Tussenbalans na één dag
‘A fig leaf for France', “French fig-leaf” - zo luiden de koppen boven twee artikelen in The Financial Times van vandaag. Geen fraai staaltje van redactionele coördinatie. Zelfs wat de spelling betreft - fig leaf en fig-leaf - schijnt er geen eenheid ter redactie te bestaan. En dat in een van de beste kranten ter wereld.
Als het al zo moeilijk is coördinatie te bereiken onder een éénkoppige leiding - want de FT staat onder één hoofdredacteur - dan begrijpen we meteen hoeveel lastiger coördinatie nog is wanneer zo'n gezag ontbreekt. Dat is de betekenis van de “winst” die Frankrijk gisteren op de Amsterdamse eurotop heeft bereikt.
Want de besluiten over meer coördinatie op het gebied van economische groei en werkgelegenheid - waartoe trouwens het verdrag van Maastricht al verplichtte - blijven een lege huls zolang er geen gezag is dat die verplichtingen kan afdwingen en zolang het daarvoor nodige geld ontbreekt. Terecht spreekt de FT dan ook van een vijgenblad, waarmee getooid de Franse delegatie naar huis keert.
Natuurlijk zal zij, eenmaal thuis, hoog opgeven van de winst die zij in Amsterdam behaald heeft, maar het is de vraag of de Franse openbare mening dat niet zal doorzien - zo niet al dadelijk, dan toch wanneer de in het vooruitzicht gestelden banen uitblijven.
Wat dan? Het stabiliteitspact blijft onaangetast - dat is de winst die Nederland en Duitsland hebben bereikt -, dus de economieën van de landen die tot de Economische en Monetaire Unie toegelaten worden, blijven onder de strikte controle van de centrale Europese bank. De handelingsvrijheid die een Franse regering heeft - om ons daartoe te bepalen - is dus gering.
Maar zal de Franse openbare mening, wanneer de werkloosheid hoog blijft, zo zij niet stijgt - boodschap hebben aan de edicten van de centrale bank? In Frankrijk zijn wel eens om minder dwingende redenen - mei 1968 bijvoorbeeld - opstanden uitgebroken. Geen regering zal zo'n opstand kunnen bedwingen met een beroep op Frankfort.
Dus opnieuw: wat dan? Dr. J. Teeuwes, hoogleraar economie te Leiden, schetst in Trouw van vandaag twee mogelijkheden: verhogen van de staatsschuld en verhogen van de belastingen. In het eerste geval dreigt rentestijging. Die kan de centrale bank tegengaan door versoepeling van de kredietverlening. Maar dan dreigt inflatie.
Laat de bank de rente daarentegen wél stijgen, dan neemt de wisselkoers van de euro toe. Daar zou de Nederlandse economie zwaar door worden getroffen. Zij verliest dan haar concurrentiepositie ten opzichte van de Verenigde Staten, Japan en de Aziatische tijgers, waardoor de werkloosheid stijgt. Het is dan de Nederlandse regering die in een soortgelijke dwangpositie komt als de Franse. Het andere alternatief: Frankrijk verhoogt de belastingen en sociale premies. Als dáárdoor geen opstand ontstaat, lopen in elk geval de productiekosten fors op. Frankrijk wordt weggeconcurreerd op de internationale markten. De werkloosheid, die al hoog is, stijgt dramatisch. Kan de centrale bank dit met droge ogen aanzien? Neemt zij het risico dat Frankrijk, noodgedwongen uit de EMU stapt? Of laat zij dan de monetaire teugels toch vieren? Maar indien ter wille van Frankrijk, waarom dan niet later ter wille van een ander land?
Toegegeven: het is een doemscenario, dat bovendien erg slecht valt in de algemene euforie na de eerste dag van de top. Maar wie durft te beweren dat het helemaal ondenkbaar is? In elk geval is het zeker dat de inter-Europese spanningen na de top nog lang niet de wereld uit zullen zijn. Zij zullen blijven zolang er niet één door allen als legitiem aanvaard Europees gezag bestaat. Dat dit er niet is, is geen kwestie van onwil van de politici, maar van hun onvermogen, afhankelijk als zij zijn van nationale electoraten.
NRC Handelsblad van 17-06-1997, pagina 9