken nat op elkaar zijn gelegd. (4) Zie p.10, 15, 110. Analyse. Druk. Illustratie: houtsnede. Letter. Notitie: notitie van de gebruiker. Ontwerp: staarttitel, titelpagina. Smet: smet door vouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
37 Folia 70 verso en 71 recto van: Johannes (Heynlein) de Lapide, Resultorium dubiorum circa celebrationem missarum occurrentium. Richard Pafroedt, Deventer 1493. CA1035.aant.Deventer, Athenaeumbibliotheek, Cat. Kronenberg 166, 47E11. Collatie. 8o: a-d8 e4 f-i8 k4, 72 ff. Inhoud. a1r: titel: Resultorium dubio|rum circa celebrationem missarum occurren|tium: per venerabilem dominum Joannem de lapi|de doctorem Theologum parisiensem: or-|dinis Cartusiensis: ex sacrorum canonum | probatorumque doctorem sententijs diligen-|ter collectum.| § Summa dubiorum in hoc opere reso| | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lutorum.| Clxvj. a1v: blanco. a2r: Summarium. b4r: Finis Summarij. b4v: Capitulum .j.| § Incipit tractatus dubiorum ac difficultatum cir|ca officium misse. b5r: Capitulum .j.| § Prefatio. k3r: einde: § Resolutorij dubiorum circa celebratio-|nem misse occurrentium: per Richardum paf|roedt Dauentrie impressi. ad laudem dei Fi|nis. Anno domini M.c.c.c.c.xciij. k3v en k4: blanco. Aantekeningen. (1) In de marge zijn door de rubricator rubrieken bijgetekend, terwijl ze binnen de bladspiegel gedrukt zijn. (2) De linkerpagina toont in de linkerbenedenhoek een van de andere zijde van het blad doorschemerende geschreven binderssignatuur k2. (3) De notitie van de rubricator onderaan f.71 recto luidt: ‘Rubricatum per me fratrem Iohannem Tiremonis 1500 | Tiburcj et susanne martyrum die. Hammone’-Hamm in Westfalen? (translitteratie in Cat. Kronenberg; correcties van prof. dr. J.F. Niermeyer, Universiteit van Amsterdam). (4) Zie p.12, 14, 110. Analyse. Druk. Letter. Notitie: notitie van de rubricator. Ontwerp: colofon, sprekende hoofdregel, rubricering, rubrieken getekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38 Folium e6 recto van: Quattuor novissima. Jacob van Breda, Deventer 1494, 6 december. CA1307, GW7511, Kronenberg, Contributions p.98.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171G37. Collatie. a-g6h8, 50 ff. Inhoud. a1r: titel: Quattuor nouissima cum | multis exemplis pulcherrimis. et de terroribus mortis cum | eterne beatitudinis gloria | (houtsnede). a1v: blanco. A2r: [M]Emorare nouissima | tua et in eternum non peccabis. h7v, r.7: § Finiunt exempla de gaudijs regni celorum. | Et aliorum trium nouissimorum. Impressa Da|uentrie. per me Iacobum de Breda. Anno domini |M.cccc.xciiij. sexta mensis Decembris. h8: blanco. Aantekeningen. (1) Zie 39 en 40. (2) GW7510 en GW7511 lopen in katern a bijna parallel, met kleine verschillen in het aantal woorden per pagina waarvan 7510 meestal enkele meer heeft; zij eindigenhetkatern gelijk. In f.b2 recto wijkt de zetter van GW7511 echter zo zeer af van een, kennelijk gedrukte, kopij die hij wil volgen, dat misverstaan moet voorkomen worden door de waarschuwing ‘Hic nihil deficit’. Toch blijkt uit het uiteengaan in andere katernen dat de verhouding tussen deze drukken niet die van kopij en nazetsel is. Ook de ingewikkelde fout die op 38 weergegeven wordt wijst in een andere richting. Veeleer moet er een gemeenschappelijk uitgangspunt vóór deze drukken liggen. Dit hoeft er echter niet onmiddellijk aan voorafgegaan te zijn. De gang van zaken wordt hier weergegeven met de woorden van L.A. Sheppard, die wèl direct verband aanneemt: ‘A more serious mistake in his copy he failed to deal with so successfuly. In the edition of 1494, by an error of imposition the last page of a quire, e6 verso, contains the text of f5 verso. The error was noticed before the printing of quire f was begun, for the first page of quire f continues the text correctly from e6 recto, and the printer contrived to squeeze in a note of two lines at the foot of e6 recto immediately preceding the mistaken passage, directing the reader to pass it over and go on to the next page beyond it. It runs (with contractions and abbreviations resolved) as follows: ‘Item. Columna quae in dorso huius pagine cum vertitur non est legenda quia abundat sed sequens immediate scilicet prima dicta f cuius annectitur sententia sic incipiens. corporis.’ ‘Corporis’ is in fact the first word on leaf f1 recto. The second compositor, following his copy until he came to this note, happened at that point to have reached only the third line of his page (fol.30 recto). He then introduced a large woodcut representing the Descent of Christ into Limbo, printing above it an extension of the usual formula, ‘Hic nihil deficit preter contemplationem legentis et aduertentis’, and thus completely filled his page. But instead of following the direction contained in the note to ignore the text of e6 verso of the edition from which he was printing, he proceeded to set up his next page by beginning with the last seven lines of the cancelled page, before going on to the text of f1 of his copy. The result is the interpolation of seven lines of text which properly belong on 35 verso and are there correctly printed. It remains only to add that the Gesamtkatalog has not elucidated the relationship of the two editions and has assigned to the reprint a date a year earlier than the edition from which it was printed.’ (3) Zie p.14, 134. Analyse. Druk. Letter. Notitie: notitie van de drukker (gedrukt). Ontwerp: lombarde getekend, rubrieken getekend en gedrukt. Literatuur. L.A. Sheppard, ‘Printing at Deventer in the fifteenth century’, in: The Library, fourth series, volume 24, p. 101-119, speciaal p.115-117. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39 Folium E6 recto van: Quattuor novissima. Jacob van Breda, (Deventer) s.d. CA 1306a(II), GW7510, Kronenberg, Contributions p.98.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171G36. Collatie. 4o: A-G8-4 H6, 50 ff. Inhoud. A1r: titel: Quattuor nouissima cum | multis exemplis pulcherrimis. et de terroribus mortis cum eter|ne beatitudinis gloria. | (houtsnede). A1v: zelfde houtsnede als A1r. A2r: [M]Emorare nouissima | tua et in eternum non peccabis. H5r, r.37: § Finiunt exempla de gaudijs regni celorum. Et aliorum | quattuor nouissimorum. H5v: blanco, evenals H6. Aantekeningen. (1) Zie 38, aant.2. (2) Deze houtsnede wordt ook gevonden in: Ludolphus de Saxonia, Tboeck vanden leven ons heeren Ihesu Christi, CA1181. (3) Zie 25 en 26 en p.15, 110, 134. Analyse. Druk. Illustratie: houtsnede. Letter. Notitie: notitie van de zetter (gedrukt). Ontwerp: lombarde gedrukt, rubricering ontbreekt. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40 Folium E6 verso van: Quattuor novissima. Jacob van Breda, (Deventer) s.d. CA 1306a(II), GW7510, Kronenberg, Contributions p.98. Uitsnede.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 171G36. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deze druk zie 39. (2) Zie 38, aant.2. (3) Zie p.110, 134. Analyse. Druk. Letter. Ontwerp: rubricering ontbreekt, rubrieken gedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
41 Folium c4 recto van: Die kuere van Zeelandt. (Govaerd Bac, Antwerpen) c.1497.CA1075, Polain 2413.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150C2. Collatie. 8o: a10 2a-f8 g6, 64 ff. f1 gesigneerd f3, f3 gesigneerd f6. Inhoud. a1r: titel: Die kuere van zeelandt. a1v: blanco. a2r: § Tafele vander kueren. statuten ordinancien poin-|ten ende articulen also wel vander policie ende regimen|te als vand er amministratien ende beleyde vander iu-|sticien vanden lande van zeelant. Dewelke ghe| deelt staen in vijf capittelen daer of die tafele van-|den eersten capittele hier na volgende es. a1ov: blanco. 2a1: blanco. 2a2r: aanvang van de tekst: (P)Hilips van gods genaden | Eertshertoghe van Oestrijck hertoge van Bour| goyngen van Lotharingen van Brabant van Steyr van | Kerinten van Crain van Limborch van Lucen-|borch ende van Ghelre. Graue van Habsburg van | Vlaenderen van Tijrol van Artoys van Bour|goyngen Paltsgraue ende van Henegouwe. 2a4v: § Teerste capittel vander kuere van zeelandt is | sprekende ende begrijpende... g4r, r.12: allen. Ghegeuen in onse stadt van bruessel inde | maent van ougst Int iaer ons heeren duyst vier| hondert viue ende negentich. § Aldus gheteekent | Bij mijnen heere den ertshertoge. Ghij mijn hee-|ren van Nassou. prince van chymay. g6r, r.15: explicit: de. Ghedaen den dach ende iaer als bouen. g6v: drukkersmerk. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit deze druk zie 42. (2) Een deel van het zetsel is nadien gebruikt om wit op een pagina uit het volgende katern op te vullen. Dit is echter pas geschied nadat se goedaen (in regel 3 van onder) op de pers gecorrigeerd was tot se goeden. (3) Zie 42, aant.2. en 3. (4) Zie p.110. Analyse. Correctie: correctie op de pers. Druk. Letter. Ontwerp: rubricering ontbreekt. Zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
42 Folium d7 verso van: Die kuere van Zeelandt. (Govaerd Bac, Antwerpen) c.1497. CA1075, Polain 2413.aant.Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 150C2. Aantekeningen. (1) Voor een andere pagina uit deze druk zie 41. (2) Om het vele wit op te vullen op deze pagina nam de zetter letter uit een pagina van een der vormen van het voorafgaande katern. Hij nam de onderste drie regels uit f.c4r (41) beginnende met: (a) se goedaen, (b) vooghdt, (c) haluen iare, en zette ze in 42 tegen de onderkant van het gereedstaande zetsel aan. Hierna nam de zetter de zes regels die boven deze drie stonden, beginnende met: (d) vrij heeft, (e) ambocht, (f) lossen, (g) de so wat, (h) lossen binnen, (i) uen es en plaatste ze onder de drie vorige. Dit herhaalde hij nog een keer met de volgende zes regels uit 41, die beginnen met: (j) heelen scote, (k) vrij staet, (l) ninghe, (m) van elck, (n) loep ende, (o) Ende also. De regels uit 41 komen in 42 dus in de volgorde (j-o), (d-i), (a-c). (3) De drukker inktte in een aantal exemplaren het opvullende gedeelte per ongeluk en drukte het af. (4) Polain 2413 noemt twee exemplaren waar het aanvullende zetsel wél werd afgedekt bij het drukken. (5) Zie p.110, 132. Analyse. Druk: correctie op de pers. Letter. Ontwerp: rubricering ontbreekt. Zetten: wit met letter opgevuld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43 Matrijzen van Hendrick Pietersz Lettersnider.aant.Haarlem, Stichting Museum Enschedé. Aantekeningen. (1) De bovenste twee vakjes bevatten matrijzen die aan Hendrick Pietersz Lettersnider worden toegeschreven. (2) Zie p.15, 118. Analyse. Drukkersmateriaal: matrijzen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
44 Ongevouwen vel van: Die passie ons liefs heren.? (Jan Seversz die Croepel?, Amsterdam) s.d. NK3680. Uitsnede.aant.Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Burger II, Ned. Inc. 296. Collatie. 16o:... C8..., 8+... ff. Inhoud. C1r, f.1r: tie des doots hoorde. Doe|ghinck... r.14: stoten, ende ghij en opendet |. f.2r: die min tooch v aenden cruce |... r.14: O heere v rechterhant wer-|. f.3r: den ende dat bloet liep ouer |... r.13: al-|lendich ende v heilige handen |. f.4r:[...]lect |... r.13:[...] Och |. f.5r: me [...]... r.14: end[...]. f.6r: woorden ende saghen v ley-|den... r.14: doe ghi ende v lieue moeder |.f.7r: ende dat cruys lach voor dij |... r.14: stont met also b[...] won-|. f.8r: doe mocht ghi wel segghen |... r.14: dat waren onse grete sonden | [...] Aantekeningen. (1) De stippellijnen op het schema geven de uitsnede van de afbeelding aan. (2) Verkeerd ingesloten en daarom als makulatuur in een boekband verwerkt vel. (3) Zie p.137, 141, 146. Analyse. Druk: proefdruk. Formaatmaken: verkeerd insluiten, ongevouwen vel. Letter. Makulatuur. Ontwerp: lombarde gedrukt, rubricering ontbreekt. Proefdruk: eenzijdige druk, verkeerd insluiten, rubricering ontbreekt. Literatuur. C.P. Burger Jr, ‘Nieuwe zestiendeeeuwsche vondsten; een fragment van een devoot boekje in zeer klein formaat’, in: Het Boek 11, 1922, p.321-328, speciaal p.321-324, reproductie tegenover p.328. |
|