tiek die in feite al overal gevoerd wordt, óók door liberalen (die hun Verlichtingsidealen al lang kwijt zijn) en sociaal-democraten.
Alleen: de politieke partijen die in de praktijk zo'n conservatieve politiek voeren, weten dat vaak van zichzelf niet en, als ze het weten, schreeuwen ze het niet van de daken, maar verdoezelen ze het eerder. Waarom? Havenaar geeft in één zinnetje het antwoord: ‘De schijnwereld der idealen lijkt een onmisbaar houvast.’
Met andere woorden: in het democratisch stelsel, dat, zoals Havenaar zegt, zelf een produkt van het vooruitgangsdenken is, moeten de partijen, willen ze hun aanhang behouden, de illusie van vooruitgang blijven voeden, ook al geloven ze er zelf niet meer in. Die tegenstelling tussen praktijk en beleden ideaal kan de democratie wel eens gaan opbreken. De Partij van de Arbeid gaat er bijna te gronde aan. Het zijn sterke benen die zonder illusie kunnen leven.
Dat is één kanttekening die ik bij Havenaars betoog wil maken - een kanttekening die eerder een aanvulling op, dan een bestrijding van dit betoog is. Een andere kanttekening is deze: in een democratie waarin de partijen hun ideologische veren hebben afgeschud (om de term van Wim Kok te gebruiken) en het hun alleen maar te doen is om te sleutelen aan misstanden, zijn de fundamentele tegenstellingen verdwenen. Ook dat is, op den duur, de dood voor de democratie - want democratie betekent voortdurend debat, en zonder tegenstellingen geen debat.
In feite heeft de Nederlandse democratie die fase al bereikt. Er is een buitenlandse bezoeker voor nodig om je dit te doen beseffen. Een redacteur van The Economist was onlangs in ons land en rapporteert daar uitvoerig over in het nummer van 12 oktober. Hij is één en al verbazing: over de ‘roerloze politieke vijver’, over de ‘knusse consensus’, over de ‘nette, tamme en beschaafde’ manier waarop hier de politiek bedreven wordt.
‘Te mooi om waar te zijn?’, luidt dan ook de kop boven zijn artikel, maar dat vraagteken vindt amper weerklank in het artikel zelf, dat besluit met de opmerking dat Nederland een goede kans maakt op de titel van succesrijkste land van Europa.
Succesrijk, maar (in de ogen van de buitenlander) wel heel