Een uitgedoofde ster
Nederland heeft deze week de Gorbatsjovs veel eer bewezen. Uit de goedheid zijns harten of gemanipuleerd door slimme public-relationsjongens? Beide waarschijnlijk. In elk geval getuigde die late uitbarsting van gorbimanie niet van veel politiek inzicht. En dat geldt zowel voor het publiek op straat als voor onze hoogste ambtsdragers.
Of met die eer de Gorbatsjovs ook veel dienst is bewezen, is nog de vraag. Ze zijn door die ontvangst, alsof zij een koningspaar waren (terwijl ze toch slechts gewone particulieren zijn), waarschijnlijk versterkt in hun eigenwaan en gevoel profeten in eigen land te zijn. Met de werkelijkheid zijn ze, ondanks hun contact met de menigte, zeker niet in aanraking gekomen.
Maar waarom zo zuur? Gorbatsjov verdient toch onze dankbaarheid? Heeft hij niet een eind aan de Koude Oorlog gemaakt? ‘Mr. Gorbatsjov, you saved the world!’, riep zelfs een in vervoering geraakte forens hem toe, toen Gorbatsjov dinsdag op het Amsterdamse Centraal Station aankwam. Deze enthousiasteling liep wel heel ver op het facit van de geschiedenis uit.
Is Gorbatsjov een groot man? Zeker, hij heeft al vroeg gezien dat er iets mis was in de Sovjet-Unie. Maar hij was niet de eerste. Naar die maatstaf gemeten zou Chroesjtsjov ook een groot man genoemd moeten worden. Bovendien moeten in 1985 er meer in het Politburo zijn geweest die zagen dat het zó niet verder ging, want anders zouden ze Gorbatsjov niet hebben gekozen.
Maar in 1985 zag Gorbatsjov nog helemaal niet hoe mis het in de Sovjet-Unie was. Hij dacht dat het euvel nog wel met enkele hervormingen te verhelpen zou zijn. Maar het euvel was het communistische systeem zelf, en dat bleef voor hem heilig, totdat hij zelf, met het systeem, ten val werd gebracht. Vandaar dat zijn hervormingen grotendeels bij verklaringen en leuzen bleven.
Zijn perestrojka is dus op een mislukking uitgelopen. Daarvoor verdient hij het niet groot genoemd te worden. Dan eerder om dat andere slagwoord: glasnost. Als iets hem als zijn verdienste aangemerkt kan worden, is het dat hij ingezien heeft dat zijn beoogde hervormingen zonder openheid geen succes zouden hebben. Was hij daarom een democraat? Welnee! Nog staat het beeld ons voor ogen toen hij, begin 1990, in Vilnius tegen een omstander uitviel die een bord droeg met daarop: ‘Litouwen vrij!’ ‘Wie heeft jou gestuurd?’, blafte hij de man aan. Het denkbeeld dat iemand uit eigen initiatief zou handelen, was buiten zijn voorstellingsvermogen. Anders hadden we ook niet kunnen verwachten van iemand die zijn leven lang in het partij-apparaat had doorgebracht en daarin was opgeklommen.
Maar je hoeft geen democraat te zijn om iets in beweging te brengen, en dat heeft Gorbatsjov gedaan, meer door zijn glasnost dan door zijn perestrojka. Want met de glasnost heeft hij, zonder zelf waarschijnlijk de portee van zijn besluit te beseffen, de sluizen opengezet. Daarmee heeft hij de grondslagen van het voze stelsel, waarvan hijzelf een produkt was, weggespoeld. Maar zijn bedoeling was dit niet.
De ontwikkeling die hijzelf ontketende, heeft hem ten slotte meegesleurd. Want hij was, anders dan toen gedacht werd, niet de sterke man, maar eerder de zwakke. De algehele capitulatie van de Sovjet-Unie voor het Westen - incluis de nooit door iemand ook maar gedroomde aanvaarding van een herenigd Duitsland in de NAVO - is anders niet te verklaren. Ook dat was zijn bedoeling niet toen hij in 1985 aantrad.
Coos van Weringh, die al geruime tijd in Moskou woont, zegt dat heel goed in zijn wekelijkse artikel in Trouw (22 mei): ‘In tegenstelling tot Lenin heeft Gorbatsjov het omgekeerde bereikt van wat hij wilde, waarbij “bereikt” een te sterk woord is. De ontwikkeling in de Sovjet-Unie ging haar gang, zonder dat hij kans zag enige invloed uit te oefenen. Het heeft hem aan sturend vermogen ontbroken.’
‘Zijn verdienste bestaat daarin dat hij geen pogingen gedaan heeft, in de oude, beproefde Sovjetstijl, de ontwikkelingen in de greep te krijgen, dat wil zeggen: met tanks en machinegeweren erop los. En dat is heel wat, een Nobelprijs waard.’ Afgezien van het bloedige optreden in Vilnius, Riga en Tiflis (dat misschien buiten zijn medeweten, maar wèl onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvond), is dat waar.
En nu? Van Weringh zegt daarover: ‘De artikelen die hij nu schrijft en de lezingen die hij houdt, uiteraard voor veel geld, laten zien dat hij weinig te vertellen heeft wat uitgaat boven het niveau van de gemeenplaatsen. Hij is een tragische figuur, die met een golf op de wereldzee omhooggekomen is en met de volgende weer verdwenen.’
Maar in Den Haag wist men dat nog niet. Vandaar dat, toen in de Hoogstraat een jongetje riep: ‘Kijk, mam, daar heb je Lubbers’, zijn moeder antwoordde: ‘Nee, joh, Gorbatsjov is er ook. Die is nog hoger.’ Aan die reputatie - die is als het licht van reeds lang uitgedoofde sterren, dat toch nog tot ons komt - heeft hij zijn benoeming tot voorzitter van het in Den Haag gevestigde Groene Kruis te danken.
Aan zijn verdiensten voor het milieu heeft hij die benoeming zeker niet te danken. Alexander Münninghoff, die destijd correspondent in Moskou was, herinnert er in de Haagsche Courant aan ‘dat onder Gorbatsjov de Tsjernobyl-ramp geruime tijd als een te verwaarlozen bedrijfsongevalletje werd voorgesteld en de acties van Greenpeace op het verboden nucleaire rampeneiland Nova Zemba met geweld werden verhinderd.’
De reclame, die zich nooit bekommert om de echte merites van produkt of verkoopmiddelen, heeft zich dus van hem meester gemaakt. Dat maakt zijn figuur dubbel tragisch. En een naëf publiek is daarin getuind. Erger is dat de regering, die beter wist (of moest weten), het spel heeft meegespeeld.
Niet dat zij Gorbatsjov heeft ontvangen, is onjuist. Dat verdiende hij inderdaad. Maar de manier waarop. Waarom moest hij een royal treatment krijgen - logerend op het Catshuis, déjeunerend bij de Koningin? Op z'n minst had zij hem kunnen vragen zich tegenover de Nederlandse pers te onthouden van zijn bittere aanvallen op Jeltsin, per slot van rekening een bevriend staatshoofd.
En wat het Groene Kruis betreft, het zou wel eens kunnen zijn dat de sponsoren van deze nieuwe organisatie met de benoeming van iemand die in eigen land - de grootste vervuiler ter wereld - persona non grata is (bij regering èn bij oppositie), een kat in de zak hebben gekocht.
NRC Handelsblad van 28-05-1993, pagina 7