De doem van vertilling
Historisch - dat is een predicaat dat vaak aan gebeurtenissen en besluiten gegeven wordt waarvan later niets meer gehoord wordt, omdat zij niet meer dan een schakeltje in de reeks van feiten blijken te zijn geweest die de geschiedenis uitmaakt. Dat predicaat krijgen overigens meestal slechts feiten die, op het ogenblik zelf, als positief gewaardeerd worden. Maar waarom zouden negatieve verschijnselen het niet eveneens mogen verdienen?
Zo zijn er de laatste weken twee besluiten genomen die, op het ogenblik zelf bijna onopgemerkt door de oppervlakkige waarnemer, achteraf weleens beslissend zouden kunnen zijn voor het verval van het stelsel van de naoorlogse westerse samenwerking op het gebied van veiligheid en politiek, kort gezegd: de NAVO en de EU.
Het eerste was Duitslands besluit niet mee te doen aan de militaire actie van, voornamelijk, de VS, Frankrijk en Engeland tegen Libië. Met deze afzijdigheid sloeg Duitsland de bodem weg onder de Frans-Duitse entente, die altijd de motor was geweest van de EU (en haar voorgangers), en vertraagde het ook, op een ogenblik dat snelheid van reactie wenselijk was, een gemeenschappelijk besluit van de NAVO.
Er zijn tal van redenen op te geven waarom Duitslands afzijdigheid begrijpelijk, zo niet onvermijdelijk, genoemd kan worden. Na wat er in de vorige eeuw gebeurd is, is het Duitse volk allergisch voor oorlog geworden. Moeten wij het dat kwalijk nemen? Maar intussen is die allergie wél een rem op een slagvaardig gezamenlijk optreden. Hetzelfde geldt voor president Obama's - overigens lang tevoren aangekondigde - besluit om niet verder mee te doen aan de vechthandelingen in Libië. Het zijn voornamelijk de Britten en de Fransen die deze zaak moeten opknappen, weliswaar met Amerikaanse logistieke steun.
Ook dit besluit was, behalve verwacht, begrijpelijk. Libië is voor de Verenigde Staten van minder grote strategische betekenis dan de Perzische Golf. Bovendien hebben zij al de handen vol aan Afghanistan en Irak. Wie bepleit dat Amerika zich in een derde grondoorlog stort, moet zijn hoofd laten nazien, zei minister van Defensie Gates. En Obama, die in 2012 herkozen wil worden, moet evenzeer rekening houden met zijn electoraat, zoals Angela Merkel met het hare. Maar intussen blijkt hieruit wel dat Amerika en zijn Europese bondgenoten uiteenlopende (strategische) belangen hebben. De vraag die nu gesteld moet worden luidt: kunnen Engeland en Frankrijk het in Libië alleen af? Want op hen komt de vechttaak nu vrijwel alleen neer. Het zijn nog steeds staten die het spits afbijten; EU en NAVO hinken er, intern verdeeld, achteraan. En dan nog is het de vraag of Gaddafi überhaupt alleen door acties vanuit de lucht op de knieën gedwongen worden?
Dit lijkt nu minder zeker dan een paar weken geleden. De ongeorganiseerde en ongetrainde rebellen zijn geen partij voor Gaddafi's militie en Afrikaanse huurlingen. Zij verliezen aan veroverd terrein. En wie is bereid hun met grondtroepen te hulp te komen? Bovendien gaat een langgerekte luchtoorlog op den duur de Britse en Franse krachten waarschijnlijk te boven. Nederland is niet het enige land dat fors op zijn defensie bezuinigt.
De hele operatie tegen Gaddafi, hoewel moreel gerechtvaardigd, zou weleens een smadelijke afloop kunnen krijgen, smadelijk en rampzalig ook voor de algehele westerse samenwerking. Een vergelijking met de déconfiture van de Brits-Franse actie tegen het zwakkere Egypte in 1956 dringt zich op. En die had ook vergaande gevolgen.
Een andere vergelijking die vaak gemaakt wordt, is die met 1989, toen de volken van Midden-Europa in opstand kwamen tegen de Sovjet-Unie, wat tenslotte tot de val van dit wereldrijk zou leiden. Ideologisch gaat die vergelijking niet op, maar geopolitiek wél. Gorbatsjov besloot niet in te grijpen in Midden-Europa, Obama liet zijn bondgenoot Mubarak vallen en maant de andere Arabische heersers de teugels te vieren, waarschijnlijk in de geest van de woorden die Gorbatsjov een maand vóór de val van de muur tot Honecker sprak: ‘Wie de tekenen des tijds niet verstaat, wordt door het leven bestraft.’
Obama had en heeft goede gronden voor zijn terughoudendheid, maar welk effect zal dit op Amerika's machtspositie in dit gebied hebben? De politiek van Gorbatsjov tegenover zijn satellieten was de juiste, maar leidde wél tot wat zijn opvolger Poetin eens een grote geopolitieke ramp noemde: het verlies voor Rusland van zijn machtspositie in Europa. Het lijkt de doem van wereldrijken zich te vertillen. Voormalige imperia, zoals Nederland er een is, lijden ook nog lang aan zelfoverschatting.
NRC Handelsblad van 14-04-2011, pagina 14