Um den Schlaf gebracht
5 juli 1996
‘Denk’ ich an Deutschland in der Nacht, dann bin ich um den Schlaf gebracht. Deze bekende dichtregel van Heinrich Heine citeerde de president van De Nederlandsche Bank, dr. W. Duisenberg, onlangs in een rede die hij in het nieuwe Duitslandinstituut te Amsterdam hield, en zoals zovelen gaf ook hij aan deze regel een interpretatie die geen steun vindt in de rest van het gedicht.
Het is geen ondergangsstemming die de dichter, ver van het vaderland, wakker houdt; geen wanhoop over de toekomst van Duitsland. Nee, ‘Deutschland hat ewigen Bestand, es ist ein kerngesundes Land’. Het is eerder de gedachte aan zijn in Hamburg achtergelaten moeder, die hij vreest niet meer te zullen zien, die hem tot deze Nachtgedanken (zo heet het gedicht) drijft.
Duisenberg gebruikte de dichtregel, en zijn onjuiste interpretatie, om hun toepasbaarheid op de huidige toestand te bestrijden. Velen hebben een ‘nogal sombere visie’ op Duitsland, en meer in het bijzonder op zijn verhouding tot de Economische en Monetaire Unie (emu), maar hij, Duisenberg, was het daarmee ‘oneens’.
De boodschap diende eerder te zijn, zo zei hij aan het eind van zijn toespraak, dat de emu een ‘win-win’ - situatie is: ‘Vaste wisselkoersen in Europa zijn als het ware de kroonjuwelen van de Europese binnenmarkt, terwijl de door ons zo gewaardeerde monetaire stabiliteit niet op het spel komt te staan.’
Vooral dat laatste was een hele geruststelling, want in het begin van zijn rede had hij gezegd dat Duitsland bij de emu veel te winnen had - vooral in politiek opzicht -, maar ‘tegelijkertijd ook veel te verliezen, in het bijzonder wanneer, als gevolg van de emu, het Duitse klimaat van monetaire stabiliteit zou worden aangetast (dit laatste geldt overigens ook voor Nederland)’.