Onwaarachtigheid in Madrid
‘De NAVO is een militair bondgenootschap en geen politieke club’, zei de Britse premier, Tony Blair, dinsdag op de topconferentie te Madrid. Hiermee ondersteunde hij, tegen een meerderheid van de leden in, de wens van president Clinton om de uitbreiding van de NAVO te beperken tot drie nieuwe leden: Polen, Tsjechië en Hongarije. Een meerderheid van negen leden had daar ook nog Slovenië en Roemenië bij willen hebben.
Als het waar is wat Blair zei, dan is Polen het enige land dat in aanmerking zou zijn gekomen om tot de NAVO toe te treden: het is een groot land met bijna negenendertig miljoen inwoners en zijn strategische ligging is belangrijk als buffer tussen Duitsland en Wit-Rusland, dat de facto een satelliet van Rusland is. Duitsland was dan ook groot voorstander van Polens toetreding.
Deze argumenten gelden in veel mindere mate voor Tsjechië en Hongarije. Het zijn kleine landen met elk ruim tien miljoen inwoners. Zij liggen minder direct op de weg van Rusland naar het Westen. Het Hongaarse grondgebied heeft bovendien geen directe aansluiting bij dat van de andere NAVO-leden. Het wordt daarvan afgesloten door Slowakije, Oostenrijk en Slovenië - een neutrale gordel dus.
Daarentegen was er een sterk militair argument om, als Hongarije eenmaal opgenomen zou worden in de NAVO (zoals nu besloten is), dat ook met Slovenië te doen. Het land zou dan als verbinding kunnen dienen tussen Italië en Hongarije, dat nu als een soort van NAVO-eiland in Midden-Europa zweeft. Italië was dan ook groot voorstander van Sloveniës toetreding.
De officiële argumenten op grond waarvan Polen, Tsjechië en Hongarije toegang tot de NAVO werd verleend, waren trouwens puur politiek, dus niet militair, van aard: de hervormingen in die landen waren ‘onomkeerbaar’ en ze waren op de goede weg naar de Atlantische gemeenschap.
Nu, dat geldt ook voor op z'n minst Slovenië, dat de toegang voorlopig geweigerd zag. Het geldt ook voor een land als Estland, dat veiligheid nog beter kan gebruiken dan Polen, Tsjechië of Hongarije, maar niet eens bij name genoemd wordt. Maar ja, het ligt, net als de andere Baltische landen, onbehaaglijk dicht bij Rusland en is praktisch onverdedigbaar. Maar dát argument wordt niet genoemd.
De waarheid is dat niemand de eigenlijke motieven voor de uitbreiding van de NAVO wilde noemen. Zo werd er een mengelmoes van argumenten opgedist, die elkaar voor een groot deel nog tegenspraken ook. Zo'n onwaarachtigheid voorspelt niet veel goeds voor de toekomst van de organisatie.
Haar reden van bestaan is dan ook, sinds het uiteenvallen van het Sovjetrijk, veel minder duidelijk dan zij in de eerste veertig jaar van haar bestaan was. Toen was haar ratio eenvoudig en duidelijk: bescherming tegen een mogelijke Russische agressie. Daar hadden de lidstaten veel geld voor over - ook, ja juist, in tijden dat de Europese leden nog bezig waren zich te herstellen van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog.
Doel was dus bescherming tegen agressie. Hulp, ja leiderschap van de Verenigde Staten was daartoe een middel. Nu is het doel verdwenen, althans sterk op de achtergrond geraakt en is het middel navenant minder essentieel geworden. Toch zijn de Europeanen niet bereid - zij het de een (vooral Frankrijk) meer dan de ander - verbreking van de band met de VS te riskeren. Behoud van die band is nu eerste doel van de NAVO geworden.
Met andere woorden: wat eerst middel was, is nu doel geworden, maar die nieuwe doelstelling is nog niet in duidelijke bewoordingen geformuleerd. Vandaar het draaien om de hete brij, waarvan het communiqué van Madrid het laatste staaltje was. Hoe lang kan dit nog volgehouden worden?
Door de Europeanen waarschijnlijk eindeloos lang, maar ook door de Amerikanen? Zullen zij niet ten slotte hun geduld verliezen? De eerste tekenen daarvan waren al te ontdekken in de vrij onbehouwen manier waarop zij korte metten maakten met Europese wensen omtrent uitbreiding van de NAVO: uitbreiding met niet meer dan drie landen, en daarmee uit.
Natuurlijk is dit grievend voor de Europeanen - vooral voor diegenen die goede gronden meenden te hebben om de uitbreiding niet tot die drie te beperken, maar als we de zaak met Amerikaanse ogen proberen te bekijken, ziet ze er iets anders uit.
Het Europese optreden in Bosnië (of liever: het falen daarvan) heeft per slot van rekening bij de Amerikanen geen indruk van vastberadenheid en offervaardigheid gevestigd. Het waren de Amerikanen die dit varkentje moesten komen wassen, en nu zij blijven bij hun besluit om hun troepen in juni 1998 uit Bosnië terug te trekken, staan de Europeanen niet klaar om die taak van hen over te nemen. Integendeel, de geluiden tenderen eerder naar: de Amerikanen weg? - dan wij ook.
En diezelfde Europeanen hebben wel voortdurend kapsones - nu laatstelijk weer over de uitbreiding van de NAVO, waarvan de kosten - die tussen de veertig en honderdvijfentwintig miljard dollar geschat worden (alleen voor de drie nieuwe leden) - wel grotendeels ten laste van de Amerikanen zullen komen, want de Europeanen zijn druk bezig hun begrotingen te besnoeien om aan de voorwaarden van de Europese monetaire unie te voldoen. President Chirac heeft al aangekondigd dat hij geen cent méér zal betalen.
Daarbij komt dat de Europeanen het zelden onderling eens zijn - ook niet over de uitbreiding van de NAVO. Van een Europese ‘defensie-identiteit’ in de NAVO, waarmee de Amerikanen in 1994 eindelijk ingestemd hebben, komt dan ook niets terecht. De heel kleine stapjes van ‘Amsterdam’ hebben die indruk van gebrek aan Europese eenheid en daadkracht ook niet verzwakt.
Let wel: dit is allemaal met Amerikaanse ogen bezien. Maar zien die ogen het zo slecht? Belangrijker echter is dat die Amerikaanse ogen - of ze nu goed of slecht zien - essentieel zijn voor de toekomst van de NAVO, dus voor de Europees-Amerikaanse band.
De Amerikaanse senatoren - meestal geen sophisticated diplomaten - zullen straks met een meerderheid van tweederden over uitbreiding van de NAVO moeten beslissen. Wordt die meerderheid niet gehaald, dan is de ramp voor de Europees-Amerikaanse relaties niet te overzien, alleen te vergelijken met het besluit van diezelfde Senaat in 1919/20 om niet toe te treden tot de Volkenbond - ook een schepping van een Amerikaanse president.
NRC Handelsblad van 11-07-1997, pagina 7