Lof van het simplisme
Wat zullen we nou hebben? Deze kreet moet dinsdagochtend menige lezer van de Volkskrant, het lijfblad van progressief Nederland, geslaakt hebben, toen hij daarin een loflied op president Reagan aantrof. Zeker, we hebben de laatste jaren een Umwertung aller Werte meegemaakt, maar dit gaat wel heel ver.
Het was te lezen in een lang artikel van Carl Bernstein, een van de twee journalisten die twintig jaar geleden de Watergate-zaak aan het rollen hadden gebracht en daarmee ten slotte de val van president Nixon helpen bewerkstelligen. Niet bepaald een vriend van de conservatieven, zou je zo zeggen.
Het artikel zelf was één requisitoir tegen de Amerikaanse pers (een requisitoir dat de Nederlandse pers zich overigens ook zou kunnen aantrekken). Die pers heeft het er, volgens Bernstein, de laatste jaren bij laten zitten. De journalisten hebben, in plaats van de mensen aan het denken te zetten, hun alleen maar amusement geboden. Ook president Reagan hebben ze voornamelijk gezien als een schertsfiguur, goed voor een reeks van anekdotes.
Al de acht jaar dat hij president was, heeft ‘de pers niet begrepen dat Reagan, hoe achteloos en oppervlakkig hij misschien ook leek, een echte leider was. Sedert Franklin Roosevelt is er geen president geweest die het Amerikaanse leven zo fundamenteel heeft veranderd en die zijn visie op Amerika en de wereld er in zo sterke mate heeft ingehamerd.(...)
‘Terwijl we Reagans retoriek over “het rijk van het kwaad” belachelijk maakten, vergaten we het verband te leggen tussen Reagans politiek en Gorbatsjovs bereidheid de teugels in zijn land wat te vieren. Nu worden de gevolgen van Reagans beleid zichtbaar. In feite hebben we de belangrijkste verhalen van onze generatie (...) gemist.’
Ik moet bekennen dat ikzelf ook wel eens met gekromde tenen naar Reagan heb zitten kijken - of althans met de hooghartigheid van de intellectueel tegenover de borreltafelstrateeg. Maar wie zegt dat een leider moet beantwoorden aan de maatstaven van de intellectueel? Liever niet zelfs. En had Reagan zo'n ongelijk toen hij de Sovjet-Unie ‘het rijk van het kwade’ noemde?
Ook de historicus J.L. Gaddis, die veel over de geschiedenis van de Koude Oorlog heeft geschreven, komt tot een taxering van Reagan die anders uitvalt dan de bij intellectuelen en linksen (beide categorieën vallen niet altijd samen) gebruikelijke. In een toespraak op een conferentie in maart over de vraag hoe relevant de Amerikaanse strategie was voor het winnen van de Koude Oorlog, zei hij:
‘Er was één leider in de Koude Oorlog die, van het ogenblik af dat hij de verantwoordelijkheid op zich nam, een nogal duidelijk denkbeeld had van waar hij terecht wilde komen, en historici zullen, geloof ik, tot het besluit komen dat hij er opmerkelijk dicht bij is gekomen.
‘Hij is niemand anders dan de man over wie wereldwijze publikaties als de Republic en de New York Review of Books geregeld schrijven als de ‘child emperor’ of ‘Mr. Magoo’. Ik bedoel natuurlijk de president van de Verenigde Staten gedurende de jaren 1981-1989, een man wiens voorgevoel van het einde van de Koude Oorlog - en wiens bijdrage aan de bespoediging van die ontwikkeling - tot dusver onderschat is geweest.
‘President Reagan was natuurlijk geen verfijnd waarnemer van de internationale betrekkingen (of van wat dan ook)’, maar het was ‘per slot van rekening een onverfijnde Reagan die in mei 1981 voorspelde dat “het Westen het communisme niet zal bedwingen, maar afdanken als het een of andere bizarre hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid, waarvan op dit ogenblik de laatste bladzijden worden geschreven”.’
Later in dat jaar riep Reagan op tot de afschaffing van tactische kernwapens in Europa, en in 1982 tot vergaande besnoeiingen in beide nucleaire arsenalen. Dezelfde Reagan voorspelde in datzelfde jaar ‘herhaalde explosies tegen onderdrukking’ in Oost-Europa, waartegen de Sovjet-Unie zelf niet immuun zou zijn. En in 1983 gaf hij in het geheim opdracht onderhandelingen met de Sovjet-Unie te beginnen, nu Amerika bezig was de grondslag te leggen voor zijn militaire overmacht.
Want die overmacht was, in Reagans denken, altijd het complement van zijn wil een eind te maken aan de Koude Oorlog. Zijn veel gehoonde strategisch defensie-initiatief (SDI) heeft de Sovjetleiding ervan overtuigd dat het geen zin meer had de wapenwedloop voort te zetten en dus meer bijgedragen aan het eind van de Koude Oorlog dan alle vredesdemonstraties bij elkaar. Toen Gorbatsjov aan de macht kwam, was Reagan bereid zaken met hem te doen.
Zeker, het was allemaal erg simplistisch gedacht, maar simpele gedachten zijn niet noodzakelijkerwijs verkeerde gedachten. Bovendien hebben ze het voordeel door het publiek begrepen te worden. Leiders zijn dan ook meestal politici met simpele gedachten of met het vermogen ingewikkelde zaken tot simpele formules terug te brengen. Reagan was zo iemand.
Dat wil niet zeggen dat simplisme altijd over de hele linie het goede recept is. Reagans ideeën over economie noemde George Bush, toen hij nog zijn rivaal was, eens voodoo economics. Hij had gelijk en wordt er in november misschien het slachtoffer van. Maar de Koude Oorlog heeft Reagan met dat simplisme gewonnen. Allen die de Koude Oorlog als iets verschrikkelijks beschouwden, moeten hem daar dankbaar voor zijn.
NRC Handelsblad van 17-07-1992, pagina 7