Machtspolitiek met andere middelen
Machtspolitiek werd vroeger gevoerd met wapens of met het dreigen ermee. Tegenwoordig is gebleken dat hetzelfde doel bereikt kan worden met grondstoffen, gas en olie in de eerste plaats. Dat is voor de eerste keer duidelijk geworden toen, twee jaar geleden, Rusland de gaskraan dichtdraaide van de pijpleiding die door Oekraïne loopt, omdat dit land een Rusland onwelgevallige politiek voerde. Grote verontwaardiging alom. Waarom? Rusland maakte alleen maar gebruik van de machtsmiddelen waarover het beschikte. Dat het dit keer vreedzame middelen waren, moet zelfs in zekere zin als een vooruitgang worden beschouwd. Machtspolitiek bleef het niettemin, en als anderen daar niet voor willen buigen, dan moeten zij soortgelijke tegenmaatregelen nemen. Daarvan is echter weinig gebleken, hetzij omdat er geen tegenwapens waren, hetzij omdat te velen in West-Europa al afhankelijk waren van het Russische gas of er zelfs baat bij hadden. In dat deel van de Europese Unie daarentegen dat nog maar kort bevrijd is van een halve eeuw ouderwetse Russische machtspolitiek, wordt daar anders op gereageerd. Vooral in Polen en de Baltische landen roept de nieuwe versie ervan onmiddellijk herinneringen op aan die halve eeuw van onderdrukking.
Toen Gerhard Schröder in 2005, vlak voordat hij de macht overdroeg aan Angela Merkel, een verdrag met Rusland sloot over een pijpleiding die, met omtrekking van Pools en Baltisch grondgebied, door de Oostzee moest lopen, werd dit daar vergeleken met het Molotov-Ribbentropverdrag van zomer 1939, dat het einde van de onafhankelijkheid van die landen tussen Rusland en Duitsland inleidde.
Overdreven!, riepen de politici in West-Europa onmiddellijk, die zich moeilijk konden indenken in de geestestoestand van hun Midden-Europese partners (hoewel zij er zelf ook enige tijd over gedaan hadden voordat zij over hun anti-Duitse trauma's waren). Van solidariteit met die nieuwe leden van de Europese Unie was dan ook weinig sprake. Schröder, ambteloos burger geworden, hield zelfs nog een lucratief baantje over aan het door hem met Rusland gesloten verdrag.
En nu blijkt onze eigen Balkenende het niet in strijd met zijn normen en waarden te achten eveneens, zij het niet persoonlijk, te profiteren van die door de Oostzee aan te leggen pijpleiding, die zoveel bezorgdheid bij zijn Poolse en Baltische partners wekt. Vorige week is immers, in aanwezigheid van hem en Poetin, een contract tussen het Russische staatsbedrijf Gazprom en de Nederlandse Gasunie getekend, waarbij de laatste voor 750 miljoen euro een belang van 9 procent in die pijpleiding krijgt.
In ruil daarvoor krijgt Gazprom een optie op een aandeel van eveneens 9 procent op het verlengstuk van die pijpleiding dat Nederland met Engeland verbindt. Zo krijgt Gazprom, dat voor 51 procent eigendom is van de Russische staat, voor het eerst een direct aandeel in het West-Europese distributienet, waarvan Nederland de hub of rotonde hoopt te worden.
Een mooie deal dus! De Nederlandse koopman staat te juichen, en de Nederlandse dominee zwijgt, want die weet niet van zijn gezond (dat wist hij 25 jaar geleden ook niet, maar dat belette hem toen niet luidkeels tegen de kernwapens te protesteren). Weet Balkenende wél van zijn gezond? Met andere worden: is die deal ooit onderwerp geweest van een politiek-strategische overweging, waarin de economische en politieke voor- en nadelen tegen elkaar zijn afgewogen?
Waarschijnlijk niet. Nederland is niet gewend in zulke termen te denken. Strategie heeft met macht te maken. En macht staat zowel bij de dominee als de koopman in slechte reuk, tenzij er voordeel bij te behalen is. En er was voordeel bij dat contract te behalen. Dit is dan ook niet noodzakelijkerwijs te veroordelen. De vraag is alleen of alle, dus ook de niet-economische, aspecten ervan in de overweging betrokken zijn geweest.
Is het contract bijvoorbeeld in NAVO-kring besproken geweest? Dat zou niet zo ongerijmd zijn geweest. De machtsstrijd in Europa waarvoor de NAVO indertijd is opgericht, wordt nu immers met andere wapens dan in de Koude Oorlog gevoerd. Of in de EU, die tot een Europees energiebeleid probeert te komen (onder leiding van iemand die toevallig een Balt, de Let Piebalgs, is?
Ook dat is niet waarschijnlijk. In beide clubs bestaat een verschil in perceptie tussen de oude en de nieuwe leden, in zoverre als de laatsten merendeels Russische machtspolitiek aan den lijve hebben ondervonden en dus veel wantrouwiger tegenover zulke deals staan dan de anderen. Op overeenstemming in die kringen kon noch Den Haag noch Gasunie moeilijk wachten.
In de Kamer is terecht de vraag gesteld hoe dit contract zich verhoudt met het mensenrechtenbeleid dat minister Verhagen wil aanscherpen, terwijl Rusland het met de mensenrechten niet zo nauw neemt als wij nodig vinden. Balkenende liet vanuit Moskou weten dat hij Poetin wel degelijk ook de mensenrechten onder de neus had gehouden.
Dat is, zo hebben we eergisteren in de krant kunnen lezen, bij Poetin niet in erg goede aarde gevallen, maar zolang Balkenende geen consequenties aan zijn preek verbindt, zal het Poetin verder koud laten. Nederland heeft nu eenmaal de reputatie voor onmiddellijk gewin te kiezen, en die reputatie heeft het in Moskou hooggehouden.
Ongeveer tezelfdertijd besloot het Russische parlement, de Doema, met overweldigende meerderheid het verdrag over conventionele strijdkrachten in Europa op te schorten. Dat besluit zal in Den Haag wel niet met gejuich verwelkomd zijn. Vraag: heeft Balkenende daar tegen Poetin ook iets over gezegd? Ja, heeft hem dit in enigerlei opzicht doen aarzelen zijn zegen aan dat voordelige contract te geven? Blijkbaar niet.
In de laatste aanleg gaat het niet om dat contract zelf. Dit is, op korte termijn, voordelig voor Nederland. Het gaat om de eenheid en innerlijke samenhang van het Nederlandse buitenlandse beleid. Hoe verhoudt zich het contract met Verhagens vurig pleidooi voor de mensenrechten en met staatssecretaris Timmermans' even vurig pleidooi op deze pagina (9 november) om de ‘voormalige Oostblokkers’ niet in de steek te laten? Of is onze energienood zo nabij dat solidariteit met anderen grotendeels de frase moet blijven die ze altijd was?
NRC Handelsblad van 15-11-2007, pagina 9