Bijlage 5
8 September 1923
Brief aan de Minister van Koloniën
(vgl. p. 494)
Geven met verschuldigden eerbied ondergeteekenden, allen belanghebbenden bij Cultuurondernemingen in Suriname, het volgende te kennen.
De Koffie- en Cacaoplantages in Suriname hebben in de laatste decennia, één enkel oorlogsjaar uitgezonderd, nimmer een rendement opgeleverd evenredig aan de groote risico's, welke deze Cultures medebrengen; van eenige winst is slechts zelden sprake geweest.
In de laatste jaren heeft bijkans geen der plantages zijn exploitatiekosten kunnen dekken met den verkoopprijs zijner producten, en zijn er zeer aanzienlijke, in sommige gevallen noodlottige, verliezen geleden. De verdere prijsdaling van de koffie en de cacao op de wereldmarkt dreigt de verliezen in de naaste toekomst nog grooter te maken.
De ondernemingen in Suriname kunnen zich niet aan deze lagere verkoopprijzen aanpassen door verlaging der productiekosten,
1e. omdat de algemeene kosten als salarissen van leiders der bedrijven en het toezichthoudend personeel reeds zeer gering zijn en andere algemeene kosten reeds tot een minimum zijn beperkt of zelfs menigmaal onder een economisch minimum zijn gedaald;
2e. omdat de voor het bedrijf te betalen loonen, het belangrijkste deel der productiekosten, aan een wettelijk minimum gebonden zijn;
3e. omdat op de productiekosten drukken belangrijke betalingen aan het Gouvernement van Suriname, namelijk immigratiekosten en verschillende belastingen als geneeskundige belasting en het hoofdgeld.
Dientengevolge zullen vele der thans nog bestaande minder kapitaalkrachtige ondernemingen den strijd spoedig moeten opgeven en de lijst der ten onder gegane plantages (Boxel, Johanna Catherina, Morgenster, Vredenburg, de Vrede, Waterland, St. Barbara, Constantia, Caledonia, 't Lot en Klein Mocca), welke in de twee laatste jaren zijn gesloten, verlengen.
Ook de eigenaren der grootere en zelfs de grootste plantages zullen onder deze omstandigheden niet bereid zijn nog langen tijd deze ondernemingen in stand te houden.
Het is daarom, dat ondergeteekenden zich veroorloven aan Uwe Excellentie in overweging te geven de mogelijkheid te scheppen
1e. dat de loonen kunnen worden verlaagd. Op het tijdstip, dat de ver-