Voer voor zelfgenoegzaamheid
Nederland is een natie ‘die open en objectief meent te zijn, maar ook enorm lange tenen heeft en van buitenlanders maar moeilijk kritiek slikt’, schrijft Steven de Foer, die van 1997 tot 2000 correspondent van De Standaard in ons land was, in het zojuist verschenen boekje Onder Hollanders: een Vlaming ontdekt Nederland (uitg. Balans).
Hetzelfde zei de Amerikaanse schrijver Norman Mailer zaterdag voor een Nederlands publiek van zijn land: Amerikanen kunnen kritiek op hun land niet uitstaan. Ongetwijfeld vond een groot deel van dat gehoor dit ‘typisch Amerikaans’, terwijl ze zelf, volgens De Foer, ‘iedere zweem van negatieve kritiek als een dolksteek in het hart van hun land beschouwen’.
Ja, een ‘genadeloze analyse van het hedendaagse Amerika’, zoals de verslaggever Mailers rede noemde in de krant van 29 oktober, horen velen graag, omdat die hun oordeel - om niet te zeggen: vooroordeel - bevestigt, en dat is altijd prettig. Of Mailer bij uitstek gekwalificeerd is zo'n analyse ten beste te geven, vragen ze dan meestal niet.
Niet dat Mailer alleen maar onzin debiteerde. Zo ben ik het met hem eens dat de Twin Towers ‘het ritme van de skyline van Manhattan’ verstoorden. Puur architectonisch gesproken is hun verdwijning geen verlies. En wie van bijbelse vergelijkingen houdt, kan, met Mailer, denken aan de Toren van Babel, ‘die dan ook vernietigd moest worden’.
En wat zijn ‘genadeloze analyse’ betreft, die begon ook goed: ‘Amerika is een land dat opgebouwd is op een immens optimistisch en riskant idee van de menselijke natuur, namelijk dat als je de mensen genoeg vrijheid gaf, goed altijd van kwaad zou winnen. Veel elementen van dat idee hielden stand tot ver na de Tweede Wereldoorlog, tot in het heden. Het land had zijn zwakheden, maar bleef vasthouden aan een idee van vrijheid en gelijkheid.’
Nu, deze beschrijving zou als muziek in de oren moeten klinken van alle Europeanen die ook vasthouden aan een idee van vrijheid en gelijkheid en wie doet dat niet? en, meer in het bijzonder, die Europeanen die eveneens een optimistisch denkbeeld aanhangen en denken dat de mens goed is, zoals vroeger de liberalen en nu nog de socialisten. Amerika als model voor progressief Nederland!
Wat is er dan volgens Mailer misgegaan met Amerika? Welnu, om te beginnen was Amerika ‘ook opgebouwd rond een ernstig gebrek aan wortels, die kenmerkend waren voor andere landen’. De opmars van de technologie in de jaren vijftig en zestig droeg ertoe bij dat die wortels nog radicaler werden uitgeroeid. Televisie, met zijn niet aflatende interrupties door de commercie, droeg er het zijne toe bij. (De laatste twee zinnen staan in het verslag niet tussen aanhalingstekens, maar ik neem aan dat zij Mailers woorden goed weergeven.)
Daar vallen wel enige kanttekeningen bij te plaatsen. In de eerste plaats is ook Nederland, met of zonder commercie, slachtoffer van de platste televisieterreur. (Slachtoffer? We willen zélf doodgeamuseerd worden, en ik voorspel bij de volgende verkiezingen een grote winst voor de VVD, met haar trio lachen, gieren, brullen als lijsttrekkers.) Hoe het ook zij, het is, wat dit betreft, niet aan ons de beschuldigende vinger naar Amerika uit te strekken.
In de tweede plaats: het gebrek aan wortels en historisch bewustzijn (de laatste twee woorden eveneens zonder aanhalingstekens in het verslag). Inderdaad, Amerika's verleden is minder lang dan dat van Europa. Het is een betrekkelijk jong land, zij het wél met de oudste grondwet ter wereld. En doordat het jong is, heeft het, in tegenstelling tot de Europese landen, nog nauwelijks gelegenheid gehad zijn onschuld te verliezen.
Dat wil niet zeggen dat het geen fouten - en erger - op zijn geweten heeft, maar zijn grondhouding is, althans tot 11 september, optimistisch en getuigend van een sterk, bijna missionair - en daardoor vaak irriterend - geloof in de mens. Cynisme vind je er eigenlijk alleen in de New Yorkse wisecracks en in de buitenlandse politiek van Kissinger (niet toevallig een Europeaan met een grote kennis van de Europese geschiedenis).
In Europa wordt vaak kritiek geuit op het jonge, idealistische, ja naïeve Amerika. Wij, Europeanen met onze eeuwenoude ervaring, weten het zoveel beter! (Deze klacht werd tijdens de Indonesische kwestie (1945-1950) veel in Nederland gehoord niet alleen uit conservatieve hoek.) Maar wie heeft meer schade aangericht in de geschiedenis: het naïeve Amerika of Europa met zijn holocausten? Niet voor niets noemde Mailer de twintigste eeuw ‘de ergste eeuw in de geschiedenis’.
Gebrek aan wortels is niet hetzelfde als gebrek aan historisch bewustzijn, hoewel Mailer ze in één adem schijnt te noemen. Als je door Amerika reist, struikel je bijna over de gedenkplaten die een of andere historische gebeurtenis memoreren. Die zijn er natuurlijk meer in het zuiden, oosten en noordoosten, omdat die streken het eerst gekoloniseerd werden.
Nederlanders zijn wel de laatsten om Amerika gebrek aan historisch bewustzijn te verwijten. Wat weet de jeugd - ja, wat weet de Tweede Kamer - van de eigen geschiedenis? Voor heel wat meer Amerikanen is Lincoln een begrip, ja, een levende figuur, dan voor Nederlanders zijn tijdgenoot Thorbecke dat is. We zouden Mailer eens moeten uitnodigen een tijdje in Nederland rond te kijken en dan zijn kritiek te spuien. Die zou dan waarschijnlijk even ‘genadeloos’ uitvallen.
Hij zou dan vermoedelijk ook bezwaren hebben tegen onze ‘achting voor taal’, die de Amerikanen volgens hem ‘helemaal kwijtgeraakt’ zijn. ‘Een democratie kan niet functioneren zonder respect en de accuratesse en intensiteit van taal’, zei hij. Hoe dat in Amerika zit, weet ik niet, maar kom daar eens in Nederland om! Daar word je uitgelachen als je je accuraat probeert uit te drukken.
Kortom, er is misschien veel op Amerika aan te merken, maar op Europa, en zelfs Nederland, ook. Het bezwaar tegen die Amerikaanse, in het buitenland uitgesproken zelfkritiek geldt niet zozeer de inhoud ervan - hoewel ook daar vaak veel op aan te merken is - als wel het feit dat zij de Europese, in dit geval: Nederlandse toehoorder zo zelfgenoegzaam maakt. Om het gebed van de farizeeër te parafraseren: O God! Ik dank u dat ik niet gelijk ben aan die Amerikanen.
NRC Handelsblad van 01-11-2001, pagina 9