meeste landen bevinden zich nog altijd in de zwaarste recessie sinds de grote crisis van de jaren dertig. Dus geen wonder dat de regeringen impopulair zijn. Het laatste bewijs leverde, vorige week, de uitslag van de plaatselijke verkiezingen in Groot-Brittannië.
Maar deze verklaring gaat, aldus Davidson, stilzwijgend uit van de vooronderstelling dat de problemen waarmee alle regeringen, van links of van rechts, te kampen hebben, cyclisch zijn: de economische groei zal terugkeren en de werkloosheid zal weer dalen; regeringen zullen hun populariteit herwinnen.
Davidson noemt dit ‘monumentaal micawberisme’ (naar Dickens' onverbeterlijke optimist Micawber). De werkloosheid van vandaag is immers op z'n minst evenzeer het gevolg van massale industriële herstructurering en rationalisering als van gebrek aan vraag. We hebben geen reden aan te nemen dat dit industriële proces zal ophouden wanneer de economische groei nieuw elan krijgt. We moeten dus rekening houden met de mogelijkheid van een permanente grote werkloosheid - met alle sociale gevolgen van dien.
En die sociale gevolgen zullen natuurlijk onze politieke systemen onder grote druk zetten (zullen? ze doen het al). Davidson vergelijkt dit proces met de eerste industriële revolutie, van de vorige eeuw. Ook toen kwam het heersende politieke systeem onder grote druk, maar wat wel eens vergeten wordt is dat de democratie, die een nevenverschijnsel van de industriële revolutie is, nog honderd jaar moest wachten tot ze tot volle wasdom kwam.
Lange jaren bleef de democratie een zaak van min of meer aristocratische heren (lees in W.H. de Beauforts vorig jaar uitgegeven dagboeken hoe hij in 't begin van deze eeuw erover klaagt dat er steeds meer schoolmeesters en dominees in de Kamer komen) en - wat meer terzake is - bleef de industriële expansie gepaard met grote sociale misère.
Als we de vergelijking met de eerste industriële revolutie voortzetten, dan mogen we aannemen dat het ook deze keer heel wat tijd zal kosten aleer het politieke systeem zich aangepast zal hebben aan wat Davidson de ‘nieuwe wereldomvattende industriële revolutie’ noemt, waar we nu middenin zitten.