Slechts symptoombestrijding?
Voor een leek in de wetenschap der economie is het moeilijk uit te maken wat de werkelijke betekenis is van de moeder aller toppen die in de eerste week van april zijn gehouden: de economische wereldconferentie in Londen, die ten doel had een uitweg te vinden uit de huidige crisis. Die leek duizelt het bijna van alle commentaren en analyses.
Hij kan zich misschien het beste houden aan twee uitspraken die, in combinatie, hem enig licht in de duisternis verschaften. De eerste is van de Nobelprijswinnaar Paul Krugman, die in zijn column in de International Herald Tribune die betekenis als volgt samenvat: ‘Hoewel de top meer heeft bereikt dan ik had verwacht, zal de crisis nog jaren duren.’
De andere is van de filosoof John Gray, die in een artikel in de opiniebijlage van deze krant op 4 april schreef: ‘De huidige ontwrichting van de wereldmarkt is meer dan een economische recessie, hoe groot ook.’ In dit licht bezien, is de economische crisis slechts een symptoom van veel diepere processen.
Zover gekomen, herinnert onze leek zich een artikel, eveneens in de IHT, van de historicus Paul Kennedy, die in 1987 opgang maakte met de deels profetische stelling dat vroegere wereldrijken aan overstretch ten onder waren gegaan en dat het Russische en het Amerikaanse wereldrijk ook die kans liepen. Nu vergelijkt hij die diepere processen waarvan de crisis een symptoom is, met tektonische verschuivingen in de aardkorst, waarvan de effecten pas eonen later aan de oppervlakte voelbaar worden.
Die verschuivingen, waarin geografische, demografische, klimatologische, economische en culturele invloeden op elkaar inwerken, zullen, zegt Kennedy, ten slotte de invloed van de Verenigde Staten als ‘hefboom van onze wereld’ aantasten, ten voordele van China en India - om niet te spreken van Europa met zijn ‘vermoeide poging’ een belangrijke speler in de wereldpolitiek te zijn.
Van het effect van die verschuivingen hebben we al iets op die toppen in de eerste week van april kunnen zien (trouwens al daarvóór). China, Amerika's grootste schuldeiser, wordt een steeds belangrijker speler, zo zelfs dat gezegd werd dat de G20, zoals de Londense top genoemd werd, eigenlijk een G2 had moeten heten. In elk geval heeft China Rusland geheel naar de achtergrond gedrongen.
En Europa? ‘Het is blijkbaar mogelijk de idee Europa een functie te verschaffen, ook al is men niet in staat te bepalen wat deze inhoudt’, schreef de historicus E.H. Kossmann jaren geleden al eens. Welnu, dat laatste kan nog steeds niet. De pretenties worden dus steeds ongeloofwaardiger. Ook in Londen traden de Europeanen niet als eenheid op; waren ze het, integendeel, vaak onderling oneens.
President Obama zal er in elk geval niet van onder de indruk zijn gekomen tijdens zijn eerste bezoek aan Europa. In zijn aanwezigheid moest de NAVO-raad urenlang stechelen over de kandidatuur-Rasmussen (om van Berlusconi's fratsen niet te spreken). Ik kan mijn tijd wel beter gebruiken, zal hij gedacht hebben. Dan is het beter zaken doen met China of Rusland.
‘De Verenigde Staten kunnen het niet alleen af in de wereld, en Europa kan niet zonder de Verenigde Staten’, zei Obama in Straatsburg. Andere taal dan die van Bush, maar let op het verschil in afhankelijkheid; Amerika is afhankelijk van de wereld, Europa van Amerika. Op een ogenblik dat Europa's respons op Obama's verzoek om meer militaire steun in Afghanistan niet overweldigend is, is die herinnering aan Europa's afhankelijkheid betekenisvol.
Als al die bedrijvigheid op de toppen van vorige week - die van Den Haag was de volgende dag weer vergeten - inderdaad de verre afglans, althans symptoom, was van veel diepere processen, dan deden zij niet veel anders dan Kurieren am Symptom. Maar kunnen politici die voor vier, vijf jaar gekozen zijn, iets anders? Ook hier zijn landen als China en, in mindere mate, Rusland in het voordeel - wat overigens niet wil zeggen dat zij altijd de juiste beslissingen nemen en helemaal immuun zijn voor de ontevredenheid van het volk.
Maar als het om snelle beslissingen gaat, is de democratie in het nadeel en is Europa, dat een verzameling van democratieën is, zeker in het nadeel. Omdat de kiezer meestal op korte termijn denkt, is het voeren van een beleid op lange termijn moeilijk (en dan spreken we nog niet eens over eonen!). De eenheid van Europa is daar het slachtoffer van. En misschien ook de democratie zelf - gezien het succes van figuren als Wilders en Berlusconi.
Zo raken wij aan het taboe dat rust op ‘fundamentele debatten over een stelsel waarvoor geen beschaafd alternatief te vinden is’, zoals J.A.A. van Doorn al in 2002 opmerkte. Niemand durft ‘de ietwat brutale vraag te stellen of het democratisch stelsel zoals we dat hebben leren waarderen, nog wel bij de tijd is’.
Wanneer wij de gebeurtenissen van vandaag zien als symptomen van langdurige processen, moeten wij erkennen dat ook ‘politieke ideeën en instituties nu eenmaal de vrucht zijn van tijdgebonden maatschappelijke omstandigheden. Het is lang niet uitgesloten dat de vorm van democratie die we lange tijd hebben gekend en bijgevolg als “normaal” zijn gaan beschouwen, aan zin en functie heeft verloren’.
Als deze crisis inderdaad meer is dan een economische crisis, is het te verwachten dat zij ook op den duur onze vertrouwde politieke ideeën en instituties zal aantasten. ‘Op de lange duur zijn we allemaal dood’, zei Keynes, die een revival beleeft. Waarom zou deze onweerlegbare waarheid niet ook gelden voor de democratie zoals wij die kennen? Zij is per slot van rekening een menselijke uitvinding.
NRC Handelsblad van 09-04-2009, pagina 9