te werkloosheid? Maar die werkloosheid sloeg ook hard toe onder de hoedendragers, van wie er vele op de foto te zien zijn.
Overigens vraag ik mij, bij nader inzien, af of die foto wel van de jaren dertig dateert. De weinige vrouwen erop dragen namelijk cloches. Dat zijn klokvormige hoeden die nauw om het hoofd passen, als een soort badmuts. Die hoeden behoren tot de flapper age, en die valt samen met de jaren twintig, dus vóór de grote crisis van de jaren dertig.
De mensen op de foto zien er dan ook over 't algemeen monter uit, in overeenstemming met het optimisme dat dat decennium kenmerkte: na het verdrag van Locarno (1925) was duurzame vrede in het zicht, heel Europa herstelde zich ook economisch snel van de oorlogsellende, allerlei nieuwigheden woeien uit Amerika over.
Niet dat er in de jaren dertig, zelfs toen de werkloosheid opklom van onder de honderdduizend in 1931 tot bijna vijfhonderdduizend in 1936 (op een bevolking van ongeveer acht miljoen), niet ook vrolijkheid heerste. Het wordt wel eens vergeten dat de mensen die toen wèl werk hadden - en dat was toch nog altijd de meerderheid - vrij goed leefden.
Het waren in elk geval de jaren van de Uiver- en Pelikaanvluchten, van ‘we gaan naar Rome’, van Louis Davids en Lou Bandy, van de bonte-dinsdagavondtrein - evenementen waarmee honderdduizenden meeleefden, als ze er al niet aan meededen. En in september 1936 - de werkloosheid begon net wat te dalen - barstte de feestvreugde om de verloving van prinses Juliana uit.
Het is omstreeks die tijd dat de sociaal-democraten besloten zich aan te passen aan de gevoelens van de main stream: het koningshuis werd aanvaard, evenals de noodzaak van een nationale strijdmacht. Zo maakten zij zich langzamerhand aanvaardbaar als regeringspartij, wat ze dan ook in augustus 1939 - aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog - eindelijk werden.
Maar cultureel waren de arbeiders al veel langer onderdeel van burgerlijk Nederland. Bioscoop, radio en sport hadden barrières tussen hen en de burgerlijke cultuur weggenomen. Ook in de wijken waar het werkloosheidspercentage rond de 40 lag, hadden bijna alle gezinnen een radio en gingen velen geregeld