‘Weg met het nieuws’
Hoe meer informatie wij tot onze beschikking hebben, des te beter kunnen wij beslissingen nemen en de beslissingen van anderen beoordelen. Dit is een soort axioma van de democratie, dat ook dictatoren huldigen, want zij onderdrukken het nieuws. Maar is het ook waar? We worden dag en nacht gebombardeerd met nieuws, maar nemen we betere beslissingen? Is onze democratie beter geworden?
Ja, is het tegendeel niet eerder waar: de mensen worden zo platgegooid met nieuws dat ze ten slotte zeggen: ze zoeken het maar uit. Ze - dat zijn de anderen, in elk geval niet ik. Is dat bevorderlijk voor de democratie, waarin het ‘ik’ geacht wordt een stem te hebben? En nu onthoudt het ik zich van deelneming aan de democratie.
Dit heb ik mij vaker afgevraagd - ook in deze rubriek - maar altijd terloops. Nu vind ik in een essay van de Zwitser Rolf Dobelli, dat nrc.next op 1 september, onder de voor een krant bijna suïcidale titel ‘Weg met het nieuws’, opnam, een bevestiging van mijn twijfel: ‘Helpt het opeenhopen van feitjes om de wereld te begrijpen? Jammer genoeg niet. Juist het omgekeerde: hoe meer “news factoids”, hoe minder je snapt van het grote verhaal.’ Overdaad schaadt. Overdaad aan voedsel leidt tot obesitas, overdaad aan alcohol tot alcoholisme. En overdaad aan nieuws? Tot nieuwsmoeheid, onverschilligheid?
Maar wat is nieuws? Wat we dagelijks in onze krant of op ons scherm te lezen of te zien krijgen, is een uiterst kleine selectie van wat er allemaal beschikbaar is. Die selectie verricht een redacteur, die daarbij, als het goed is, het criterium hanteert: is het belangrijk of, althans, is het wetenswaard? En niet (mogen we hopen): bevestigt het mijn politieke of andere sym- en antipathieën? In beide gevallen blijft het een subjectieve keuze.
Ook als het goed is, bestaat het echte nieuws altijd uit uitzonderingen, zoals hoofdredacteur Rob Wijnberg in een begeleidend artikel schrijft. Een treinongeluk wordt in de krant vermeld, de ontelbare keren dat treinen ongestoord hun bestemming bereiken niet. Met andere woorden: nieuwsberichten geven de echte wereld niet weer.
De ‘zo geprezen feiten zijn slechts bijverschijnselen van diepere oorzaken’, zegt Dobelli, ‘niet de “nieuwe feiten” doen ertoe, maar de lijnen die de feiten verbinden. Wat we echt willen is het onderliggende proces begrijpen, hoe de dingen gebeuren.’ Daar zijn de nieuwsduiders voor, de uitleggers en analisten. Een teveel aan meningen maakt de consument ook niet veel wijzer.
Ja, is hij überhaupt wel geïnteresseerd in feiten, analyses en meningen die zijn eigen (voor)oordelen niet bevestigen? Dobelli citeert Warren Buffett: ‘Waar de mens het best in is, is nieuwe informatie zo interpreteren dat alle bestaande conclusies in stand blijven.’ Met andere woorden: veel mensen zijn eigenlijk niet geïnteresseerd in nieuws, ze weten het al (althans: dat denken ze).
Dobelli gaat verder: ‘Hoe meer nieuws we tot ons nemen, hoe sterker we onze hersens trainen in vluchtig kennisnemen en multitasken’ (even opzoeken: ‘het gelijktijdig verrichten van verschillende taken door één apparaat of organisatie’). ‘Daarbij negeren we de hersendelen die nodig zijn voor nauwkeurig lezen en geconcentreerd nadenken.’ Met andere woorden: ‘Nieuws verhindert het denkproces. Het verandert ons in oppervlakkige denkers.’
Op kortere termijn kunnen we de gevolgen hiervan al zien: kranten worstelen om in leven te blijven in een cultuur die geen leescultuur meer is. Hoeveel lezers van nrc.next, dat meestal in de trein gelezen wordt, vinden de rust het lange en niet gemakkelijke essay van Dobelli te lezen? (Een staaltje van moed dus van die krant om het te publiceren.) Op langere termijn is de ontwenning aan nauwkeurig lezen en geconcentreerd nadenken natuurlijk fataal voor het concurrentievermogen van een natie.
Maar heeft het nieuws dan geen goede kanten? Is het niet van wezenlijke invloed geweest op de manier waarop de opstand tegen de dictatuur overgeslagen is van Tunesië naar Egypte, en vandaar naar Libië en Syrië? Zelfs China kan niet voorkomen dat het nieuws uit de buitenwereld tot zijn bevolking doordringt, evenmin als de Sovjetunie dat kon. Het is dan ook een illusie te menen dat er een halt kan worden toegeroepen aan de verdere verspreiding van het nieuws. Terwijl dus vrije informatie aan de ene kant dictaturen en volken bevrijdt, ondermijnt zij tevens de democratie. Maar er is een verschil: in het ene geval stuit de informatie op een extern, vijandig beginsel, in het andere werkt zij intern, als een soort kanker: door overdaad ervan raakt de burger het spoor eerder bijster dan dat hij wordt verlicht. Dit kan ertoe leiden dat hij afhaakt van het democratisch proces, de weg vrij latend voor de terribles simplificateurs die Dobelli's landgenoot Carl Burckhardt al meer dan een eeuw geleden voorzag.
NRC Handelsblad van 08-09-2011, pagina 16