Moeilijke vragen bestaan niet
Worden op school eigenlijk nog wel de naamvallen geleerd? Zo ja, dan vind ik dat ik verkeerd gebruik ervan wel mag signaleren. Hier een paar voorbeelden uit de laatste tijd:
‘Kop en staart knipt men dan van de plakken af en worden als zogenaamd eigen of ‘omloopschroot’ in de staalovens teruggevoerd. Dit is dezelfde constructie als: Jan groet ik en loopt door.
Idem: ‘...impasses die we openlijk betreuren - maar ons ook wel eens uit zullen komen.’
Iets minder duidelijk is deze fout: ‘Misschien ligt hier wel de kern van de vraag waarom H. de Groot-Inquisiteur grote barmhartigheid toeschrijft en impliciet verdedigt.’ Hetzelfde woord (Groot-Inquisiteur) eerst in derde, dan in vierde naamval gebruikt.
Idem: ‘Je kunt een kind wel een zak snoep geven, een been afzetten, zelfs observeren in zijn gedragingen, doch maar liever niet onderrichten.’
Dat dit een oude fout is, blijkt uit een brief uit 1886 van een filosoof, die zijn classici (die zelf nooit zo'n fout maakten) kende: ‘In de hoop dat, al heb ik U zeker slechts ten deele voldaan en misschien wel reden tot groote ergernis gegeven...’ (brief van C.B. Bellaar Spruyt aan G.J.P.J. Bolland; hier hetzelfde woord (U) eerst in vierde, dan in derde naamval).
Soortgelijke fout: ‘Generaal Couzy greep naar de pen, maar werd daarna gelijk de mond gesnoerd.’ Werd hij gesnoerd of werd hem de mond gesnoerd? Idem: ‘Bovendien worden lastpakken als H. nu voorgoed de mond gesnoerd.’
‘Mijn grootvader vertelde dat, wanneer hij door zijn ouders de les werd gelezen, de oude huisknecht hem altijd troostte.’ Werd hij gelezen of werd hem de les gelezen?
En: ‘Die verwachtingen werden nu de bodem ingeslagen.’ Werden de verwachtingen ingeslagen of werd hun de bodem ingeslagen? Idem: ‘Anderzijds zijn zelfs hun verwachtingen dat de Samenwerkingsraad enige reële hulp zou kunnen bieden, al lang de bodem ingeslagen.’
Andere curiositeiten:
‘Hen die de goden beminnen, zij zijn de gekwelden.’ Waar slaat dat hen op? Of: waarom die vierde naamval?
‘Door onvoldoende afstand te bewaren op zijn voorganger reden zeven auto's op elkaar.’ Waar slaat dat zijn op?
‘Een-na-laatste deel van het driedelige portret van de Noorse schilder.’ Dus na het laatste kwam nòg een deel? Of is bedoeld: het voorlaatste deel? In dat geval: op één na laatste deel.
‘Zij wilde een bijstandsregeling om te voorkomen dat vrouwen of mannen die plotseling buiten hun schuld zonder inkomsten zaten, niet afhankelijk werden van liefdadigheid.’ Dus zij wilde dat ze van liefdadigheid afhankelijk werden.
‘Jong talent ten overvloede in deze nieuwe Bohème.’ Ten overvloede betekent: eigenlijk overbodig. Of is bedoeld: in overvloed?
‘De strijd is tussen degenen die het hebben over de kwaliteit van de samenleving en zij die het biefstuksocialisme aanhangen.’ De strijd tussen degenen en zij? ‘De Amsterdammers winnen vooral wedstrijden die als onoverwinnelijk worden beschouwd.’ Een wedstrijd is nooit onoverwinnelijk, een tegenstander kan dat wel zijn.
‘Onlangs stuurde hij een “pleidooi voor handhaving van de huidige status quo” naar de Kamerleden.’ De status qou is altijd huidig.
‘Tussen de doorleefd bruine vingertoppen weet hij met grote behendigheid een rokende peuk van enkele millimeters te klemmen.’ Wat zou ‘doorleefd bruin’ betekenen?
‘Een andere voorzitter, Van Mierlo, hoorde ik drie maal op de radio Lubbers' lof zingen. 's Avonds herhaalde hij dat nog voor de vierde keer op de televisie.’ Als hij vier keer Lubbers' lof zong, dan herhaalde hij dat voor de derde keer. ‘Dat zij zich meer vragen gesteld moet hebben dan de Fransen, dat staat buiten kijf.’ Als dat buiten kijf staat, is hier het gebruik van moet verkeerd.
Ik vraag me af of in de volgende zin uit eigen werk het gebruik van moet niet eveneens verkeerd is: ‘Ongeveer twee weken geleden stond er een bericht in de krant dat velen moet hebben onthutst, ware het niet dat het op een onopvallende plaats in de krant stond.’ In het artikel waarin deze zin stond, schreef ik ook: ‘We wisten weliswaar wel dat de Amsterdamse grachtengordel...’ Weliswaar wel - is dat niet een tautologie of pleonasme?
‘Volgens hem mocht het Duitse moorden niet gezien worden als “de ene en enige moord”, maar ze diende geplaatst te worden naast andere, vooral die van de bolsjewieken.’ Waar slaat ze op?
‘Tien jaar geleden trad de favoriet van Van Agt uit eigener beweging terug om ruimte te maken voor Lubbers.’ Maak het niet mooier dan nodig. Het is òf: ‘uit eigen beweging’ òf: ‘eigener beweging.’
‘Twee dagen later komt Janssen er ook achter dat de dossiers over het conflict met Ditcorp-advocaat A. Voûte missen.’ Wat missen ze? Van de algemeen directeur PTT Telecom BV kreeg ik deze boodschap: ‘Op 1 januari 1993 wijzigen de Algemene Voorwaarden voor aan PTT Telecom opgedragen diensten - zoals telefonie - en voor Vaste Verbindingen.’ Wat wijzigen ze?
‘Het vroegere RAF-lid Astrid Poll, dat tot een van de oprichtsters wordt gerekend...’ Wie wordt nog meer tot een van de oprichtsters gerekend?
‘De ideaalste optie is om een tankponton voor de Braer te leggen.’ Kan iets nog idealer dan ideaal zijn?
‘De meeste verplegers en hun patiënten dachten dat de Duitsers de inrichting wel met rust zouden laten. Tevergeefs.’ Je kunt niet tevergeefs denken, wèl hopen.
Wat je vaak hoort, vooral in interviews, is dit: ‘Dat is een moeilijke vraag.’ Nee, de vraag is niet moeilijk; een goed antwoord erop geven kan moeilijk zijn.
NRC Handelsblad van 26-01-1993, pagina 9