Untergang des Abendlandes?
Laten we aannemen dat de Europese Unie, wanneer (of liever: als) zij overeenstemming zal hebben bereikt over een grondwet, zich binnen niet al te lange tijd zal ontwikkelen tot een slagvaardige politieke en, als het moet, militaire eenheid.
Laten we ook aannemen dat zij erin slaagt, in 2010 's werelds meest dynamische en concurrerende economie te hebben, zoals zij zichzelf vier jaar geleden in Lissabon heeft beloofd.
Laten we aannemen dat deze boude vooronderstellingen werkelijkheid worden dan is Europa er nog niet. Dan immers blijven de demografische ontwikkelingen in de wereld zich sterk in het nadeel van Europa voltrekken, en die ontwikkelingen bepalen in laatste aanleg en op de lange trouwens: niet zo erg lange duur de correlatie van krachten in de wereld.
Zeer vereenvoudigd gezegd: Europa veroudert snel door vruchtbaarheidsdaling, terwijl Afrika bezuiden de Sahara en het Midden-Oosten steeds jonger worden. één voorbeeld: in 2015 zal de mediane leeftijd in Europa 42,2 jaar bedragen, in Jemen 16,3. Het is duidelijk dat deze mensenmassa's in een leeftijd die gewoonlijk politiek ontvlambaar is zich politiek op enigerlei wijze zullen manifesteren. Dat doen ze in het Midden-Oosten overigens nu al.
Ook in China en India daalt de vruchtbaarheid, maar minder snel dan in Europa. In het jaar 2050 zal in China 30 procent van de bevolking ouder dan 60 jaar zijn (in Europa: 35) dit als gevolg van het drastische bevolkingsbeleid dat slechts één kind per gezin toestaat (en op een groot tekort aan vrouwen dreigt uit te lopen). In India is de officiële geboortebeperking grotendeels mislukt. Niettemin zullen in 2050 de zestigplussers 20,4 procent van de bevolking uitmaken.
Ook daar dus problemen, maar Europa spant de kroon. Als het aantal per vrouw geboren kinderen daar op het peil van 2000 zou blijven (1,38 in het Europa van de vijftien, terwijl het vervangingsniveau 2,1 is), zou er elke generatie van dertig jaar een vermindering met een kwart optreden.
In het grootste land van de EU, Duitsland, ligt de vruchtbaarheid op 1,3 kind per vrouw (terwijl zij op 2,1 zou moeten liggen als het bevolkingscijfer stabiel wil blijven). Bij gelijkblijvende trend zou de bevolking, die nu 82 miljoen bedraagt, in 2050 op ongeveer 60 miljoen terugvallen, dus 28 procent lager. De overeenkomstige percentages voor het Europa van de vijftien en dat van de 25 zijn respectievelijk 16 en 17. Dramatisch dus.
Immigratie kan hier geen oplossing bieden, maar wel soelaas althans demografisch gezien. Politiek daarentegen levert immigratie grote problemen op. De politieke instabiliteit die het schijnbaar zo bedaarde Nederland in 2002 heeft gekend, ligt nog in ieders geheugen. (Of niet? Het heeft er ook veel van dat we het weer vergeten hebben.) In Vlaanderen stijgt het Vlaams Blok alsmaar.
Wie denkt dat de uitbreiding van de EU met tien nieuwe leden (Rumsfelds ‘nieuwe Europa’) tot de verjonging van heel Europa zal bijdragen, heeft het mis. De demografische toestand is daar nog verontrustender dan in het ‘oude Europa’. De vruchtbaarheid bedraagt 1,25 kind per vrouw, nog minder dan in Duitsland dus. ‘Ik zou (als Europeaan) op mijn knieën vallen, Allah danken en Turkije smeken in de EU te komen’, zegt de ‘avontuurlijke kapitalist’ Jim Rogers, die Roel Janssen in de krant van 6 mei jl. aan het woord liet, maar pleiten voor zo'n politiek levert in de meeste landen, om het zacht te zeggen, geen stemmenwinst op.
Moeten wij spreken van een Untergang des Abendlandes? Misschien, maar dan toch met de grote uitzondering van de Verenigde Staten. Dat is een ‘eiland van relatieve rust in de stormachtige zee van de demografische ontwikkeling’, zegt Paul S. Hewitt, tot voor kort verbonden aan het Center for Strategic and International Studies in Washington, in de Frankfurter Allgemeine van 23 maart jl.
Hier is sprake van een robuuste bevolkingsgroei, gevolg van hoge immigratiecijfers (1,1 tot 1,2 miljoen gemiddeld per jaar) en een stabiele vruchtbaarheid (2,1 in 2001), voldoende om de snelheid van het verouderingsproces (ook daar) af te zwakken. De bevolking zal er, naar verwachting, tussen nu en 2050 met ongeveer 44 procent toenemen tegen een verwachte daling van 13 procent in Europa. Een ander soort kloof tussen Europa en Amerika?
‘Wanneer wij naar de toekomst kijken’, schrijft Paul Hewitt, ‘zullen onze belangen eisen dat India, China en andere grote ontwikkelingslanden beginnen te functioneren als motoren van de mondiale groei, misschien zelfs onze militaire bondgenoten worden.’ Dit thema werkt hij helaas niet verder uit. Wie verstaat hij onder onze? En tegen wie zouden India en China ‘onze’ militaire bondgenoten moeten zijn?
Voorlopig lijkt George Orwells toekomstvisie van een wereld verdeeld in drie grote mogendheden, Oceania, Eurasia en Eastasia, die voortdurend met elkaar in oorlog zijn, evenveel kans van slagen te hebben. En waar is Europa in die driedeling te vinden?
Een mogelijkheid, al is zij nog zo klein, mag niet uitgesloten worden: dat de vooronderstellingen die in het begin van dit artikel genoemd werden, nl. dat Europa erin slaagt een macht te worden waar economisch, politiek en militair rekening mee moet worden gehouden, werkelijkheid worden en dat dit zo'n zelfvertrouwen en optimisme in Europa zal voortbrengen dat ook het demografisch deficit zal verdwijnen. Gelove wie wil. Europa is inderdaad een kwestie van geloof.
Met dank aan prof. dr. D.J. van de Kaa.
NRC Handelsblad van 17-06-2004, pagina 9