Schröders gelijk en ongelijk
Een ijskoude douche. Zo kan de rede wel genoemd worden die bondskanselier Schröder vorige week voor een Amerikaans-Europees gezelschap in München heeft laten houden door zijn minister van Defensie (hijzelf was ziek, maar het was zijn rede). IJskoud, omdat iedereen iets anders had verwacht na de liefdesbetuigingen tussen Schröder en Condoleezza Rice, enkele dagen tevoren, en aan de vooravond van president Bush' bezoek aan Duitsland eind van deze maand. Maar het moet gezegd worden dat er op het analytische deel van Schröders rede weinig aan te merken valt. We leven inderdaad in een ‘volledig veranderde wereld’, vergeleken met die waarin het Amerikaans-Europese bondgenootschap ontstond. Het verleden kan niet meer het ‘referentiepunt zijn, zoals nog zo vaak in transatlantische eden van trouw gebeurt’.
‘Nee, wij moeten ons aan de nieuwe omstandigheden aanpassen’, maar ‘die aanpassing aan een veranderde werkelijkheid is nog niet voldoende voltrokken’, hoewel die veranderingen Schröder doelde kennelijk op het einde van de Koude Oorlog, waarvan de NAVO een product is ‘aanzienlijk, sommige zelfs dramatisch’ zijn. Zo vragen de ‘strategische uitdagingen van vandaag’ niet in de eerste plaats om ‘militaire antwoorden’. De huidige gevaren komen niet meer uit ‘functionerende staten met een omlijnd territoir’; de nieuwe ‘risico's zijn wereldomspannend’.
Ergo: de NAVO is ‘niet meer de belangrijkste plaats waar de transatlantische partners hun strategieën bespreken en coördineren’. Ook dat is een waarheid droevig voor overtuigde atlantici die onder ogen moet worden gezien. De oorlog in Irak, het wapenembargo tegen China, de nucleaire ambities van Iran allemaal zaken waarover Europeanen en Amerikanen van mening verschillen, maar de NAVO is niet de plaats waar die meningsverschillen besproken worden, laat staan de beslissingen vallen.
Wat dat betreft, heeft Schröder dus volkomen gelijk, al gaven het ogenblik waarop hij het zei en de manier waarop hij het zei geen enkele verwijzing bijvoorbeeld naar het feit dat zonder NAVO Duitsland niet herenigd zou zijn geweest niet veel blijk van diplomatieke tact. De Amerikanen onder zijn gehoor onder wie minister Rumsfeld en senator Hillary Clinton zullen er hun gevolgtrekkingen uit maken.
Maar niet alleen de Amerikanen heeft hij met zijn rede overrompeld. Hij had blijkbaar ook zijn Europese partners niet van tevoren geraadpleegd of op de hoogte gesteld. Het is zelfs de vraag of hij niet Frankrijk, Duitslands nauwste partner, enigszins verontrust heeft met dit blijk van Alleingang. Zijn die immers niet het monopolie van Frankrijk?
Een Nederlands monopolie heeft hij ook aangetast: gelijk hebben, maar niet krijgen. Het is immers weinig waarschijnlijk dat de Amerikanen en alle Europeanen Schröders oproep tot herijking van de NAVO zullen verwelkomen. De Amerikanen niet, omdat zij wel vrede hebben met een grotendeels irrelevante NAVO; vele Europeanen niet, omdat zij vrezen dat Amerika dan zijn handen helemaal van hun continent zal aftrekken.
De voorlopige oplossing die Schröder aan de hand doet, boezemt evenmin veel vertrouwen in: een ‘hooggekwalificeerd panel van onafhankelijke persoonlijkheden’ uit Amerika en de Europese Unie, waarvan de analyse en initiatieven de basis kunnen vormen voor de nodige besluiten van de regeringen. Nu, het zal in de eerste plaats een heksentoer zijn zo'n panel bij elkaar te krijgen. Iedere lidstaat van de NAVO zal er een landgenoot in willen hebben, en weinige regeringen zullen geneigd zijn iemand te benoemen van wie ze niet zeker zijn dat ze hun ideeën vertolken. Aan de voorwaarde van onafhankelijkheid zal dus ook moeilijk te voldoen zijn. Trouwens: regeringen zijn in 't algemeen weinig gesteld op ‘onafhankelijke’ adviezen.
Het facit moet dus luiden dat Schröder, door zo om te springen met de porseleinkast van de transatlantische betrekkingen, meer kwaad dan goed heeft verricht hoe juist zijn analyse ook mag zijn. Het is zelfs niet uitgesloten dat hij dit risico bewust heeft genomen, hogere prioriteit gevend aan het effect van zijn woorden in eigen land dan in het buitenland.
Schröder heeft immers al een keer de verkiezingen gewonnen op een anti-Amerikaans programma. Dat was in de herfst van 2002, toen de oorlog in Irak dreigde en Schröder zich daar scherp van distantieerde. Zijn tegenstander, Stoiber, had daar toen geen duidelijk antwoord op, want die dreigende oorlog was ook niet populair bij zijn kiezers. Nu staan er een paar deelstaatverkiezingen te wachten, die Schröders partij zonder Amerika onwelgevallige retoriek weleens zou kunnen verliezen.
Maar wat ook Schröders beweegredenen kunnen zijn geweest, geen Duitse keuze kan Duitslands buren onverschillig blijven. De Duitse buitenlandse en veiligheidspolitiek komt immers, zoals Schröder zei, voort ‘uit onze geografische en politieke situatie midden in Europa’. (In dit opzicht is het interessant dat hij vele goede woorden over had voor Rusland, maar Duitslands westelijke buren, incluis Frankrijk, niet noemde.)
Ook voor het kleine buurland Nederland heeft Schröders beleid als we het zo mogen noemen gevolgen. Maar welke? Trouw aan de NAVO is in elk geval geen voldoende alternatief. Daar heeft Schröder gelijk in.
NRC Handelsblad van 17-02-2005, pagina 9