Moderne misdaad staat voor niets
Het is ruim zes weken geleden dat mijn laatste taalartikel in deze rubriek verscheen, en de oogst van die zes weken is schraal. Wordt het taalgebruik beter? Of lees ik minder kritisch? Laten we hopen: het eerste. Hoe dit ook zij - hier is dan die oogst.
‘Achter de tegenstelling tussen De Hoop Scheffer en zijn vooraanstaande partijgenoten gaat een intern conflict schuil tussen degenen die wensen dat het CDA een brede conservatieve partij wordt en zij die een beginselvast CDA wensen.’ Een conflict tussen degenen en zij? Kan een conservatieve partij overigens niet beginselvast zijn?
‘Maar het paarse kabinet zit vooralsnog steevast in het zadel.’ Is steevast hetzelfde als vast?
‘Algemeen wordt verwacht dat de Amerikaanse hoofdstad de zwaarste overstromingen van deze eeuw te wachten staat.’ Zelfde constructie als: mij staat de zwaarste overstromingen te wachten.
‘...dat de huidige CDA-fractie haar oppositiewerk met te weinig kennelijk plezier verricht.’ Dus wel met plezier, maar dat plezier is te weinig kennelijk?
‘De meeste betrokkenen zullen natuurlijk allemaal in de rij staan om in Nova te komen.’ De andere betrokkenen zullen zeker allemaal niet in de rij staan.
‘In 1986 stak hij met zijn vrouw en Hageman als eerste Europeanen de Atlantische Oceaan over.’ Dus zijn vrouw en Hageman waren die eerste Europeanen. Dus hij is geen Europeaan.
‘...waren PvdA, VVD en D66 ervan overtuigd dat het kabinet juist had gehandeld en niets viel te verwijten.’ Zelfde constructie als: ...dat ik juist had gehandeld en niets viel te verwijten.
‘Maar van die illogica schijnen steeds minder mensen, onder wie ministers, zich iets aan te trekken’ (eigen werk). Dus onder de weinige mensen die zich nog iets van die illogica aantrekken, zijn nog ministers? Was dat bedoeld? Nee, bedoeld was dat onder de mensen die zich niets van de illogica aantrekken - en dat schijnen er steeds meer te worden - ook ministers te zijn. En dat is iets anders.
‘De voorspelling van Kees Haman is dat openbare bibliotheken in hun huidige vorm geen lang beschoren zijn.’ Zijn die bibliotheken beschoren? Of is hun geen lang leven beschoren?
‘Ze (Sorgdrager) is geen sterke minister en nergens blijkt uit het rapport dat ze dat in een vorige functie wel was.’ Was ze dan in een vorige functie ook minister?
‘Er zijn mensen in dit land die door hun innerlijke beschaving en daarmee principieel antifascistisch gedrag te kort zijn gedaan.’ Hun is te kort gedaan. Hebben die beschaving en dat gedrag hun overigens te kort gedaan? Dat daarmee begrijp ik ook niet zo goed.
‘Ruim een jaar geleden werd de nakende dood van Deng Xiaoping in de internationale pers aangekondigd.’ Werd zijn dood aangekondigd of het naken ervan?
‘Lambertus van Zijl, van wiens hand een aantal sculpturen aan de Beurs van Berlage zijn, is weer wèl wat bekender, maar niet nadat hij door de Stichting Schone Kunsten rondom 1900 uit de zwarte diepte van het vergeten was opgevist.’ Dus hij was al wat bekender voordat (=niet nadat) die stichting hem had ontdekt?
‘Ziehier de paradox van de helaas tijdelijk gevelde Rottenberg...’ Dat is niet aardig.
‘Nu kan men deze voorstelling van zaken veel te dramatisch vinden of er zelfs helemaal niet mee eens zijn...’ (eigen werk). Welk woord heb ik hier weggelaten?
‘Apostolou is dat niet ontgaan, maar blijft uitleggen...’ Zelfde constructie als: hem is dat niet ontgaan, maar blijft uitleggen.
‘Het moet er maar even worden bijgezegd.’ Wat betekent bijzeggen?
‘...een werkelijkheid die zich in volle omvang openbaart door de vraag te stellen: Waarom delen binnen de PvdA kennelijk zo weinig mensen Kalma's verontrusting?’ Stelt die werkelijkheid die vraag?
‘In W&O van 4 januari wordt de zoutschade genoemd die bomen en struiken in het voorjaar vertonen, niet in het minst in de stedelijke gebieden.’ Gelukkig dat althans in de stedelijke gebieden de bomen niet in het minst zoutschade vertonen.
‘Vervolgens verwijt Marácz dat de Fransen bewust naar de Eerste Wereldoorlog hebben toegewerkt door Rusland grote leningen te verschaffen om na de verloren oorlog tegen Japan weer op de been te komen.’ Letterlijk staat daar dat Frankrijk leningen verschafte om weer op de been te komen. Overigens verwijt je altijd iemand of iets.
‘...dat daar een president huisde die het Sovjetrijk eerst uit de scharnieren lichtte en daarna de genadeslag gaf.’ Zelfde woord (Sovjetrijk) zowel vierde als derde naamval.
‘Een van de veteranen van de onafhankelijkheid bezwoor: “Nederland heeft belangen in dit land!”’ ‘De schilder bezwoor dat het doek pas naar Spanje mocht terugkeren als de democratie was hersteld.’ ‘Na de arrestatie van de “Bende van vier”, waarmee Peking de door Ivens zo gloedvol bezongen zegeningen van de Culturele revolutie bezwoor...’ ‘Een dag nadat Zagreb door de Krajina-Serviërs met raketten was bestookt, bezwoor ze me dat ze er trots op was Kroaat te zijn.’ Is er een ontwikkeling gaande van bezwoer en afzwoer naar bezwoor en afzwoor?
‘Maar eenmaal binnen bleken de daders te zijn gevlogen.’ De moderne misdaad staat voor niets.
‘“Haar kennende zal de minister de uitnodiging zeker aanvaarden”, zei het ministerie gisteravond.’ Wie kent haar?
‘Een gratis toegift erbij.’ Vier woorden, twee pleonasmen.
‘Dat je een driehoek kon optillen, omkeren en op zichzelf neerleggen vond Carrol ‘Ierse flauwekul’ en deed hem denken aan de ‘man die zijn eigen keel afwandelde’. ‘De bijzin beginnend met ‘Dat...’ is ten opzichte van vond lijdend voorwerp, maar met betrekking tot deed hem denken onderwerp.
NRC Handelsblad van 08-03-1996, pagina 9