Zo zijn we niet met elkaar getrouwd
Zo zijn we niet met elkaar getrouwd - deze uitdrukking kwam bij mij op toen ik las wat president Bush vorige week in Boekarest, voorafgaand aan de NAVO-top aldaar, had gezegd: ‘Kijk, de NAVO is niet meer een statisch bondgenootschap, gefocust op de verdediging van Europa tegen een invasie van Sovjettanks. Zij is nu een expeditionaire alliantie, die haar strijdkrachten over de hele wereld uitzendt om voor miljoenen een toekomst van vrijheid en vrede te verzekeren.’
Dat de NAVO sinds het eind van de Koude Oorlog - nu al bijna twintig jaar geleden - niet meer gefocust is op agressie uit Rusland is juist, maar de meeste landen die sindsdien lid van de NAVO zijn geworden, waren vroeger onderworpen aan de Sovjet-Unie en taxeren nu nog het gevaar uit het oosten anders dan de West-Europese leden. Dit levert op zichzelf al een niet verwaarloosbaar verschil van inzicht tussen bondgenoten.
Maar dat de NAVO nu, in Amerikaanse ogen, in plaats van een klassiek bondgenootschap, een alliantie is geworden die overal ter wereld gewapenderhand vrede en veiligheid moet verzekeren, duidt op een nog veel fundamenteler verschil van mening over wat een bondgenootschap behoort te zijn. Bijna tersluiks is de NAVO van doelstelling en functie veranderd en heeft zij daarbij haar focus verloren.
Indien het inderdaad de bedoeling is dat de NAVO overal ter wereld vrijheid en vrede moet gaan brengen, zoals Amerika in Irak heeft willen doen, dan heeft uitbreiding tot in de Kaukasus - en misschien nog verder van de Atlantische oceaan af - enige zin, maar dan verliest zij wél nog verder aan strategische cohesie. Zij krijgt dan, in plaats van een militaire, een ideologische functie, en het is de vraag of iedere lidstaat dáárin de zin van zijn lidmaatschap ziet. Van de Europese leden zijn de Oost-Europeanen - het is al gezegd - nog het meest de klassieke doelstelling toegedaan. Zij zien in de NAVO een bescherming tegen Rusland. Maar een land als Kroatië, net toegelaten tot de NAVO, ziet er bescherming tegen Servië in. En Albanië, ook zojuist toegelaten, ziet weer andere, waarschijnlijk meer materiële voordelen. Kortom, zelfs daar is er geen focus.
Voor de West-Europeanen ligt het nut van de NAVO nog vooral in de institutionele band met de Verenigde Staten die zij biedt, maar dat zij anders over haar functie denken dan Washington, bleek wel duidelijk uit hun bezwaren tegen uitbreiding van het bondgenootschap met Oekraïne en Georgië, wat president Bush' hartewens was, die slechts half vervuld werd.
De Amerikaanse doelstelling - het bleek weer uit Bush' woorden - is veel missionairder. Dit is op zichzelf niets nieuws. De Democraat Kennedy begon in 1961 zijn presidentschap met de uitroep dat Amerika ‘elke prijs zal betalen, elke last zal dragen, elke ontbering zal ondergaan, elke vriend zal steunen’ ter wille van de vrijheid. En de latere president Eisenhower (Republikein) beschreef de invasie van Europa die hij in de oorlog als generaal had geleid, als een ‘kruistocht’.
Zolang de Koude Oorlog duurde, zolang de West-Europeanen zich bedreigd voelden en Amerika's steun nodig hadden, namen zij deze taal - die uitdrukking is van Amerika's gevoel een bijzondere missie in de wereld te hebben - voor zoete koek aan en stemden zij er zelfs soms mee in. Maar nu de dreiging is weggevallen, klinkt zij hun steeds vreemder in de oren. Hun behoefte om aan kruisvaarten in Irak of Afghanistan mee te doen, heeft dan ook duidelijk grenzen, en als ze het doen (meestal mondjesmaat), dan meer om de Amerikanen te gerieven dan uit werkelijke overtuiging. Ook hier dus een kloof in perceptie.
Het doel van de NAVO-oude stijl was de Sovjet-Unie ervan te weerhouden haar macht over West-Europa uit te strekken. Daar is zij in geslaagd - nog beter dan zij had berekend, want de Sovjet-Unie is verdwenen.
Het doel van de NAVO dat president Bush voor ogen heeft, is echter onbegrensd. We zien dat in Afghanistan en Irak. Ook voor de missies in Bosnië en Kosovo is het eind niet in zicht. Moet de NAVO werkelijk nog meer van zulke verantwoordelijkheden op zich nemen?
‘Dit soort operaties hebben de neiging om last te krijgen van mission creep. Ze gaan maar door en door en door. Het zal meer dan een generatie duren voordat Afghanistan, dat door de Talibaan is teruggebracht tot de middeleeuwen, weer een beetje is opgebouwd.’ Dit zei de Canadese premier Stephen Harper, in Boekarest. Balkenende had het ook kunnen zeggen, want Nederland heeft er, net als Canada, troepen - met een uitzichtloze missie, want ze slagen er zelfs niet in de hearts and minds van de Afghanen te winnen.
Dan die troepen maar terugtrekken? Nee, dat kan ook niet. Na Srebrenica kan zeker Nederland zich dit zich niet veroorloven. Maar het tekent wel het dilemma waarin de NAVO verstrikt is geraakt na voleindiging van de taak waarvoor zij eigenlijk werd opgericht. Zij heeft haar ondubbelzinnige motivatie en haar focus verloren, is daardoor innerlijk verdeeld geraakt en onder een Amerikaans leiderschap dat zwaar gediscrediteerd is.
Dan de NAVO maar ontbinden? Nee, je gooit geen oude schoenen weg voordat je nieuwe hebt. Zal de nieuwe Amerikaanse president - wie dat ook zal zijn - die nieuwe schoenen brengen? Te vrezen valt dat hij/zij daarvoor de eerste tijd te veel door de recessie in eigen land in beslag genomen zal worden. Het intellectuele voorwerk zou door de NAVO gedaan kunnen worden, maar is die daarvoor geëquipeerd en, afgezien nog daarvan, niet te zeer gepreoccupeerd door de veelheid van taken die zij nu al op zich genomen heeft?
Dat laatste heeft zij gedaan om te bewijzen dat zij na het eind van de Koude Oorlog haar nut niet verloren had. Een nobel streven, maar een instrument - en dat is de NAVO - kan zonder doel niet lang bestaan. Vraag: wat is het door allen onderschreven doel?
NRC Handelsblad van 10-04-2008, pagina 7