Volkswijsheden
Algemeen wordt de grote zege van Wilders als de verrassing van de verkiezingen van 9 juni beschouwd. Maar dat was zij alleen voor hen die de opiniepeilingen geloofden, die eerder stagnatie of zelfs achteruitgang van de PVV hadden voorspeld. Toegegeven, voor wie geen politieke neus of Fingerspitzengefühl hebben - en dat hebben de meesten onzer niet - boden de peilingen het enige houvast.
Maar de werkelijke verrassing van die zege was dat de winst van de PVV zich niet langer bepaalde tot de grote steden met hun grote bevolking van allochtonen, maar zich nu had uitgestrekt over gebieden waar weinig Marokkanen of Turken te bekennen zijn: streken als Limburg, Oost-Groningen, Oost-Zeeuws-Vlaanderen, delen van West-Brabant en de kop van Noord-Holland.
Hier moeten andere motieven een rol hebben gespeeld. Voelen die streken zich uithoeken van het land, verwaarloosd dus? Is hier de wrok jegens Den Haag, ja, jegens ‘Holland’ er groter dan elders? Limburgers herkennen in Wilders natuurlijk de landgenoot (hoewel Zuid-Limburgers iemand die uit Venlo of daarboven komt, nauwelijks als echte Limburger schijnen te beschouwen). Hoe het ook zij, dit vraagt om verklaring.
Wat ook om verklaring vraagt - en wat voor mij de eigenlijke verrassing van 9 juni was (hoewel wél door de peilingen voorspeld) - was de grote overwinning van de VVD. De volkswijsheid wil immers dat in tijden van economische crisis de mensen links stemmen en niet rechts?
En de crisis die we nu meemaken, heeft bovendien het geloof in de vrije markt zwaar aangetast. Pijlers van het kapitalisme moesten door de Staat van de ondergang gered worden of stortten in. En is de VVD niet juist de partij van de vrije markt en van de kapitaalkrachtigen? Hoe is het te verklaren dat zij juist in deze tijd de grootste partij van het land werd?
Dit ongehoorde verschijnsel moet in 't bijzonder links verbijsteren - links dat zegt de verschoppelingen der aarde te vertegenwoordigen. Oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking Koenders gaf uiting aan die verbijstering: ‘De economische crisis kwam van rechts. Dan moet links minimaal gelijk of groter zijn. Het is idiotie dat de VVD zo groot is geworden.’
De bijna twee miljoen die op de VVD hebben gestemd voor idioot te verklaren is natuurlijk gemakkelijk, zo niet gemakzuchtig. Een serieuzere verklaring geven Gerrit Voerman en Paul Lucardie in de krant van 11 juni. Zij vinden het ook ‘opmerkelijk dat de VVD niet in verband werd gebracht met de kredietcrisis, die toch door veel waarnemers geweten wordt aan een gebrek aan toezicht op, of aan verantwoordelijkheidsgevoel bij bankiers en beleggers - een wereld waar de VVD goede banden mee heeft.’ Maar: ‘Tot geluk van de liberalen werd de crisis [...] niet meer als probleem van de banken, maar als probleem van de overheid geduid: de overheid gaf te veel geld uit en moest het tekort terugdringen. In dit frame kon de VVD haar imago als bezuiniger en voorstander van een kleinere staat weer oppoetsen’, geholpen door een meesterlijke campagnevoering.
Het is een verklaring, maar toch niet helemaal bevredigend. Dit verklaart toch niet voldoende waarom de VVD, die in 2008 nog in een door Voerman en Lucardie aangehaalde peiling naar 13 zetels was teruggezakt, in twee jaar tijds tot 31 zetels is gestegen? Dieper liggende factoren moeten ook in het spel zijn geweest.
‘Duitsland is het enige Europese land waar puritanisme populistisch is. Angela Merkel ziet in bezuinigingen en hogere belastingen een middel om stemmen te winnen’, schreef de Financial Times op 9 juni. Nu, in de ogen van het buitenland, wordt gewoonlijk Nederland, eerder dan Duitsland, geassocieerd met puritanisme of calvinisme. Maar dit als verklaring van de liberale zege aan te voeren zal wel een intellectuele tour de force zijn. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de welvaart zo algemeen is geworden dat steeds meer mensen iets te verliezen hebben. Wat zij gewonnen hebben, willen ze natuurlijk behouden, zo zij het niet zelfs willen vermeerderen. Hier hebben zij de steun van de PvdA en andere linkse partijen minder nodig. In zoverre is de winst van de VVD heel natuurlijk en dus verklaarbaar.
Maar ook deze verklaringen hebben veel van volkswijsheden of duimzuigerij. Wél lijkt de liberale overwinning Nederland nog steviger te plaatsen ten noorden van de lijn die zich steeds sterker in Europa aftekent: tussen een spaarzaam noorden (onder Duitse leiding) en een zuiden (onder Franse leiding) dat, de monetaire politiek als een instrument van de Staat beschouwend, gauwer de beurs trekt.
Van deze internationale implicaties zal Mark Rutte zich voorlopig wel niet veel aantrekken (zo hij daar ooit enige belangstelling voor mocht hebben gehad). Zijn aandacht zal de komende tijd vrijwel uitsluitend op het binnenland zijn geconcentreerd: hoe een kabinet te vormen dat, zoals de wereldcrisis eist, zo stabiel mogelijk is?
Kan de geschiedenis Rutte, die per slot van rekening afgestudeerd historicus is, daarbij behulpzaam zijn? Een parallel met de vorige crisis - die van de jaren dertig, toen links nauwelijks profiteerde van de ellende, maar de bezuiniger Colijn wel - is te vergezocht. De tijden zijn wel echt anders.
Iets dichterbij is de naoorlogse periode, die dertien jaar lang gedomineerd werd door een coalitie tussen de twee grootste partijen: de Katholieke Volkspartij en de PvdA. Gedurende tien van die dertien jaar - tussen 1948 en 1958 - leverde de PvdA met Drees de premier - ook tussen 1948 en 1952, toen zij niet de grootste partij was. Romme, de grote man van de KVP, regeerde liever vanuit de Kamer, zoals trouwens ook Oud (VVD).
Een voorbeeld voor Rutte? En voor Cohen, die per slot van rekening de boel bij elkaar wil houden? Maar ja, dan moeten ze eerst de boel in eigen partij bij elkaar weten te houden. En dat is lastiger dan het zestig jaar geleden was.
NRC Handelsblad van 17-06-2010, pagina 7