gedwongen zijn, elkaar op het gebied van schuldenregeling en stabilisatie van het £ te vinden. Deze laatste is niet duurzaam mogelijk, zonder dat goederen weder in ruimere mate in het verrekeningsverkeer opgenomen worden. Ergo men zal moeten komen tot het wegnemen van de ergste handelsbelemmeringen: deviezenregelingen, contingenteeringen, invoerverboden, prohibitieve invoerrechten. De Amerikanen in de Commissie van Voorbereiding te Genève, aangesteld door Hoover en Roosevelt, maar niet namens hen sprekende, hebben erkend, dat de Vereenigde Staten zelve hun rechten moesten verlagen en meenen, dat de Regeering van Roosevelt het doen zal. Er zullen op dit gebied ontzaglijke moeilijkheden te overwinnen zijn, maar men zal moeten. Trip is met mij van meening, dat indien de besprekingen tusschen de schuldeischers en schuldenaren voldoende vorderen, de Wereldconferentie te Londen het kan brengen tot de opheffing van genoemde ergste handelsbelemmeringen, hetgeen het einde van de vertrouwenscrisis en het begin van nieuwe credietgeving zal beteekenen. Naar goederen zal een grootere vraag ontstaan en de prijsstijging zal ingeleid worden, ofschoon men geenszins verwachten moet, dat onmiddellijk een geweldige hausse zal ontstaan. In het bijzonder vestig ik Uw aandacht op de uitspraak van de Voorbereidingscommissie, dat voor de beperking van de tarwe-productie een afspraak tusschen de tarwe verbouwende landen noodig is.
Gij zijt het met mij eens, dat voor het behoud van ons land vermindering van de productiekosten boven alles noodig is. Echter gaat de geheele politiek der Regeering ten opzichte van den landbouw en den invoer daarentegen in. Waren de internationale vooruitzichten volslagen hopeloos, dan zou men zich thans ernstig moeten beraden, of en welke verandering men in de handelspolitiek moet aanbrengen. Het huidige oogenblik is daarvoor niet geschikt. Niemand kan zeggen, waar wij heengaan, wanneer de Wereldconferentie mislukt. Zeker zal het vooruitzicht dan buitengewoon somber zijn, doch zoolang de mogelijkheid bestaat, dat de geheele wereld en dus ook Nederland verlichting brengt, mogen geen maatregelen aangeprezen worden, die een bestendiging of verergering van de tegenwoordige politiek beteekenen. De deur moet zoo goed mogelijk voor terugkeer naar een vrijeren handel open gehouden worden. Het plan van een graanmonopolie, onder alle omstandigheden op grond van economische en moreele overwegingen te veroordeelen, is in hooge mate importuun. Wil de liberale partij die richting op om voor de verkiezingen bij de boeren stemmen te winnen, dan slaagt zij daar misschien in, maar dan heeft zij opgehouden, liberaal te zijn. Of zij een dergelijk zelfverraad wenscht, is haar zaak. Wij hebben de zaak van het economisch gezichtspunt te beschouwen en, van daaruit gezien, is het krankzinnig. Ik zelf zal daaraan, noch aan eenige politiek, die voortzetting van de tegenwoordige beoogt, mijn steun kunnen geven, terwijl ik onmiddellijk op zou houden, lid van de liberale partij te zijn.
Ik heb het bovenstaande eenigszins vluchtig neergeschreven, resp. gedicteerd. Ik hoop echter, dat mijn gedachtengang U duidelijk zal zijn. Intusschen staan wij waarschijnlijk aan den vooravond van vervroegde verkiezingen. Het lijkt mij, dat het aannemen van de motie-Boon de Regeering in een vrij sterke positie plaatst. Hoewel zij feitelijk voor de bezuiniging bitter weinig gedaan heeft en die slechts langs de lijn van den minsten weerstand