Het beestje moet een naam hebben
In Europa, met zijn 24 talen, heerst een babylonische spraakverwarring. Hoe vertaal je bijvoorbeeld het Engelse woord empire,waarmee onlangs de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, Europa vergeleek? In deze krant werd het vertaald met keizerrijk, maar er zijn ook imperia zonder keizer (geweest).
Imperium lijkt mij de juiste vertaling, maar ook dat levert de nodige verwarring. Zou gewoon rijk niet 't beste zijn? Per slot van rekening heeft Nederland, dat toen als zodanig nog niet bestond, eeuwenlang deel uitgemaakt van het Heilige Roomse Rijk. Pas bij de vrede van Münster (1648) werd zijn soevereiniteit erkend.
Ja, een graaf van Holland, Willem II (1228-1256), is zelfs bijna keizer van dat rijk geworden. In 1248 werd hij in Aken gekroond tot Rooms koning, opvolger van de keizer. Maar keizer werd hij nooit, want acht jaar later sneuvelde hij tegen de Friezen. (Deze niet per se noodzakelijke kennis heb ik nog van de lagere school overgehouden.)
Toen had overigens dat Heilige Roomse Rijk al het hoogtepunt van zijn macht overschreden. Tot 1806, toen het officieel aan zijn eind kwam, was het niet meer dan een verzameling van, elkaar vaak beoorlogende, Duitse vorsten, vorstjes en bisschoppen. Maar in Duitsland bleef het Rijk als mythe nog lang bestaan, verzinnebeeld in het monument in de Kyffhäuser (Thüringen) dat de slapende keizer Frederik Barbarossa (1155-1190) voorstelt, van wie de sage wilde dat hij, ontwaakt, het Rijk in zijn vroegere heerlijkheid zou herstellen.
Van die romantische poespas zijn wij in Nederland verschoond gebleven, zodat het woord rijk bij ons voornamelijk geassocieerd bleef met ons grote koloniale bezit, dat nu ook verdwenen is. Bij weinig Nederlanders wekt het gevoelens van heimwee op, en de tijden zijn nu ook voorbij dat het, overgedragen op Europa, illusies van toekomstige grandeur wakker riep.
Het Portugese koloniale imperium, dat trouwens ouder was dan het Nederlandse, heeft ook 25 jaar langer geduurd. Het is misschien daarom dat de Portugees Barroso onbevangen over Europa als empire sprak, daarmee onmiddellijk in de anti-Europese Engelse pers een storm van verontwaardiging ontketenend: zie je wel, we hebben het altijd al gezegd...
Overigens bleek Barroso zijn geschiedenis niet zo goed te kennen toen hij zei dat Europa ‘het eerste anti-imperialistische imperium’ was. Nee, dat zijn de Verenigde Staten, die, zelf ontstaan uit een opstand tegen het Britse imperium, zich met een anti-imperialistische ideologie tooiden. Intussen zijn ze zelf imperium geworden, maar nog zonder daarbij passende ideologie. Misschien de diepste oorzaak van de ellende in Vietnam, Afghanistan en Irak.
Barroso's ongelukkige uitlating deed me overigens onmiddellijk denken aan het boek The European Anarchy: Europe's Hard Road into High Politics van de Deen Erik Holm, dat in 2001 verscheen. De voornaamste stelling ervan is dat zolang er in de Europese Unie niet één enkel politiek gezag bestaat, Europa een anarchie zal blijven (letterlijk: zonder regering).
De conclusies die Holm daaruit trekt, is dat het Europese project - dus de Europese Unie - alleen houdbaar is als de EU ‘can enter into high politics’, dat wil zeggen: als volwaardige medespeler op het politieke wereldtoneel kan optreden, en dat is nog lang niet het geval - ook niet mocht de Europese ‘grondwet’ in herziene versie door alle 27 lidstaten aangenomen worden.
‘We staan voor de taak’, zegt Holm, ‘een nieuwe politieke eenheid te scheppen, die echter nog geen naam heeft. Laat mij, bij gebrek aan een betere term, het woord empire voorstellen, omdat het de suggestie wekt te focussen op high politics’ (in tegenstelling tot puur economische integratie, die niet automatisch tot politieke integratie zal leiden).
Met andere woorden: het beestje moet een naam hebben, en dan is empire misschien beter dan (Europese) unie, omdat die naam een politieke eenheid suggereert die er niet is. Wat dat betreft, ligt het huidige Europa ergens tussen de Duitse Zollverein van 1834 (maar daaruit zou Duitslands politieke eenheid niet vanzelf voortkomen - daar waren nog een paar oorlogen voor nodig) en het Heilige Roomse Rijk (maar dat was de langste tijd meer in schijn dan in werkelijkheid een politieke eenheid).
De Oostenrijkse staatsman Metternich (1773-1859) pleitte daarom - en ook wel om andere redenen - niet voor Einheit tussen de Duitse staten (waarvan Oostenrijk er een was), maar voor Einigkeit.
De Duitsers en tenslotte ook de Oostenrijkers zouden anders beslissen: in 1938 werd, met Oostenrijks Anschluss aan Duitsland, de droom van het Duitse Rijk vervuld, maar tot heil van Europa en van de Duitsers zelf? In elk geval: een weinig navolgenswaardig precedent voor Europa.
De grote vraag blijft echter: zal de economische integratie die in vijftig jaar bereikt is, op den duur in stand kunnen blijven zonder een politieke overkapping die voor de samenstellende delen, de nog soevereine staten en hun volken, ook aanvaardbaar is? Zolang zelfs over de naam voor zo'n overkapping geen overeenstemming bestaat, zal er weinig werfkracht van die idee uitgaan.
NRC Handelsblad van 26-07-2007, pagina 7