geweest te beschermen. Een beetje terughoudendheid was passender geweest.
Nu voel je schaamte alleen om wat jezelf of degenen met wie je je solidair voelt, gedaan of niet gedaan hebben. Blijkbaar voelde ik mij op enige wijze solidair met die Nederlandse soldaten. Als het andere soldaten waren geweest, zou ik alleen walging hebben gevoeld, geen schaamte. Dàt is mijn nationalisme.
Dat uit zich blijkbaar meer in het negatieve dan in het positieve. Als het Nederlandse elftal van Duitsland wint, vind ik dat ook wel leuk, maar meer omdat dan een klein land van een groot land wint dan omdat ik zo voor Nederland ben. Als België of Denemarken van Nederland wint, laat mij dit koud of denk ik soms zelfs: net goed.
Wat dat betreft is wat Carry van Bruggen het ene kernmerk van het nationalisme noemt: ‘De smaad van het land is de smaad van het Ik’ meer op mij van toepassing dan de keerzijde ervan: ‘Hoe groter, machtiger, welvarender, glorieuzer het land is, hoe meer betekent het daarvan een burger te wezen voor het aanzien van het individu.’
Nu zijn er de laatste tijd genoeg gelegenheden geweest om zich de ‘smaad van het land’ aan trekken. De blauwhelmen van Srebrenica zijn dan weliswaar officieel witgewassen, maar er blijft altijd iets van twijfel hangen. Trouwens, er zijn nog vragen onbeantwoord. In elk geval is het geen glorieuze pagina in onze geschiedenis geweest.
En of het buitenland helemaal overtuigd is van onze zelfverschoning? Dinsdag stond in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (die weinig foto's heeft) weer die foto van generaal Mladic en overste Karremans die het glas heffen na de overgave van Srebrenica, terwijl die gebeurtenis ruim drie maanden geleden had plaatsgevonden en de foto toen vele malen is gepubliceerd (onder andere in Time). Bovendien toonde de FAZ de foto buiten elke context, dus niet als illustratie bij een artikel over Srebrenica of Bosnië. Ook het onderschrift zinspeelde niet op iets actueels, zoals het rapport over Srebrenica, dat de dag tevoren verschenen was. Pure stemmingmakerij dus.
Ik zeg dit niet uit verontwaardiging, maar om aan te tonen dat het buitenland Nederland nog wel vaker zal herinneren aan