Een tragische vedette
Tien jaar geleden was Michael Gorbatsjov de grote vedette van het Westeuropese publiek. Hij zou, met zijn perestrojka en glasnost, het verstarde communisme nieuw leven inblazen en de Oost-Westverhouding op een nieuwe, normale leest schoeien. Het waren de dagen van de ‘gorbimanie’, die vooral in Duitsland grote hoogten bereikte.
Degenen die zich een eerdere hervormer herinnerden, Nikita Chroesjtsjov waren eerder sceptisch. Ook deze was, dertig jaar eerder, met moedige, zij het grillige, plannen gekomen om de Sovjet-maatschappij en -economie te bevrijden van de loden last van Stalins erfenis. En ook hij had openingen naar het Westen gemaakt.
En wat was ervan terechtgekomen? Voorzover hijzelf al niet teruggeschrokken was van zijn eigen moed, maakten zijn opvolgers, die hem in 1964 aan de dijk zetten, een eind aan dat geëxperimenteer. Twintig jaren van stagnatie volgden. Op internationaal gebied had Chroesjtsjov al de illusies die hij gewekt had, verstoord door zijn onderdrukking van de Hongaarse revolutie.
In wezen heeft Gorbatsjov niet meer bereikt. Zeker, hij toonde zich beschaafder dan de onbehouwen boer die Chroesjtsjov was, maar ook zijn hervormingspogingen bleven halfslachtig. Ook hij schrok vaak voor de consequenties ervan terug, want evenmin als zijn voorganger wilde hij het communisme afschaffen. Ten slotte werd ook hij slachtoffer van de onhervormbaarheid van het stelsel.
En op internationaal gebied? Hij heeft ongetwijfeld een nieuwe wind doen waaien. De Sovjet-Unie leek een normale gesprekspartner te zijn geworden. Dat moet hem als een grote verdienste aangerekend worden - hoezeer ook hij tot deze tegemoetkomende houding gedwongen was door de fatale economische positie waarin zijn land zich bevond (maar dat te hebben beseft en daaruit consequenties getrokken te hebben, is weer een verdienste).
Maar moet hij als de man gevierd worden die een eind aan de koude oorlog gemaakt heeft? De hereniging van Duitsland, waarmee een eind kwam aan de abnormale toestand die ‘koude oorlog’ genoemd werd, had hij zeker niet gewild, en nog minder de toetreding van dat verenigde Duitsland in de NAVO. Hij heeft zich door de gebeurtenissen laten overrompelen, en dat is niet het kenmerk van de staatsman.
Een erg origineel denker was hij ook niet. Zijn boek Perestrojka, een bestseller in het Westen, is, achteraf bezien, niet veel meer dan een verzameling gemeenplaatsen, die nogal doen denken aan de wijsheden van de tuinman in Jerzy Kosinski's Being There. Die maakten ook zo'n indruk op de politici die in dat boek en de gelijknamige film voorkomen.
In een lezing op een conferentie die in november in Amsterdam gehouden is, complementeert Hannes Adomeit, een Duitser die aan de Tufts University te Boston doceert, dit beeld, en wat mij het meest in zijn analyse treft, is de volstrekte chaos en de mate van onvoorbereidheid die in Moskou, ook in de hoogste kringen, heerste.
Onwillekeurig had ook ik aangenomen dat in het gecentraliseerde systeem dat het communisme is, waarin alles tot in het kleinste detail gepland en gecontroleerd werd, ook op internationaal gebied voor elke denkbare gebeurtenis of ontwikkeling er, om zo te zeggen, een plan in de la lag. Maar nee, men ging uit van enkele ononderzochte onderstellingen, en de rest was improvisatie.
Over de mogelijkheid van een Duitse hereniging was nooit nagedacht - uitgegaan was van het voortbestaan van de DDR, wier technologie (naar Westerse maatstaven al verouderd) onmisbaar werd geacht voor de Sovjet-economie -, en toen die mogelijkheid zich aankondigde, werd gereageerd met een ‘surrealistisch mengelmoes van ideeën’, zoals een Russisch diplomaat dat noemde. Gevolg: het initiatief werd aan de Duitsers overgelaten.
Dit klopt met wat Helmut Kohl in zijn vorig jaar verschenen memoires Ich wollte Deutschlands Einheit (eigenlijk een gesprek met twee journalisten) zegt: ‘Als Gorbatsjov in februari (1990) - drie maanden na de val van de Muur - het voorstel had gedaan tot een snelle hereniging tegen uittreding uit de NAVO en neutraliteit (van Duitsland), dan zou dat in de openbare mening van beide Duitse staten op een brede instemming hebben kunnen stuiten.’
Maar Gorbatsjov deed dat voorstel, dat zo voor de hand lag en zich bovendien kon beroepen op vroegere voorstellen (bijv. Stalins nota van 10 maart 1952), niet, en zo was voor Kohl de weg naar de hereniging vrij, tot en met de ongelooflijke toetreding van heel Duitsland tot de NAVO. De miljarden van de Bondsrepubliek hebben natuurlijk ook een handje geholpen.
Het is waar dat de ontwikkelingen van de jaren 1989 en 1990 ook Duitslands bondgenoten, vooral Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, overrompeld hebben - Thatchers schrille kreten en president Mitterrands plotselinge bezoek aan een stervende DDR liggen nog in de herinnering, en ook premier Lubbers leek even door paniek bevangen - maar hun systemen waren per slot van rekening soepel genoeg om zich zonder catastrofale gevolgen aan het onverwachte aan te passen. Bovendien: niemand hunner wilde, als puntje bij paaltje kwam, een neutraal Duitsland.
Gorbatsjov en de zijnen - een heel kleine kring, aldus Adomeit, beslisten alles ad hoc, en Gorbatsjov zelf was een noviet in de internationale politiek en erg naïef op de koop toe. Zo dacht hij dat toen, na de val van de Muur, de Oostduitsers in hun Trabi's massaal West-Duitsland gingen bezoeken, zij rustig terug zouden keren om door te gaan met de hervorming van het socialisme.
Nee, een man die zozeer bewegingen heeft ontketend zonder de consequenties ervan te hebben doordacht - consequenties die hem ten slotte meegesleept hebben naar zijn val - kan op z'n hoogst een tragische figuur genoemd worden, geen groot staatsman. Dat predikaat verdient Helmut Kohl, voor de beheerste wijze waarop hij, zonder één vijand te maken, zijn land tot de eenheid heeft geleid. Dat mag wel eens gezegd worden, nu zijn eigen val niet meer tot de ondenkbaarheden behoort.
NRC Handelsblad van 07-03-1997, pagina 7