Een ongelukkige vergelijking
Voor iedereen die in Albanië en Macedonië de kampen bezoekt waar honderdduizenden Kosovaarse vluchtelingen in de meest primitieve omstandigheden ondergebracht zijn en hun verhalen over moorden en verkrachtingen hoort, is dat natuurlijk een aangrijpende ervaring. Ook journalisten die daarover verslag moeten doen aan het thuisfront, ontkomen - hoe gehard hun vak hen ook gemaakt mag hebben - niet altijd aan de emoties die dergelijke taferelen en verhalen wekken.
Margriet Brandsma, die vier weken lang voor het NOS-Journaal dit werk deed, verhaalt ervan in de Volkskrant van zaterdag. ‘De combinatie van fysieke vermoeidheid en al die ellendige indrukken maakte het steeds moeilijker de normale journalistieke afstand te bewaren’, zegt ze, bekennend dat dit haar twee keer niet gelukt is: toen werden de emoties haar te machtig. Begrijpelijk. Een keer bezocht ze zo'n kamp met een collega van de BBC. Die zei, zo vertelt ze: ‘Dit is Auschwitz in kleur.’ Maar, zo laat ze er direct op volgen, ‘die vergelijking mag geen enkele journalist trekken.’ Inderdaad, niet alleen verandert de verslaggever dan in commentator, maar bovendien is de vergelijking vals.
Niettemin maakte ook minister-president Kok vorige week die vergelijking, nadat hij, op bezoek in Polen, het voormalige concentratiekamp Majdanek had bezocht, waar in de Tweede Wereldoorlog 235.000 van de in totaal 300.000 gevangenen de dood vonden (ik ontleen die cijfers aan het desbetreffende bericht van het ANP).
Dit bezoek had hem, zo Kok, ‘door de ziel gesneden’, waaraan hij de volgende beschouwing vastknoopte: ‘Mensen werden in de oorlog beoordeeld op hun afkomst. Daarna zeiden we: dit nooit weer, maar helaas is het nu weer volop actief.’ Hij doelde natuurlijk op Kosovo. Miloševic mag daar ‘niet zo doorgaan. Ook dat is de verbinding tussen toen en vandaag.’
Kok is geen verslaggever. Hij is een verantwoordelijke politicus, die een eigen mening mag, ja moet hebben en, zo nodig, uiten. Toch blijft de vergelijking die hij trok vals. De stelselmatige, fabrieksmatige miljoenenmoord op de joden in de Tweede Wereldoorlog is van een andere orde dan de moorddadige bijverschijnselen van de oorlog op de Balkan. Die zijn, om zo te zeggen, traditioneel.
In de zogenaamde Historikerstreit, die tien jaar geleden in Duitsland woedde, benadrukten alle deelnemers aan het debat - ook de historicus Ernst Nolte, die het debat had uitgelokt - de uniciteit van ‘Auschwitz’. Zeker, door de hele geschiedenis heen was er op massale schaal gemoord en ‘etnisch gezuiverd’ geweest, maar nooit op zo'n planmatige, industriële manier.
‘Auschwitz’ vloeide voort uit een ideologie, die in talloze geschriften vastgelegd en een heel volk jarenlang vakkundig ingeprent was geweest. Het hele administratieve en industriële apparaat van een moderne staat stond ter beschikking van die moord. Daar kon Kosovo - hoe verschrikkelijk het moorden daar ook is - niet mee vergeleken worden. Auschwitz had geen voorgangers, Kosovo heeft er vele.
Het is niet onbelangrijk dit onderscheid te maken en te handhaven. Het is niet alleen nodig terwille van de historische zuiverheid, maar ook ter voorkoming van mythevorming. Mythes zijn op zichzelf, als ze al enige relatie hebben tot de werkelijkheid, er vereenvoudigingen, zo niet verdraaiingen, van. Door hun eenvoud spreken ze het publiek meer aan dan de vaak ingewikkelde werkelijkheid. Verkeerde consequenties worden er dan even vaak uit getrokken.
Democratieën zijn niet immuner voor dit gevaar dan andere staatkundige constructies. In een democratie beslist in laatste aanleg het publiek, en dat is - zeker in het televisietijdperk - onderhevig aan de simplificerende beelden waartoe de werkelijkheid gereduceerd wordt. Bovendien is het gevoelig voor emoties, en daaraan beantwoorden mythes ook beter dan nuances. Geen politicus die herkozen wil worden - en welke politicus wil dat niet? - kan daar onverschillig voor zijn.
De zaak van de mensenrechten, terwille waarvan de oorlog om Kosovo begonnen is, is te belangrijk om niet ook nog belast te worden met Auschwitz als manend, zo niet dreigend voorbeeld. Als alles gereduceerd wordt tot Auschwitz, verliest dit zijn uniciteit, wordt het geïnstrumentaliseerd voor een ander, al is het nog zo verheven, doel. Het dieptepunt bereikte die dominee wel die de zinloze dood van twee Gorcumse meisjes in een disco met de holocaust vergeleek.
Een te gemakkelijke vereenzelviging van andere schendingen van mensenrechten met Auschwitz legt ons bovendien verplichtingen op die we onmogelijk alle kunnen vervullen, en wanneer dat blijkt, volgen onvermijdelijk cynisme en een terugkeer tot eigen besognes. Alleen al om dat te voorkomen, is het nodig dat zo'n vergelijking vermeden wordt.
NRC Handelsblad van 18-05-1999, pagina 9