Een mislukte kandidatuur
Wat is belangrijker: dat op de Brusselse top van eind vorige week de regeringsleiders van de Europese Unie het eens zijn geworden over de tekst van een Europese grondwet of dat er zich een diepe kloof heeft geopenbaard tussen diezelfde regeringsleiders over wie er voorzitter moest worden van de Europese Commissie in plaats van de onhandige Prodi?
Het verdrag over een Europese grondwet moet nu geratificeerd worden door de parlementen van de 25 lidstaten dan wel aan referenda onderworpen worden. Het zou, zeker gezien de euroscepsis die zich alom bij de Europese verkiezingen gemanifesteerd heeft, een wonder zijn als de uitslag van dit proces niet in ten minste één land negatief zou uitvallen, en dan komt die grondwet er niet.
De onderhandelingen die dan opnieuw moeten beginnen, zullen ongetwijfeld gemarkeerd worden door de tegenstellingen die de stemming op het diner van de regeringshoofden van vorige week donderdag volgens Le Monde ‘houleux’ (stormachtig) en volgens de Frankfurter Allgemeine ‘sehr laut und unwirsch’ (zeer luid en nors) maakten, zozeer zelfs dat de Finse staatspresident zich met zorg afvroeg of die slechte stemming niet een teken was van een diepere kloof in de EU. Natuurlijk was dat zo!
Het ging om de kandidatuur van de Belgische premier, Guy Verhofstadt, die sterk gepousseerd werd door Frankrijk en Duitsland. Juist om die reden verzetten Engeland en een reeks van andere, veelal nieuwe lidstaten zich tegen die kandidatuur. Zij waren niet vergeten dat Verhofstadt verleden jaar als schildknaap had gefungeerd bij het Frans-Duitse verzet tegen Amerika. Een anti-Amerikaanse voorzitter van de EU, dat ging niet.
Nu is dat laatste verwijt misschien onbillijk - Verhofstadt zelf voelt er zich diep door gegriefd - maar je hoeft geen bewonderaar van Bush te zijn om te menen dat de EU niet gebaat zou zijn met een voorzitter die ook in Washington de naam heeft, terecht of ten onrechte, anti-Amerikaans te zijn. Verhofstadts geestdrift voor een Europees hoofdkwartier naast de NAVO heeft hem in elk geval verdacht gemaakt, ook bij de lidstaten die hun belangen niet door zo iemand verdedigd willen zien.
Maar los van de vraag of Verhofstadts internationale optreden altijd even prudent is geweest, zijn er ook andere bezwaren. Moet de leiding van de EU toevertrouwd worden aan iemand die door Derk-Jan Eppink in zijn laatste boek, Avonturen van een Nederbelg, beschreven wordt als ‘van origine een onzeker, twijfelend figuur’?
Laten we echter niet uitsluitend afgaan op het oordeel van een Nederlander, hoe goed geïnformeerd omtrent België ook. De Vlaamse Standaard spreekt van Verhofstadts ‘legendarisch voluntarisme’ (lees: wensdenken), ‘zijn gebrek aan realisme’, ‘zijn chaotische manier om de zaken te bemeesteren’. Niet bepaald kwaliteiten die iemand geschikt maken als voorzitter van de EU.
En dan: Verhofstadts liberale partij had zojuist bij de Europese verkiezingen in Vlaanderen een zware nederlaag geleden. Zij was daar voorbijgestreefd door het Vlaams Blok. Zou een politicus die in eigen land verslagen was, de juiste figuur zijn om het gezag van de EU op te krikken? Chirac en Schröder moeten dit allemaal geweten hebben toen ze hem bleven steunen, maar blijkbaar woog voor hen de wens een zetbaas als voorzitter te hebben zwaarder dan die bezwaren.
Naast de voorlopige vreugde die het akkoord over de grondwet bezorgt, is de mislukking van dit Frans-Duitse opzetje een reden tot voldoening. Premier Balkenende zei gisteren in de Tweede Kamer dat hij voor geen van de twee kandidaten - Verhofstadt en Patten - een blokkade had opgeworpen, wat de eerste betreft: waarschijnlijk uit Benelux-loyaliteit. Die kan hij nu opnieuw tonen door zijn steun te geven aan Luxemburgs premier Juncker of - ja, waarom niet? - aan Jean-Luc Dehaene, die het voorzitterschap van de EU in 1994 aan zijn neus voorbij zag gaan. Maar ook Dehaene, die zeker beter zou zijn dan Verhofstadt, is binnenlands verzwakt. In de stad waarvan hij burgemeester is, Vilvoorde, is het Vlaams Blok bij de Europese verkiezingen de grootste partij geworden. Die partij, die met 24,1 procent in Vlaanderen (34,9 in Antwerpen) de tweede partij in Vlaanderen is geworden, is nu een macht geworden die niet langer genegeerd kan worden.
‘In de lagere klassen zit het Blok aan zijn plafond’, zegt de socioloog Kris Deschouwer (Standaard, 12 juni). ‘Het kan alleen nog groeien in de middenklasse, en dat lijkt ook te lukken, dankzij zijn nieuwe, salonfähig imago, dat alle verwijzingen naar een verleden van geweld en neonazi's bant. Het Blok rekruteert vandaag uit elk segment van de samenleving. Een protestpartij kun je het niet meer noemen.’
Moet het cordon sanitaire dat de andere partijen om het Blok hebben gelegd, gehandhaafd worden? Deschouwer acht het ‘totaal contraproductief’, en zijn collega Mark Elchardus zegt: ‘Hoe kun je een kiezer terugwinnen als je hem vooraf al als een racist brandmerkt?’ En Deschouwer weer: ‘Als het Blok meebestuurt, gaan heus de poorten van de hel niet open. (...) Vandaag is de democratie zoveel sterker’ (dan in de jaren '30). ‘Er zijn zoveel checks and balances: Europese verdragen, internationale verdragen, het Arbitragehof dat op de regels past.’
Wat heeft dit alles met Europa te maken? Het Vlaams Blok is een nationalistische beweging, en nationalisme is principieel strijdig met de Europese gedachte. Maar zo'n beweging kan ook door Europa civieler worden, maar dan moet Europa anders handelen dan het vier jaar geleden tegenover Oostenrijk deed, toen daar Haiders partij in de regering kwam. Toen ondernam het, vooral op instigatie van Verhofstadts regering, een boycotactie tegen Oostenrijk - overigens zonder succes.
Het zou een ironie van de geschiedenis zijn als Verhofstadts land nu zelf slachtoffer van zo'n boycot zou worden, indien daar het Vlaams Blok niet alleen salon- maar ook regierungsfähig zou worden. Haiders partij duikelde overigens bij de Europese verkiezingen van 23,4 procent in 1999 op 6,3 procent. Niet als gevolg van die boycot.
NRC Handelsblad van 24-06-2004, pagina 9