De brompot bromt door
Ongetwijfeld heeft Jan Erik Grezel gelijk wanneer hij in het laatste nummer van Onze Taal (februari/maart) schrijft dat de Leidse emeritus hoogleraar neerlandistiek dr. C.A. Zaalberg ‘scherpzinniger en geestiger analyseert dan de brompot Heldring met zijn opsommingen’.
Ik zal dan ook niet wagen me te meten met deze eminente taalkundige, wiens boekje Taaltrouw uit 1975 ik nog vaak raadpleeg en wiens vriendelijke adviezen - meestal op een briefkaart getikt - ik steeds ter harte probeer te nemen. Kennelijk stoort prof. Zaalberg zich niet aan mijn dilettantische oefeningen op taalkundig gebied en neemt hij mijn brompotterij voor lief.
Wat dat betreft, behoort hij blijkbaar niet tot die taalkundigen die eigenlijk vinden dat leken met hun poten van de taal moeten afblijven. In die briefkaartjes zie ik eerder een aanmoediging. Daarentegen weet ik niet hoe zwaar ik het oordeel van Grezel moet wegen. Ik weet niet eens of hij taalkundige is. (De redactie van OT geeft daar geen uitsluitsel over.)
Hoe dan ook, op gevaar af hem met mijn gebrom nog verder te ergeren ga ik door met het signaleren van taalkundige eigenaardigheden die mij gefrappeerd hebben. Hier volgt weer zo'n proeve.
‘We wisten al lang dat het stof van de trein kwam. Maar nu is het onomstotelijk bewezen.’ Dat weten was dus op z'n hoogst een sterk vermoeden.
‘Het is bijna kinderlijk te zien hoe de partij zich vastklampt aan de hoop dat na het vertrek van Heerma alles in één klap beter zal gaan.’ Wie is kinderlijker: de waarnemer of de partij?
‘Terwijl de kerk, Gods volk, hopeloos verdeeld is, is de tegenstander van Gods volk geheel met elkaar verenigd.’ Hoe kan iemand met elkaar verenigd zijn? ‘Door kort na zijn aantreden als staatssecretaris van Financiën de regeling af te schaffen gaf de PvdA'er Vermeend de ambtenaren die zijn voorganger Van Amelsvoort al voor de gevolgen hadden gewaarschuwd met terugwerkende kracht alsnog gelijk.’ Ligt met terugwerkende kracht niet al in alsnog besloten? ‘De boeren willen in staat zijn om hun winsten te kunnen berekenen.’ Dubbelop. ‘Tijdens de top te Dublin constateerde Van Mierlo tot z'n eigen verbazing hoe onberekenbaar de Franse president Chirac is.’ Tot wiens verbazing anders? ‘Pontoni, die een tijdje met de gezondheid sukkelde, raakte pas half december op drift. Hij won toen in het Spaanse Igorre.’ Hoewel hij op drift was, won hij toch.
‘Vroeger interesseerden het ze geen bal hoe de rest van het ministerie erover dacht.’ Idem: ‘De fiscus en de bedrijfsverenigingen interesseerden het niets of dit geld van legaal of illegaal personeel afkomstig was.’ Dan kunnen we ook zeggen: dat interesseerden ons niet.
‘Als eigenaar van het gebouw kwamen de brand en de bijbehorende verzekeringspremie hem zeker niet onwelgelegen.’
Heette dat gebouw misschien ‘Welgelegen’? Overigens zal hem niet zozeer de premie alswel de schadevergoeding gelegen zijn gekomen.
‘Davidson wil echter ook weer niet stellen dat de fans van Tottenham Hotspur geen blaam treffen.’ Wij treffen blaam?
‘Ook de industrialisatienota was een breukpunt, al was het “taboe” kennelijk nog te sterk dat daarin gesproken kon worden van een verband met de dekolonisatie.’ Te sterk dat...? Of: te sterk dan dat...?
‘De besten onder hen laten zich parachuteren in het bedrijfsleven of het bankwezen. Echter nadat ze eerst een aantal jaren in de keuken van de “haute administration” hebben doorgebracht. Nadat klopt niet met eerst. Het moet dan ook zijn: niet dan nadat.
Bij het onderzoek dienen wel enige kanttekeningen geplaatst te worden, die deels door de auteur zelf ook worden onderkend.’ Onderkent de auteur die kanttekeningen?
‘Het reëel bestaand socialisme werd weliswaar niet omhelsd, maar toch op zijn minst het voordeel van de twijfel gegund.’ Vergelijk: ik word weliswaar niet omhelsd, maar (ik) word het voordeel van de twijfel gegund.
‘Du M. zou foto's van zijn huilende vrouw zijn voorgehouden.’ Zou die foto's hem zijn voorgehouden?
‘Bij de laatste verkiezingen heeft het CDA die positie prijs moeten geven en komt het er nu op aan te laten zien dat de partij zich op eigen kracht een positie kan verwerven.’ Bij de laatste verkiezingen (...) komt het erop aan...?
‘G. Vintges (34) is toegetreden tot de directie van Direct Marketing Network b.v. in de functie van marketing director. Hiervoor bekleedde hij diverse marketing & sales functies in binnen- en buitenland. Als laatste was hij werkzaam bij IBM Engeland.’ Heeft IBM dan na hem niemand meer in dienst genomen? ‘James zat er hier met zijn opmerking dichter bij dan hij zelf zal hebben gerealiseerd.’ Wat zou hij gerealiseerd moeten hebben? Of is bedoeld: zich gerealiseerd?
‘Twee journalisten hebben erop gewezen dat van alle sterke mannen die er na de Tweede Wereldoorlog in de regio zijn geweest - Mao in China, Nehru in India en Ho Chi Minh in Vietnam - alleen Lee het verstandigst heeft geregeerd.’ Maar Lee behoort niet tot de genoemde drie, kan dus niet het verstandigst van hen geregeerd hebben.
‘Maar laten we de speeltuin der Nederlandse politiek voor wat die is en onze aandacht weer richten...’ (eigen werk). Had eigenlijk moeten zijn: Laten we de speeltuin laten voor wat die is.
Een lezeres wijst mij op deze zin: ‘Hoe eens hij ook zegt het met mij te zijn, zijn stuk bewijst hoe ongelijk ik had’ en tekent daar bij aan: ongelijk wordt hier als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, terwijl het in deze betekenis een zelfstandig naamwoord is. Daar was ik zelf nooit op gekomen.
In mijn artikel van 31 januari signaleerde ik deze zin: ‘Een centrale rol in zijn verhaal spelen wat Van der Windt “de bewegingsintellectuelen” noemt’ en ik tekende daarbij aan: ‘Moet dat niet speelt zijn? Immers, wat is onderwerp.’ Dat laatste is niet juist. Onderwerp van de hoofdzin is het verzwegen dat, onderwerp van de bijzin is Van der Windt, en wat is lijdend voorwerp van de bijzin.
NRC Handelsblad van 01-04-1997, pagina 9