Anders dan bij het vorige fin de siècle, toen het mode was de zelfverzekerdheid van de bourgeoisie te ondermijnen, is het nu, honderd jaar later, niet zeker of er wel zekerheden zijn om ondermijnd te worden. Maar dit scepticisme heeft een boemerangeffect: door de criteria van alle rationele kritiek te ondermijnen, geeft het carte blanche aan iedere intellectuele toegeeflijkheid. Totaal relativisme eindigt met het onderschrijven van goedkoop dogmatisme.
Gellner zoekt de oorzaak van dit relativisme onder andere in het verlangen naar post-imperiale boetedoening. Na eeuwenlang andere culturen onze normen, als waren zij absoluut, te hebben opgelegd, zijn we nu naar het tegenovergestelde gezwaaid en vinden we dat we culturen moeten respecteren die normen volgen die wij, volgens onze normen, zouden moeten verafschuwen.
Zo eindigen we bij totaal relativisme. Ja, Gellner gaat zo ver te zeggen: ‘Respect voor anderen houdt relativisme in.’ Van dat relativisme worden we zelf slachtoffer. Immers, de meeste volken die nu profiteren van ons relativisme, willen maar al te graag ook profiteren van de produkten van onze normen: onze technologie bijvoorbeeld, die hun economische en militaire macht verschaft.
Bovendien: vele van die culturen zijn zelf allesbehalve relativistisch. Zij geloven niet in de gelijkwaardigheid van alle culturen. Zelfs binnen hun eigen culturen doen ze dat niet. Met andere woorden: de relativist, voor wie alle culturen gelijkwaardig zijn, begaat de zonde die hij juist wilde vermijden: door culturen te respecteren die gelijkwaardigheid verwerpen, bevordert hij het geloof in de ongelijkwaardigheid.
Ten slotte: of het relativisme nu al dan niet aanvaardbaar is - het heeft alleen zin in een wereld waarin de culturen gescheiden, min of meer identificeerbare eilanden zijn, Do in Rome as the Romans do is alleen maar mogelijk wanneer je ongeveer weet wat de grenzen van Rome zijn. Welnu, in de grenzeloze wereld van vandaag lopen alle culturen door elkaar. Dus: het relativisme heeft geen zin - zelfs als het al geen andere gebreken zou hebben.
Tot zover de kern van Gellners betoog. Als we het tot in zijn conclusies kunnen volgen, blijft er toch nog ruimte voor enkele