Opsporing verzocht
‘Opsporing verzocht’ heet een rubriek waarmee het dagblad Trouw is begonnen na de arrestatie van generaal Pinochet in Londen. In die rubriek zet Trouw ‘een serie mannen op een rijtje die mogelijk thuishoren in de verdachtenbank van een internationaal strafhof’.
Aan de beurt zijn geweest, onder anderen, Baby Doc Duvalier (Haiti) generaal Videla (Argentinie), Kabila (Congo), Rios Montt (Guatemala), Idi Amin (Uganda), Milosevic (Servie), Khieu Samphan (Rode Khmer). Het wachten is nog op Fidel Castro (Cuba), maar aangezien de lijst eindeloos voortgezet kan worden, komt die ook nog wel aan de beurt.
Vrijdag stond Michael Gorbatsjov in het rijtje. Dat zal de ontelbaren in het Westen verrassen voor wie hij tien jaar geleden de lieveling, zo niet heiland, was. Maar ja, hij is nu eenmaal, zoals Trouw uitlegt verantwoordelijk voor het bloed dat in Tbilisi, Bakoe en Vilnius gevloeid heeft, al is dat misschien niet op zijn direct bevel gebeurd.
Maar dit laatste voorbeeld geeft meteen aan tegen welke dilemma's een principieel mensenrechtenbeleid oploopt. Zeker, Gorbatsjov was een marxist en als zodanig iemand voor wie mensenrechten, om het zacht te zeggen, niet de hoogste prioriteit hadden. Noemde Marx mensenrechten niet een burgerlijk concept? Maar daar staat tegenover dat Gorbatsjov machtig heeft bijgedragen aan het eind van de Koude Oorlog en, hoewel dat niet zijn bedoeling was, aan het eind van het communisme. In die laatste functie heeft hij de zaak der mensenrechten een grote dienst bewezen.
Moet zo'n man nu voor de internationale rechter gedaagd worden? Met het einde van de Koude Oorlog is het gevaar van een Derde Wereldoorlog voorlopig verdwenen. Is dat niet net zo belangrijk, zo niet belangrijker als de eerbiediging van mensenrechten? Ja. In de praktijk hebben alle democratische landen dan ook altijd prioriteit gegeven aan het vermijden van oorlog boven de handhaving van mensenrechten.
Daarom is het onzin te zeggen dat mensenrechten de hoogste prioriteit in een buitenlands beleid dienen te hebben (of zelfs: hebben).
Hogere prioriteit heeft altijd de voorkoming van oorlog, wat in dit tijdperk betekent: nucleaire oorlog. Als die uitbarst - en dat was een mogelijkheid waarmee tijdens de Koude Oorlog altijd rekening moest worden gehouden - hebben de mensen wel andere dingen aan het hoofd dan mensenrechten.
Dat betekent dat een principieel mensenrechtenbeleid nooit tot in al zijn consequenties - waaronder boycot, verbreking van alle contacten en zelfs in staat van beschuldiging stellen van verantwoordelijken - gevoerd kan worden tegen een land dat machtig genoeg is om een wereldoorlog te ontketenen, zelfs om onze veiligheid te bedreigen (zoals, bijvoorbeeld nazi-Duitsland voor 1940).
En dat heeft weer tot gevolg dat in de praktijk zulke consequenties alleen worden aanvaard wanneer het gaat om landen die de capaciteit niet hebben, landen als Zuid-Afrika (tijdens het apartheidsregime) en Chili. En het dagblad Trouw stelt Gorbatsjov ook pas in staat van beschuldiging nadat zijn rol als vredestichter is uitgespeeld. Daarvoor was het te riskant: hij beschikte toen immers over middelen waarmee hij dood en verderf over de hele wereld kon zaaien. Zo'n dubbele standaard is moreel heel onbevredigend, maar dat mag geen reden zijn om dan maar helemaal niets te doen op het gebied van de mensenrechten. Met de arrestatie en eventuele berechting van Pinochet brandt noch het Verenigd Koninkrijk noch Spanje, dat om uitlevering heeft gevraagd, zijn vingers (want daar is Chili te onbelangrijk voor), maar geven ze wel een waarschuwing aan andere schenders van mensenrechten. Misschien helpt het.
Mensenrechten kunnen, zoals betoogd, nooit de hoogste prioriteit krijgen, maar met het einde van de Koude Oorlog is die prioriteit wel gestegen.
Het gevaar van een wereldoorlog, in het licht waarvan vele andere prioriteiten, waaronder mensenrechten veelal verbaal moesten blijven, is geweken. Daardoor hebben de mensenrechten vanzelf een hogere prioriteit gekregen.
Zij ondervinden nu eerder concurrentie van andere prioriteiten, bijvoorbeeld die van economische betrekkingen. Moeten wij voordelige economische relaties met, zeg, China of Indonesie op het spel zetten omdat daar de mensenrechten niet voldoende naar onze smaak geeerbiedigd worden? Een dilemma, maar nauwelijks een moreel dilemma, zoals de keuze tussen mensenrechten en vrede er wel een was. Ook op het gebied van economische betrekkingen moeten de mensenrechten vaak het hoofd buigen maar in Nederland valt dit nogal mee. De kans onderzeeboten aan Zuid-Afrika te verkopen heeft het, onder het kabinet-Den Uyl, laten lopen wegens de apartheid. Of de arbeiders van de betrokken werven dit besluit toegejuicht hebben, is de vraag. Wie wel juichte was Frankrijk, dat met de order wegliep. De gids die Nederland zich vaak op het gebied der mensenrechten waant, had dus geen volgers, en wat is een gids zonder volgers? Frankrijk, het land waar de mensenrechten het eerst werden geformuleerd, geeft in zijn Afrikaanse beleid nog altijd de prioriteit aan andere overwegingen. Onlangs nog was president Chirac de gastheer van vele Afrikaanse staatshoofden met bloed aan hun handen.
Wanneer Nederland een ander mensenrechtenbeleid voert, moet het dit dan ook doen zonder illusie - en zonder op-de-borst-klopperij - maar uitsluitend omdat dit beantwoordt aan de Nederlandse opvattingen van moraal en fatsoen. En ook dan is het een voortdurend afwegen van morele en andere belangen.
NRC Handelsblad van 15-12-1998, pagina 9