ernaar streven van de Gemeenschap een gesloten fort te maken, waarin Duitsland nog enigszins gebonden is? Of moet het, met Duitsland (maar deels om andere redenen), uitbreiding van de Gemeenschap wensen, teneinde de chaos in het oostelijk deel, zo niet te voorkomen, dan toch enigszins in te tomen? Dàt zijn sommige van de vragen waarvoor wij staan.
Het is begrijpelijk dat minister Van den Broek, die als voorzitter van de Europese Gemeenschap op het ogenblik andere dingen aan zijn hoofd heeft en in die functie toch al een zekere terughoudendheid moet betrachten, daar nauwelijks toe komt (als hij überhaupt al geneigd is tot reflectie over zaken die het dagelijkse handwerk te buiten gaan). We moeten hem er daarom tot 1 januari (wanneer het voorzitterschap afloopt) niet te hard over vallen dat hij niet het initiatief neemt voor zo'n discussie.
Maar zou het initiatief daartoe dan niet uit de Kamer kunnen komen? Zou niet, om te beginnen, een kleine groep Kamerleden informeel bijeen kunnen komen om, los van partijbindingen, te discuteren over Nederlands toekomst in een veranderd Europa, zodat ze over een halfjaar, goed voorbereid en niet noodzakelijkerwijs eenstemmig, de minister een openbare discussie daarover kunnen ontlokken? Ik denk aan mensen als Wöltgens en Van Traa (PvdA), De Hoop Scheffer (cda), Bolkestein (vvd) en Van Mierlo (D66).
Die keuze is niet gebaseerd op hun positie binnen partij of fractie, maar op hun intellectuele gaven en kennis van zaken. Ik weet wel dat het één niet altijd te scheiden is van het andere en dat ook sommigen van de genoemde Kamerleden - vooral die van de PvdA - op het ogenblik wel andere dingen aan het hoofd hebben, maar in beginsel moeten zelfs politici van verschillende partijen over zaken van landsbelang kunnen discuteren zonder de - in de openbaarheid altijd bestaande - behoefte elkaar vliegen af te vangen.
Nederland is misschien te klein voor wat in grotere landen wel genoemd wordt de Grand Debate, de eens in de zoveel decennia nodige nationale gedachtenwisseling over 's lands toekomst. Niettemin bestaat Nederland en heeft het, klein als het is (niet zó klein overigens), belangen en inzichten te verdedigen. Het debat hoeft niet groots te zijn. Als er maar een debat is.