Offensieve en lieve ontspanning
Valentin Falin was één van de belangrijkste beleidsmedewerkers van de Sovjet-regering. Zeven jaar ambassadeur in Bonn en daarna, onder andere, tot 1991 hoofd van de internationale afdeling van het centrale comité van de communistische partij. Als iemand weet wat het einde van de Koude Oorlog veroorzaakt heeft, dan hij wel.
Twee hoofdredacteuren van het Duitse weekblad Die Zeit, Marion Dönhoff en Theo Sommer, beiden van begin af aan grote voorstanders van een ontspanningspolitiek, vragen hem daarnaar in het laatste nummer (13 maart): ‘Wat heeft Gorbatsjov er eigenlijk toe gebracht het roer op “ontspanning” om te gooien? Was het de militaire druk van het Westen of de economische toestand - of wat was het?’ Antwoord: ‘Doorslaggevend waren de economische en sociale toestanden in ons land. Economisch gezien was de toestand begin van de jaren '80 catastrofaal. Men heeft ons doodbewapend. Of als u wilt: de laatste tien tot twintig jaar hebben de Amerikanen en wij zich tegen zichzelf bewapend. Dat verklaart ook de tegenwoordige moeilijkheden van de Amerikaanse economie’.
Vraag: ‘Betekent dit dat Reagan gelijk had: doordat hij u wilde doodbewapenen, heeft hij u bewogen tot een volledig omgooien van het roer?’
Antwoord: ‘In die zin: ja. Maar niet Reagan is met die politiek begonnen. Het was de Amerikaanse politiek na de oorlog’.
Vraag: ‘Van het Westen uit gezien zou men kunnen zeggen: het was de juiste strategie, en allen die, zoals wij hier, voor een politiek van ontspanning waren, hadden ongelijk. Met die politiek zouden we het toch nooit zover gebracht hebben dat het IJzeren Gordijn zou zijn afgebroken’.
Antwoord: ‘De Koude Oorlog heeft twee generaties van vrede beroofd. Overigens ben ik er zeker van dat er so oder so fundamentele veranderingen in de Sovjet-Unie zouden zijn opgetreden - met of zonder ontspanning’.
Een belangrijke verklaring! En ontnuchterend voor Falins Duitse gespreksgenoten, die in het debat over de vraag of de ontspanningspolitiek het einde van de Koude Oorlog nu heeft vertraagd dan wel verhaast, nog steeds met verve het laatste standpunt verdedigen.
Maar moeten wij de zaak zo zwart-wit zien? Veel hangt af van de manier waarop ontspanning werd geïnterpreteerd. Wie ontspanning zag als tegenstelling tot Koude Oorlog, ja als einde ervan, als aanleiding om concessies te doen aan de Sovjet-Unie en zelf met ontwapening te beginnen, die moedigde de Sovjet-Unie aan in de overtuiging dat het Westen bezig was te capituleren.
Er was evenwel ook een andere interpretatie van ontspanning mogelijk: ontspanning als instrument in de Koude Oorlog, een politiek die ten doel had door openingen en contacten de greep van het regime op de Sovjet-Unie - en daardoor de greep van de Sovjet-Unie op Oost-Europa - geleidelijk te verzachten. Ontspanning als ondermijning.
Zelfs Egon Bahr, de architect van de Duitse Ostpolitik - de meest pregnante uiting van de ontspanningspolitiek - zegt nu (in een interview in hetzelfde nummer van Die Zeit): ‘Ik heb al veel vroeger gezegd dat het onze eigenlijke taak is Oost-Europa van de ziekte te bevrijden die communisme genoemd wordt. Ik heb dat slechts één keer gezegd; anders zou het contraproduktief zijn geweest’. Omdat het in wezen offensieve doel van ontspanning-als-ondermijning niet al te openlijk erkend kon worden (uit vrees de Sovjet-Unie nog wantrouwender en schichtiger te maken dan zij al was), was het moeilijk - vooral tegenover de eigen openbare mening - haar te onderscheiden van de ‘lieve’ interpretatie en ontstond daardoor vaak verwarring.
Achteraf kunnen we ons afvragen of die maskerade wel nodig was. De Sovjet-Unie zelf heeft zich nooit ontveinsd dat alle contacten, dus ook de ‘lieve’ ontspanning, in wezen ondermijnend waren (wat de voorstanders ervan in het Westen er ook mee voor mochten hebben). Of zoals een van haar leiders eens zei: ‘De imperialistische krachten willen de contrarevolutie exporteren door middel van de zogenaamde politiek van bruggen’ (tussen Oost en West). Hij had, van zijn standpunt uit, gelijk.
Zowel de offensieve als de ‘lieve’ interpretatie van ontspanning hield in dat de status quo zoals die in 1945 in Europa was ontstaan, erkend werd. Maar terwijl de ‘lieven’ bereid waren hem (en dus ook de Duitse deling) voor altijd te erkennen, erkenden de ‘offensieven’ hem teneinde hem op den duur te kunnen veranderen, ervan uitgaande dat, als je iets wilt veranderen, je dit eerst moet erkennen. Tot de laatsten behoorden die Duitsers, onder wie Willy Brandt, die zich nooit bij de deling van hun land hadden neergelegd.
Een ander verschil was dat de ‘lieven’ in ontspanning een mogelijkheid zagen onmiddellijk te ontwapenen (al was het maar om de Russen van hun goede wil te overtuigen), terwijl de ‘offensieven’ meenden dat het Westen op elk wapenniveau een zodanige militaire kracht moest hebben dat de Sovjet-Unie niet in verleiding zou komen van haar overmacht gebruikt te maken.
We kunnen zeggen dat de combinatie van bewapening en ontspanning (offensief geïnterpreteerd) ten slotte de ineenstorting van het Sovjet-imperium heeft bewerkstelligd. We kunnen natuurlijk ook zeggen dat die ineenstorting er, zoals Falin zegt, so oder so gekomen zou zijn, maar dan waarschijnlijk niet dan na een periode waarin de Sovjet-Unie heel Europa in haar greep zou hebben gehad.
NRC Handelsblad van 17-03-1992, pagina 9