Geen heiligenkalender
Directorium volgens Van Dale betekent dit: 1. bestuurslichaam; 2. heiligenkalender. Nu, de laatste betekenis heeft het woord zeker niet voor degenen die het gebruiken wanneer enkele staten zich apart beraden om leiding te geven aan de club waartoe zij behoren (de NAVO of EU bijvoorbeeld) met uitsluiting van de andere lidstaten dus.
Voor die anderen heeft het op zichzelf neutrale woord dus een pejoratieve betekenis: hier beslissen enkele in de praktijk: grote landen over het lot van de rest, die uit kleinere landen bestaat. Wanneer echter enkele van die kleine apartjes hebben, in Beneluxverband bijvoorbeeld, dan worden daar nooit kwade bedoelingen achter gezocht. Gek eigenlijk.
Hoe het ook zij toen op 19 oktober, voorafgaand aan een bijeenkomst van alle regeringsleiders van de EU, Blair, Chirac en Schröder in Gent bijeenkwamen om zaken te bespreken die in aller belang waren, was verontwaardiging de reactie van de uitgeslotenen. Erg elegant was het dan ook niet. Vooral Verhofstadt, voorzitter van de EU nog wel, kon zich geschoffeerd voelen, want hij werd in zijn eigen stad uitgesloten.
Maar die verontwaardiging belette Blair niet om op 4 november weer een apartje te beleggen met zijn Franse en Duitse collega's, nu in Londen. Deze keer werd het plannetje echter verijdeld, omdat enkele andere regeringsleiders van de EU, onder wie Kok, zichzelf uitnodigden. Zodra ze er, al dan niet uitgenodigd, bij zijn, hebben ze blijkbaar minder bezwaar tegen zo'n ‘directorium’. Gek eigenlijk. Ach, waarom zouden landen die daar behoefte aan hebben, niet zo nu en dan de koppen bij elkaar steken? Tegen het periodieke Frans-Duitse topoverleg, dat al veertig jaar bestaat, tekenen de uitgeslotenen immers ook geen bezwaren aan? Lange tijd werd het zelfs als de motor van de Europese integratie dus onmisbaar beschouwd.
Nu die motor al een jaar of tien minder goed werkt dan vroeger, is er veel voor te zeggen hem weer op gang te krijgen door het Verenigd Koninkrijk erbij te halen. Vooral het anglofiele Nederland zal daar geen bezwaren tegen in kunnen brengen, te minder nu ook hier het geloof dat er ooit een Europese federatie met één regering tot stand komt, vrijwel verdwenen is.
Die bezwaren verliezen nog meer aan kracht wanneer bedacht wordt dat ‘directorium’ nog niet eenheid betekent. Aan de lotgevallen van de Frans-Duitse ‘as’ hebben we dat kunnen zien. In een Brits-Frans-Duits ‘directorium’ zijn de belangen en inzichten van de deelnemende landen nog minder identiek. Dat hoeft niet op ruzie uit te lopen, maar veel bestuurskracht zal er niet van uitgaan. Dat zal nog minder het geval zijn als de Berlusconi's, Aznars en Koks van deze wereld hun zin krijgen en hun landen er eveneens deel van gaan uitmaken. En als straks de EU uitgebreid wordt met tien, voornamelijk Centraal- en Oost-Europese landen, zal billijkerwijs ook dit deel van Europa er in vertegenwoordigd moeten worden, door Polen bijvoorbeeld, dat haast even veel inwoners als Spanje telt (bijna 40 miljoen).
De uitgeslotenen zullen, met andere woorden, weinig last krijgen van zo 'n ‘directorium’, maar of het de EU tot een krachtiger en besluitvaardiger global player zal maken dan zij althans volgens minister Van Aartsen nu al is, is natuurlijk de grote vraag. Gezien de verschillen in belangen en inzicht in Europa verschillen die ook in een ‘directorium’ tot uiting zullen komen past hier de nodige scepsis.
Maar intussen is er wellicht een heel ander ‘directorium’ in de maak. Immers, als er één verschijnsel na 11 september bijna spectaculair was, dan is het de solidariteit die Ruslands president Poetin onmiddellijk betuigde met het getroffen Amerika. En bij woorden liet hij het niet, want hij stelde het Russische luchtruim open voor Amerikaanse vliegtuigen en stemde ermee in dat deze gebruik konden maken van bases in Ruslands achtertuin: de vroegere Centraal-Aziatische sovjetrepublieken.
Vorige week zei hij, op bezoek bij president Bush, dat deze afspraken model staan voor verdere militaire samenwerking met Amerika en de NAVO. Zelfs van de toetreding van de Baltische landen eveneens ex-sovjetrepublieken tot de NAVO maakt hij geen halszaak meer. Het is duidelijk dat hij, de oud-KGB-man die Ruslands zwakten beter kent dan zijn generaals dat doen, in nauwe aansluiting bij het westen Ruslands belang ziet. Volgens Dominique Moïsi in onze krant van gisteren máákt Rusland nu al ‘deel uit van het westen’ en is het ‘een belangrijke strategische partner van de VS’.
Nog zijn er meningsverschillen tussen beide landen, maar ook voor Amerika zit er veel aantrekkelijks in een speciale relatie met Rusland. Een regering die, zoals die van Bush, haar handen vrij wil houden (en niet, zoals in Kosovo, gebonden), zoekt dat is nu al duidelijk haar steunpunten niet in organisaties waarvan de besluitvorming omslachtig is (zoals de NAVO, de EU en, niet te vergeten, de VN), maar in afzonderlijke landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en waarom niet? Rusland.
Gezien de grootte van dat laatste land zou zo'n speciale relatie zich, althans in de ogen van anderen, kunnen ontwikkelen tot een ‘directorium’. Zeker, zo ver is het nog lang niet. In beide landen zouden daarvoor eerst sterke weerstanden overwonnen moeten worden. Maar ondenkbaar is het niet. Zou de EU zo'n ontwikkeling moeten toejuichen? Zeker is wel dat zij ten koste zou gaan van de invloed die de EU, al dan niet onder eigen ‘directorium’, op het wereldgebeuren kan oefenen.
NRC Handelsblad van 22-11-2001, pagina 7