Logica ook in de zonde
Op 28 december stond deze stelling op de Opiniepagina: ‘Door ook over minimum-inkomens premies en belastingen te betalen, en door het minimumloon te baseren op de behoeften van een individu-met-partner, maakt de wetgever het scheppen van voldoende werkgelegenheid onbetaalbaar.’
In mijn artikel van 6 januari nam ik die stelling over en stelde ik de vraag: sinds wanneer betaalt de wetgever belasting? Nu stuurt de auteur van die stelling, dr. Kees Waaldijk, mij de tekst toe zoals deze bij zijn proefschrift vermeld stond, en die luidde: ‘Door ook over minimum-inkomens (...) belasting te laten betalen (...).’
Het woord laten was dus in de krant weggevallen, en dr. Waaldijk treft geen blaam. Op z'n hoogst kan men zich afvragen welke logica hem ertoe gedreven heeft minimum-inkomens te schrijven, maar minimumloon (dus het eerste woord met, en het tweede zonder streepje), maar dat heeft weinig met taal te maken.
De volgende taaleigenaardigheden trof ik sinds 6 januari in mijn lectuur aan:
‘Het is een roman over twee vrijgevochten types, die geconfronteerd worden met onvrijheid, niet in het minst in henzelf.’ Gelukkig dat ze met die onvrijheid, in het minst niet in henzelf (zichzelf?) geconfronteerd werden.
‘Zelfs de natuurwetenschap schijnt daar geen antwoord op te hebben, want als we de chaostheorie mogen geloven, dan kan het vleugelgefladder van een vlinder in China tot oorzaak hebben dat een paar maanden later een orkaan in het Caribisch gebied opsteekt’ (eigen werk). Moet dat niet gevolg zijn? (Ja.)
‘De Zilveren Kruis Groep behoort tot één van de top drie verzekeraars in Nederland.’ Wie behoort nog meer tot die ene topverzekeraar?
‘Deze typisch Europees-continentale bestuursvorm hebben Shell en Unilever ook, maar is verder in de Angelsaksische wereld vrijwel onbekend.’ Zelfde constructie als: mij beledigden zij en vond dat kwalijk.
‘De directe, bijna hoekige schilderwijze met de platte kwast is typerend voor werk van toen, en vinden we onder meer terug in zijn vaas met asters en flox uit de collectie van het eigen museum.’ Zelfde constructie als: hij schildert mooi en waarderen ze zeer.
Andere voorbeelden van dooreenhaspelen van naamvallen: ‘Een presse-papier die Oskar Schindler van de SS kreeg en werd teruggevonden door een antiekhandelaar...’ En: ‘Onkelinx zei dat ze de Nederlandse taal en kultuur respekteert en geen vijandelijke gevoelens toedraagt.’
‘Maar febo kennende zal de man worden opgezocht en gaan we deze zaak correct goedmaken.’ Wie kent febo?
‘Volgens sceptici is de multimedia-jet, net als het gepraat over de elektronische snelweg, voorlopig nog een luchtkasteel.’ Is dat gepraat over een elektronische snelweg een luchtkasteel of is de elektronische snelweg zelf dat?
‘De Gaulle zag grote voordelen in de EEG voor de Franse landbouw (evenals Nederland).’ Zoals het er staat, zag Nederland grote voordelen in de EEG voor de Franse landbouw, maar was niet veeleer bedoeld te zeggen dat Frankrijk, evenals Nederland, in de EEG grote voordelen voor de eigen landbouw zag?
‘... beide zijn in Franse ogen typische voorbodes van toekomstige Duitse presentiedrang.’ Of: tekenen van een toekomstige presentiedrang; òf: voorbodes van een presentiedrang.
‘TCR overtrad, naar later is gebleken, alles wat God heeft verboden.’ Deed TCR dus precies wat God gebood?
‘... alle landen dan wel produkten die zich de laatste tijd uit de markt prezen of hebben geprezen.’ En: ‘... beklemtoonden vooral PvdA en D66 dat de VVD zich uit de politieke markt prees.’ Er zijn twee werkwoorden prijzen: 1. prijzen (prijsde, geprijsd) = van een (prijs)aanduiding voorzien; 2. prijzen (prees, geprezen) = loven, roemen. Welk prijzen bedoelden de hier geciteerde hoogleraren?
‘Nadat het vierde-kabinet-Colijn was gevallen, formeerde zijn naamgever nog een nieuwe regeringsploeg, die echter slechts enige dagen beschoren was.’ Was de regeringsploeg beschoren of waren haar slechts enige dagen beschoren?
‘Willy Brandts Ostpolitik werd door de Navo-bondgenoten argwanend bekeken, niet in het minst omdat de zelfstandige rol van West-Duitsland in Europa associaties opriep met het verleden. De Franse historicus A. Grosser spreekt in dit verband over de angst voor een nieuw Rapallo.’ Die angst klopt niet met de stelling dat Brandts Ostpolitik niet in het minst argwanend werd bekeken om die mogelijke associaties met het verleden.
In mijn taalrubriek breng ik nooit geslachtsverwarringen ter sprake, maar de schrijver van deze passage zondigt wel erg tegen de logica: ‘...had de Sovjet-Unie gesteld dat het haar invloedssfeer in het Midden-Oosten en de Middellandse Zee zou gaan uitbreiden. (...) Bonn had zich een Einzelgänger getoond in haar toenaderingspolitiek tot Oost-Europa.’
Het doet denken aan wat mr. J.W. Beyen, toenmalig ambassadeur in Parijs, eens schreef over de Franse rede van een Nederlander die hij had moeten aanhoren: ‘Nooit sinds Sodom en Gomorra is er zo gezondigd tegen de geslachten.’ Nu is zondigen niet zo erg, maar volg daar dan een zekere logica in.
Kok vertelt hoe hij als voorzitter van de FNV op bezoek moest bij de bondskanselier. Hij reed met chauffeur, maar in een nogal eenvoudige auto. Op een goed ogenblik werden ze door de politie aangehouden. ‘Gezien de auto en gezien het feit dat we allebei voorin zaten werd nogal ongeloofwaardig gereageerd op onze uitleg.’ Bedoeld is toch zeker: ongelovig?
NRC Handelsblad van 03-02-1995, pagina 7