Democratie geperverteerd?
‘Natuurlijk hebben wij hier te maken met een Afrikaans probleem waar wij niet verantwoordelijk voor zijn. Maar wij zijn er wel bij betrokken. De staatsvorm en de democratisering heeft alles te maken met het koloniale verleden van het gebied.’
Deze woorden tekende een verslaggever van de Haagsche Courant op uit de mond van minister Pronk, nadat deze verleden week op Schiphol teruggekeerd was van zijn bliksembezoek aan Rwanda. Het zijn intrigerende woorden. Wat bedoelde de minister ermee?
Op zichzelf is het al interessant dat minister Pronk, die de indruk maakt dat hij zich overal mee bemoeit - zijn bezoek aan Rwanda versterkte nog die indruk, zegt dat wij niet verantwoordelijk zijn voor wat er in Rwanda gebeurt. Dus ook niet moreel verantwoordelijk? Er zijn genoeg mensen die uit ons koloniale verleden een verantwoordelijkheid afleiden voor alles wat er in de voormalige koloniën mis is gegaan na hun bevrijding van het koloniale juk.
Maar dat doet Pronk kennelijk niet, althans wat Rwanda betreft. Het koloniale verleden lijkt hij alleen verantwoordelijk te stellen voor de staatsvorm en de democratisering. En dáárom zijn wij volgens hem betrokken bij - maar blijkbaar niet verantwoordelijk voor - de massamoorden die de Rwandezen onder elkaar aanrichten.
Maar wat hebben de staatvorm en de democratisering in Rwanda met die massamoorden te maken? Democratisering is zeker een erfenis van het koloniale verleden. Niet dat het kolonialisme zelf democratisch was, maar de gekoloniseerde volken zijn erdoor in aanraking gekomen met de democratische gedachten. Dat die wèl in het kolonialiserende moederland, maar niet in de koloniën werden toegepast, was een tegenstelling die natuurlijk op een goed ogenblik gevolgen moest hebben.
Die gevolgen hebben zich in Rwanda pas na de onafhankelijkheid doen voelen. De overheersing door de minderheid van de Tutsi's, waarop de Belgische koloniale heerser had gesteund, maakte, overeenkomstig het beginsel der democratie, plaats voor een overheersing door de meerderheid van de Hutu's.
Democratisering in Rwanda betekende dus dat de Hutu's de macht kregen, en aangezien democratisering, zoals Pronk zegt, alles te maken heeft met het koloniale verleden, kunnen we zeggen dat het feit dat de Hutu's de macht kregen, alles te maken heeft met het koloniale verleden (hoewel het kolonialisme in dat verleden liever op de Tutsi's vertrouwde).
Tot zover hoeft Pronks uitspraak geen problemen op te leveren. Moeilijker wordt het wanneer hij zegt dat ook de staatsvorm in Rwanda alles te maken heeft met het koloniale verleden. De meerderheid van de Hutu's was weliswaar aan de macht gekomen, maar de manier waarop zij die macht uitoefenden, was op zichzelf allesbehalve democratisch. In hoeverre heeft dat ook met het koloniale verleden te maken? Zou het niet kunnen zijn dat hier een prekoloniaal verleden meespeelt?
Die vraag is zeker gerechtigd waar het de massamoorden betreft. Het kolonialisme is weliswaar niet zachtzinnig geweest, maar het heeft toch niet op die schaal inboorlingen over de kling gejaagd als de Rwandezen onderling - en binnen een tijdsbestek van nog geen twee maanden - hebben gedaan. (En die uitdrukking ‘over de kling gejaagd’ moet letterlijk genomen worden: de meeste moorden werden met machetes uitgevoerd.)
De enige uitzondering is wellicht de uitmoording van de Herero's in Zuidwest-Afrika (het tegenwoordige Namibië) door de toenmalige Duitse koloniale overheerser; hun zielental verminderde van ongeveer 85.000 in 1904 tot 25.000 in 1911. De decimering van de indianenbevolking in Amerika voltrok zich over een veel langere periode en was grotendeels het gevolg van ziekten (waarmee zij niet goedgepraat wordt!).
Hoe het ook zij - het lijkt moeilijk vol te houden dat de massamoorden in Rwanda alles te maken hebben met het koloniale verleden - tenzij wij ze willen zien als een perverse toepassing van het democratisch beginsel van de machtsuitoefening van de meerderheid over de minderheid. Waarschijnlijker is dat hier eeuwenoude instincten heenbreken door het laagje vernis dat het kolonialisme op de samenleving heeft aangebracht.
Die eeuwenoude instincten zijn overigens in veel samenlevingen - en, wie weet, in de prekoloniale samenleving van Rwanda ook - min of meer gekanoniseerd of gelegitimeerd als ‘het recht van de sterkste’, zoals we dat kennen uit het Oude Testament; Karel de Grote, die 45.000 Saksen zou hebben laten onthoofden; en, natuurlijk, uit het Derde Rijk.
Dat noemen wij nu barbaarse praktijken. Naar die maatstaf gemeten zijn ook de massamoorden in Rwanda barbaars. Of mogen wij die term niet gebruiken wanneer het een Derde-wereldland betreft? Riekt het dan te veel naar kolonialisme? Maar zou een interventie in Rwanda die aan de bevolking onze normen oplegt, niet net zo goed kolonialisme zijn, zij het onder andere naam? Gelukkig dat het kabinet besloten heeft geen Nederlandse troepen beschikbaar te stellen voor VN-diensten in Rwanda.
NRC Handelsblad van 24-05-1994, pagina 7