De oude papieren van ‘hun hebben’
‘De Heldring in mij zegt dat het merkwaardig is dat er in het lager en middelbaar onderwijs zo goed als niets wordt gedaan aan het tot stand brengen van enig benul inzake het woordgeslacht.’ Dit schrijft Nicolaas Matsier in de krant van 6 juni in een artikel getiteld ‘Het geslacht en haar gebruik’.
Ik deel zijn verbazing, maar hoe weet hij dat ik er ook zo over denk? Uit mijn taalartikelen kan hij die wetenschap niet gehaald hebben, want daarin behandel ik nooit geslachtsverwarringen, zelfs als ik ze onlogisch vind (zoals ‘het land en haar regering’). Ik vind ze namelijk als probleem volmaakt oninteressant.
Denkt Matsier misschien: die Heldring houdt zich met taal bezig, dus zal hij wel een purist zijn? Leest hij, met andere woorden, mijn taalartikelen niet? Als het laatste het geval is, dan: even goede vrienden, maar mag hij zo'n opmerking niet maken.
Hetzelfde geldt voor Johan Nootens, die taaladviseur is bij het Vlaamse parlement. In het zojuist verschenen Schrijfwijsheden: visies op taal en taaladvies (redactie Ted Sanders en Peter Smulders) schrijft hij: ‘Maar als morgen zowel de premier als de kleuterjuf, zowel de journalist van Nova als de hoogleraar Nederlandse taalkunde “hun hebben dat gezien” heel courant gebruikt, dan zullen de Nederlandse taalverzorgers het gebruik ervan niet langer afraden. Behalve Heldring misschien.’
Waar haalt hij dat vermoeden vandaan? In mijn taalartikelen heb ik het gebruik van hun als eerste naamval meervoud - dat je overigens in de schrijftaal, waarop ik mijn kritieken baseer, nog niet tegenkomt - nooit gesignaleerd. Het heeft trouwens waarschijnlijk oudere papieren dan het gebruik van hun als derde naamval meervoud, dat, naar ik meen, kunstmatig in onze taal ingevoerd is.
Zeker, ik zal zelf hun als eerste naamval meervoud niet gebruiken, maar dat heeft meer een sociale oorzaak - het is niet gebruikelijk in het milieu waarin ik ben opgegroeid - dan taalkundige redenen. Ook Nootens beweert dus maar wat, zonder het getoetst te hebben. Voor een wetenschapsman een kwalijke zaak. Voor een journalist ook.
Onverdroten ga ik door en signaleer de volgende merkwaardigheden, die ik sinds 7 mei (laatste taalartikel) ben tegengekomen.
Op 7 mei citeerde ik deze zin: ‘De kruising Burgemeester Banninglaan/Noordsingel is (...) relatief het gevaarlijkste kruispunt in Leidschendam’, en ik tekende daarbij aan: ‘Wat is dan het absoluut gevaarlijkste kruispunt?’ Een lezer merkt op: ‘Een kruispunt kan als absoluut gevaarlijkste worden aangemerkt als daar het hoogste aantal ongelukken plaatsvindt. Relatief gevaarlijk is een kruispunt als er veel ongelukken zijn in verhouding tot de verkeersdrukte.’
Een andere zin die ik citeerde: ‘Hooguit is bekend dat ze in 1948 werd geboren in een Limburgs ambtenarengezin als middelste van zes kinderen’, en ik vroeg: was ze nu nummer drie of nummer vier? Een lezer schreef: ‘Zelfs bij een oneven kindertal kun je niet als middelste geboren worden. Je kunt pas de middelste worden nadat al je jongere broers en zusters geboren zijn.’
‘De manier van tellen van beide bronnen verschilt, maar stemt voldoende overeen om een goede indruk te krijgen.’ Ik ben niet zeker of dat wel kan. Om te verschillen en overeen te stemmen heb je toch op z'n minst twee (manieren) nodig? En is ‘... om een goede indruk te geven’ niet beter?
‘De verwachting is dat het bezoekersaantal van vorig jaar opnieuw wordt overtroffen. En niet in het minst door de hoge kwaliteit die men op de Home and Garden Fair aantreft.’ Dus die hoge kwaliteit heeft niets met het hoge bezoekersaantal te maken. Of is bedoeld: niet het minst?
‘Wat er schort aan Radio 1 is de versnippering van tien verschillende nieuwsredacties, die ieder voor zich het nieuws volgen en brengen.’ Er is dus niet genoeg versnippering, want schorten betekent mankeren.
‘Om die reden greep de Federal Trade Commission direct na de overname van PCS in om te voorkomen dat er geen valse concurrentie zou ontstaan.’ Wilde zij dus dat er valse concurrentie zou ontstaan?
‘Bovendien, zoals Medea in het niets verdween, zo zal deze man, zodra hij de kans krijgt, opnieuw zelfmoord plegen.’ Is één keer zelfmoord niet afdoende?
‘De maatregelen die in de overeenkomst staan vermeld, moeten vooral verhinderen dat landmijnen nog lang na het uitbreken van de vrede op scherp blijven of in ieder geval na het beëindigen kunnen worden opgeruimd.’ Moeten die maatregelen verhinderen dat de landmijnen worden opgeruimd?
‘De redactie van Toestand zou er prijs op stellen als ook Trajectum die hoffelijkheid zou kunnen opbrengen, ten slotte één van de weinig goede gewoonten in ons vak.’ Is hoffelijkheid een weinig goede gewoonte?
‘D66 is nooit een partij geweest die veel belangstelling toonde voor de praktische hardheid van economische vraagstukken, maar zich liet leiden door tamelijk vrijblijvende discussies over staatkundige, juridische, bestuurlijke en ecologische kwesties.’ Hier staat: D66 is nooit een partij geweest die zich liet leiden door tamelijk vrijblijvende discussies. D66 zal blij zijn, maar was het de bedoeling?
‘Vooral de hoofdgerechten zijn kwalitatief goed.’ In ander opzicht niet?
‘Erg veel haast wordt in ons land, noch in Luxemburg en Zwitserland, niet gemaakt.’ Der Geist der stets verneint.
‘Hier en daar een bulderende glimlach of kwinkslag ten beste gevend, baant de commissaris zich een weg.’ Hoe glimlach je bulderend?
‘Koninklijke PTT Nederland was een van de weinige aandelen die niet van de positieve stemming profiteerde.’ Waar slaat dat enkelvoud die op? Niet op aandeel, want het is het aandeel.
‘Het is jammer dat Cliteur zijn opinie mijns inziens te weinig aannemelijk maakt.’ Staat mijns inziens - dat trouwens overbodig is - niet op de verkeerde plaats?
‘Er bestaat waarschijnlijk een heel kleine, theoretische kans dat de ziekte van Creutzfeldt-Jakob overgebracht kan worden door middel van menselijk transfusiebloed en bloedprodukten.’ Wel heel veel slagen om de arm: waarschijnlijk, klein, theoretisch en kan (het laatste is overigens overbodig: ligt al in kans opgesloten).
‘Zo mag de verdediging later in het proces een aantal getuigen horen via een satellietverbinding en een videoscherm, die niet naar Den Haag durven komen uit angst voor arrestatie.’ Durven die satellietverbinding en dat videoscherm niet naar Den Haag komen?
‘Dit zogeheten concept van Combined Joint Task Force maakt het voor de NAVO mogelijk bij eventuele crisissituaties te kunnen reageren.’ Hier is kunnen overbodig.
‘NAVO-diplomaten zeggen dat de betekenis van Frankrijks toenadering tot de NAVO nauwelijk onderschat kan worden, omdat het inhoudt dat Parijs duidelijk kiest voor de NAVO als de defensieorganisatie in Europa.’ Nauwelijks onderschat?
‘Jaap is niet zonder ambitie om iets te willen bereiken.’ Als je ambitie hebt, wil je iets.
‘Ros is inmiddels door een neuroloog onderzocht en in het ziekenhuis in Hilversum opgenomen, maar dit gebeurde niet nadat Arbeiderspersuitgever Ronald Dietz hem bijkans ontvoerde.’ Dus Dietz probeerde Ros uit het ziekenhuis te ontvoeren. Of is bedoeld: niet dan nadat?
‘Graven in Kerkdriel zijn geen rust gegund.’ Wat is gegund: de graven of de rust?
NRC Handelsblad van 11-06-1996, pagina 11