In de maanden Mei/Juli, die gewoonlijk de slechtste van het jaar zijn, verloren wij in 1931 een kleine ƒ 700.000, -. Daar in de eerste vier maanden van het jaar het ongunstige verschil met het vorige jaar ca. ƒ 200.000, - per maand bedroeg, meenen wij voor Mei/Juli wel op een bedrijfsverlies van ca. ƒ 700.000, - + 3 × ƒ 200.000, - = ƒ 1.300.000, - te moeten rekenen, waarbij nog de interestbetalingen ten bedrage van ca. ƒ 233.000, - komen. In aanmerking nemende, dat een maatschappij, als de onze, wel over een kas van ± ƒ 1 millioen als werkkapitaal moet beschikken, zal onze positie, voor zoover wij kunnen voorzien, tegen Augustus zeer gevaarlijk worden. De uitkomsten van het bedrijf zijn in die maand zeer wisselvallig, terwijl de laatste vier maanden des jaars de z.g. ‘goede’ plegen te zijn. Evenwel bedroeg in het afgeloopen jaar het totale overschot uit het bedrijf in de laatste vijf maanden van het jaar niet meer dan ƒ 1 millioen tegenover in 1930 bijkans het dubbele. Voor zoover wij den toestand thans kunnen beoordeelen, meenen wij niet op een overschot in de laatste vijf maanden van dit jaar te mogen rekenen. Wil de Regeering het dus mogelijk maken, het bedrijf der Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij voort te zetten, dan is ter dekking van bedrijfsverliezen en interestbetalingen verdere financiëele hulp van staatswege onontbeerlijk, maar wij zouden die bezwaarlijk in den vorm van geleend geld kunnen aanvaarden, daar wij daarmede de mogelijkheid van herstel van onze onderneming grootelijks zouden verzwakken, zoo niet afsnijden, en tevens de belangen van andere schuldeischers zouden benadeelen.
Dringend verzoeken wij Uwe Excellentie, in overleg met Uw ambtgenooten met spoed een besluit in gunstigen zin te nemen, waarbij wij aanteekenen, dat wij, zooals vanzelf spreekt, gaarne tot een bespreking beschikbaar zijn.
Wij veroorloven ons, een gelijkluidend schrijven tot Uw ambtgenooten van Economische Zaken en Arbeid, Koloniën, Buitenlandsche Zaken, Financiën en Waterstaat te richten.
Wij hebben de eer te zijn
met de meeste hoogachting
van Uwe Excellentie de dienstw. dienaren
De Directie der
koninklijke nederlandsche
stoomboot-maatschappij n.v.