Goed gezelschap, slecht voorbeeld
Let us now chide famous men... Ook beroemde schrijvers laten wel eens een steek vallen. Nadat ik in mijn vorige taalartikel het boetekleed had aangetrokken omdat ik kort tevoren had geschreven: ‘Tijdens een van zijn huis-aan-huiscampagnes werd hij opengedaan door een mevrouw...’ (niet hij werd opengedaan, maar hem werd (de deur) opengedaan), stuurde een lezer mij deze passage uit Couperus' Eline Vere: ‘Op het Nassauplein werden zij door Gerard opengedaan...’
Een andere lezer wees mij op deze zin in De ortolaan van Maarten 't Hart: ‘En al wat er viel raapte hij terstond op en verdween in zijn lijkwagentje.’ Dat is een constructie die ik onlangs tegenkwam in: ‘PvdA-rapporten staan vol met opvattingen die ik vroeger al had en in de partij fel bestreden werden’ en in: ‘Veel tuinen liggen achter een bewaakte poort en krijg je nooit te zien.’
Nieuw is deze curiositeit: ‘Net als hem zoek ik de essentie’ of: ‘Krachten sterker dan hemzelf hebben Shamir naar een punt in de geschiedenis gedreven...’ Maar wat schrijft Gerrit Komrij op 9 oktober in deze krant: ‘...om ons te storten (...) op de verachtelijkheid van iedereen die een kop groter is dan ons.’ Een anglicisme of, in Komrijs geval, lusitanisme?
‘Hij is een van de weinige Turken die niet naar de moskee gaat.’ Dit is een constructie die zo vaak voorkomt (gaat moet zijn: gaan) dat je er bijna moedeloos van wordt, vooral wanneer je in een brief van Chateaubriand uit 1804 leest: ‘... regardez-moi comme un des hommes qui vous aime le plus au monde.’ In al deze gevallen maakt het goede gezelschap de fout nog niet goed.
In al deze gevallen is ook de bron, omdat zij relevant is, genoemd. Ook in het volgende geval. In de inleiding bij een taalcursus van de Leidse onderwijsinstellingen staat: ‘We moeten er dus mee stoppen, maar niet na u nog een paar verrassende voorbeelden te hebben voorgezet.’ En dan volgen die voorbeelden, terwijl net gezegd is dat ze zouden stoppen vóór (= niet na) die voorbeelden. Bedoeld was het omgekeerde: niet dan na. (De inleiding heeft het ook over het Latijn en ‘haar voortbestaan’.)
In nog één geval heeft het zin de anonimiteit op te heffen. Op 17 september schreef Maarten Mulder, plaatsvervangend hoofd van het bureau bilaterale betrekkingen van WVC, in onze krant een artikel over de culturele betrekkingen tussen Nederland en Vlaanderen, waarin deze zin staat: ‘Feit is dat de relatie tussen de twee taalgemeenschappen nog nooit zo prominent op de politieke agenda heeft gestaan.’ Ik dacht dat Nederland en Vlaanderen één taalgemeenschap waren. Een freudiaanse vergissing?
Nu de rest. ‘De PvdA krijgt de rekening gepresenteerd voor het feit dat onze verzorgingsstaat drastisch gereorganiseerd dient te worden.’ Iets wat dient te gebeuren is geen feit.
Kop in een krant: ‘Trein moet beter op tijd.’ Kan iets beter op tijd zijn dan op tijd?
‘Oranje ontsnapte aan een nederlaag door een gebrek aan raffinement in de voorhoede, een rommelig middenveld en een te kwetsbare achterhoede.’ Dus als Oranje geraffineerder, minder rommelig en minder kwetsbaar was geweest, zou het niet aan de nederlaag zijn ontsnapt?
‘Pas in het derde kabinet-Lubbers-Kok drong de harde werkelijkheid tot de top van de PvdA door.’ Hebben we al drie kabinetten-Lubbers-Kok gehad?
‘Prinses Juliana behoorde tot één van de vele honderden toeschouwers langs de route.’ Wie behoorde nog meer tot die ene toeschouwer?
‘Het is mijn opzet visuele en kwalitatieve duurzaamheid na te streven.’ Het streven is schoon, maar hij is daar zelfs nog niet mee begonnen.
‘Gremdaat sprak over een huis dat zou instorten, mits er snel iets aan zou worden gedaan.’ Doe er alsjeblieft niets aan, want dan stort het in. Of is bedoeld: tenzij?
‘Martens kwam zelf met dit ingenieuze voorstel, wat door de Volksunie werd verworpen, maar verder werd aanvaard.’ Wat verwierp de Volksunie: het voorstel of het feit dat Martens ermee kwam? In het eerste geval had er dat moeten staan.
‘Om zich vervolgens, al wordt dat er niet openlijk bijgezegd, onder Franse leiding te plaatsen.’ Wat is bijzeggen.
‘...en dan ook nog de enige die de lezer spontaan in de lach kon laten schieten.’ Spontaan (= niet uitgelokt of door een ander teweeggebracht) en laten kloppen niet met elkaar.
‘De Vietnamese vluchtelingen uit Oost-Europa willen nu hun wens in Nederland te willen blijven kenbaar maken op het Binnenhof.’ Ten minste één willen kan gerust weg.
‘Kaaskoppen? Een Aalsmeerder tuinder zei het net niet, maar het woord lag op zijn lippen bestorven.’ Hij zei het dus wèl, zelfs uittentreure.
‘Dat strookt niet met het wereldbeeld dat de Fransen van zichzelf hebben.’ Het is waar: het zelfbeeld van velen is tevens hun wereldbeeld.
‘Menige kamerplant kan ouder worden dan een mens, soms zelf nog ouder.’ Nog ouder dan wat?
‘Het zijn deze enzymen die ervoor zorgen dat een gewas tot een veel optimalere voedingsopname kan komen.’ Kan iets nog optimaler dan optimaal (= hoogst, sterkst, gunstigst) zijn?
‘Het besef dat de Zwitser veranderingen te wachten staat is nog niet volledig doorgedrongen.’ ‘Zuid-Afrika wacht belastingrellen.’ Ik sta veranderingen te wachten en ik wacht belastingrellen. Of is het: mij staan veranderingen te wachten en mij wachten belastingrellen?
NRC Handelsblad van 05-11-1991, pagina 9