Hand in eigen boezem
Daags na zijn bevrijding uit zijn vakantieverblijf op de Krim, beleed Gorbatsjov in het openbaar schuld: hij was verantwoordelijk voor de benoeming van de mannen die hem hadden willen afzetten en de Sovjet-Unie terug naar de goede oude tijd van Brezjnev hadden willen voeren.
Onder Stalin zou hij deze schuld met de dood hebben moeten bekopen, en in een normale maatschappij zou hij wegens deze beoordelingsfouten op z'n minst hebben moeten aftreden. Maar de toestand in de Sovjet-Unie - of hoe moeten we dat land nu noemen? - is nog niet normaal. We mogen al dankbaar zijn dat een politicus, waar dan ook, schuld belijdt.
Iemand anders die onlangs hand in eigen boezem heeft gestoken, is Stefan Heym. Hij is weliswaar geen politicus, maar heeft als schrijver zoveel politieke uitspraken gedaan, dat een openbare boetedoening van zo iemand toch opvalt.
In de DDR was hij de laatste jaren, met zijn kritiek op het communistische systeem aldaar, een soort van luis in de pels, wiens kritiek des te harder aankwam omdat hijzelf communist was en, na de Hitlerjaren in Amerika te hebben doorgebracht (en zelfs in het Amerikaanse leger te hebben gediend), na de oorlog voor de DDR had geopteerd.
Om deze keuze beleed hij geen schuld, en evenmin om de oppositie die hij tegen Honeckers regime gevoerd had. Nee, in een rede voor een volkshogeschool bekende Heym onlangs dat hij een fout had begaan door in 1989, toen dat regime al aan het wankelen was geraakt en Duitslands hereniging voor 't eerst een reële mogelijkheid leek, te pleiten voor het voortbestaan van een socialistische DDR.
Heym was niet de enige die dat gedaan heeft. Er waren meer intellectuelen in de (voormalige) DDR die, hoewel dankbaar voor de val van het regime, graag het socialistische karakter van de staat, of althans het ‘goede’ van de samenleving, wilden bewaard zien. In november 1989 legden ze die wens in een manifest neer.
Ook in Nederland waren er zulke pleitbezorgers. Op 24 april 1990 stond op deze pagina een groot artikel van de kunsthistorica Ingeborg de Roode met zo'n pleidooi. En enkele anderen, onder wie een paar bekende Groninger hoogleraren - een hunner pontificeert nog herhaaldelijk op deze pagina -, publiceerden een buitengewoon warrig manifest waarin het ook betreurd werd als de DDR zou verdwijnen.
Maar wat zij tenminste nog openlijk deden, deden anderen - en om andere redenen - meer bedekt. Stond president Mitterrand zo te juichen over de teloorgang van de DDR? Het tegendeel is waar. Hij heeft geprobeerd die tegen te gaan. En onze eigen minister-president? Die waarschuwde nog op 15 januari 1990 - weliswaar bij wijze van ‘persoonlijke filosofie’ - tegen een Duitse hereniging, zonder overigens - typisch lubberiaans - dit met zoveel woorden te zeggen. Ook Van den Broek ging het allemaal veel te snel.
Maar terug naar Stefan Heym, die in augustus 1989 nog vond dat de Muur moest blijven staan (om ‘de Groenen en sociaal-democraten en anderen die dan door de fascisten vervolgd worden, asiel te geven’). Onlangs echter heeft hij erkend dat hij ‘de heer Kohl toch dankbaar moest zijn dat hij de DDR zo snel ingelijfd heeft. Wanneer ik me voorstel dat de DDR nog deel van het Sovjetrijk zou zijn - wat zou dat voor een rotzooi hebben gegeven in het licht van wat er in en om Moskou is gebeurd’ (Heym zinspeelt natuurlijk op de staatsgreep).
Inderdaad, als de staatsgreep zou zijn gelukt, dan zouden er in Moskou mannen aan de macht zijn geweest die de klok hadden willen terugdraaien, Midden-Europa weer in hun invloedssfeer hadden willen terugbrengen (wat niet onmogelijk zou zijn geweest, met de paar honderdduizend man aan troepen die ze nog in Oost-Duitsland en Polen hebben staan), ja, misschien Honecker weer in het zadel hadden willen helpen.
Dat is ook voor Heym een gruwelbeeld. Vandaar zijn dankbaarheid jegens Kohl, een dankbaarheid die hem overigens maar moeilijk over de lippen komt: ‘Als puntje bij paaltje komt, zal ik hem moeten zeggen: “U heeft, misschien voor de eerste keer in uw leven, juist en vastberaden gehandeld.”’
Royaal is anders. Blijkbaar valt het velen moeilijk over de jarenlang zo onderschatte Kohl iets goeds te zeggen. Maar het is tenminste gebeurd. Nu Mitterrand en Lubbers nog. Stel je voor dat Kohl naar hen en allen die hem aanrieden het een beetje piano aan te doen, had geluisterd! De chaos in Oost- en Midden-Europa zou nog groter zijn geweest dan hij nu al is.
NRC Handelsblad van 13-09-1991, pagina 9