Over u, maar zonder u
‘Voorlopig houdt de G-7 haar hand nog op de knip.’ Zo luidde de kop boven een van de ontelbaar veel artikelen en beschouwingen die over de ontmoeting tussen de regeringshoofden van de zeven grote gendustrialiseerde landen en Gorbatsjov, vorige week in Londen, verschenen zijn.
Die kop vatte het resultaat van die ontmoeting goed samen. De zeven zijn voorlopig niet van plan miljarden te storten in de failliete onderneming die de Sovjet-Unie is. Trouwens: dit resultaat was al voor de bijeenkomst van Londen bekend. Reden waarom Gorbatsjov, die twee maanden geleden nog een bedrag van 150 miljard dollar had genoemd, zelfs niet om dit soort hulp gevraagd heeft.
Maar wat minder de aandacht heeft getrokken, is het feit dat er niet veel meer zit in die knip van de zeven. Met andere woorden: zelfs als zij Gorbatsjov met miljarden dollars zouden willen helpen, ze zouden het niet kunnen. Waar niets is, verliest de kiezer zijn recht.
De Verenigde Staten gaan gebukt onder de grootste schuldenlast ter wereld en zullen - zo niet onder deze, dan onder een volgende president - zeker prioriteit gaan geven aan binnenlands herstel. Engeland slaagt er maar niet in uit zijn recessie te kruipen. Duitsland heeft zich al bijna overtild aan de kosten van de hereniging. Frankrijk, Canada en Italie - daar hoeven we, wat dit betreft helemaal geen woorden aan vuil te maken.
Het is alleen Japan dat in staat is het nodige kapitaal voor de gezondmaking van de Sovjet-Unie te leveren. Maar zolang deze nog vasthoudt aan die vier eilandjes die Japan als eigen grondgebied beschouwt, zal het niet met dat kapitaal over de brug komen. Maar altijd zal het, zoals het overal gewoon is, zich door puur zakelijke overwegingen laten leiden: als investeren in de Sovjet-Unie Japan geen profijt belooft, gaat het feest niet door.
Intussen is Gorbatsjov, hij mag dan met lege handen zijn thuisgekomen, er wel in geslaagd zijn voet tussen de deur van de zeven te zetten. Het zal moeilijk zijn hem bij andere bijeenkomsten van de G-7 te weren. De gastheer van volgend jaar, bondskanselier Kohl, zal dat zeker niet doen. Hij was in Londen Gorbatsjovs ijverigste pleitbezorger.
Maar als de G-7 een G-8, of een G-7, wordt raakt zij wel gedenatureerd. De oorspronkelijke bedoeling was dat op deze bijeenkomsten de belangrijkste industrielanden op rustige wijze met elkaar gemeenschappelijke economische en monetaire problemen zouden kunnen bespreken.
Van die rustige wijze is al heel gauw niets terechtgekomen. Die bijeenkomsten werden groter - Canada en Italie kwamen er, niet op grond van hun economische belangrijkheid, bij - en, wat belangrijker is, zij werden de mediamieke gebeurtenis van het jaar. Wat wil je, als ze niet op een afgelegen eiland, maar in een stad als Londen gehouden worden?
Maar in Londen kwam ook de bespreking van de gemeenschappelijke economische problemen in de knel. Het waren de problemen van de Sovjet-Unie die de geesten van de zeven beheersten, nog voor Gorbatsjovs komst. Van de oorspronkelijke bedoeling van die bijeenkomsten is dus niet veel overgebleven.
Toch zal de behoefte blijven bestaan problemen die eigen zijn aan de, zeg maar, kapitalistische wereld, onder elkaar te bespreken. Er zal dus naar een formule gezocht worden die het mogelijk maakt de zeven bijeen te laten komen zonder de aanwezigheid van iemand die die problemen niet deelt, maar met zijn eigen problemen de discussie beheerst.
Het is een ontwikkeling die door de landen die niet belangrijk genoeg gevonden worden om tot die besprekingen toegelaten te worden, niet onvoorwaardelijk toegejuicht kan worden. Het is: over u, maar zonder u.
Vier van de zeven zijn lid van de Europese Gemeenschap, maar dat waarborgt allerminst dat ze voor de belangen van de acht andere leden van de Gemeenschap opkomen. Integendeel, hun neiging een directoraat binnen de Gemeenschap te vormen wordt er alleen maar door versterkt.
Het is daarom een illusie te geloven dat, zoals de Financial Times van 18 juli in een hoofdartikel doet, over een jaar of vijf die vier Europese leden van de G-7 misschien plaats zullen hebben gemaakt voor de Europese Gemeenschap als zodanig. Zo gemakkelijk doen staten geen afstand van verkregen voorrechten! De acht kleinere leden van de Gemeenschap zullen dus andere wegen moeten zien te vinden om hun belangen te behartigen.
In zekere zin vinden zij bondgenoten in de landen van Midden-Europa die nu aan de deur van de Gemeenschap kloppen. Want die vrezen dat hun belangen er in Londen bekaaid van afgekomen zijn, als gevolg van de overmatige belangstelling die de belangen van de Sovjet-Unie er gekregen hebben. Voor een land als Nederland wellicht een reden te meer te pleiten voor opneming van die landen in de Gemeenschap. Maar wanneer we zien dat de Gemeenschap zelfs ruimere invoer van landbouwprodukten uit die landen weigert, dan hoeven we niet op veel bijval te rekenen. Over Europese solidariteit gesproken.
NRC Handelsblad van 23-07-1991, pagina 7